Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemeene bepalingen
Titel III. De raadsman
Eerste afdeling. Optreden raadsman
Artikel 43

Artikel 43 (Aanwijzing, waarneming en overdracht raadsman)

Laatste versie

1. Van elke door het bestuur van de raad voor rechtsbijstand gedane aanwijzing wordt onverwijld, op de door Onze Minister te bepalen wijze, kennis gegeven aan de hulpofficier van justitie, het openbaar ministerie, de raadsman, de verdachte en in geval deze uit hoofde van de artikelen 181 tot en met 183 onderzoekshandelingen verricht, tevens aan de rechter-commissaris.

2. De aangewezen raadsman kan de waarneming van bepaalde verrichtingen namens hem door een andere raadsman doen geschieden.

3. Indien de aangewezen raadsman de zaak van de verdachte aan een andere raadsman voor verdere behandeling overdraagt, doet hij daarvan mededeling overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid. Hij doet voorts mededeling van zijn overdracht aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand.

Uitleg in duidelijke taal

1. Van elke door het bestuur van de raad voor rechtsbijstand gedane aanwijzing wordt onverwijld, op de door Onze Minister te bepalen wijze, kennis gegeven aan de hulpofficier van justitie, het openbaar ministerie, de raadsman, de verdachte en in geval deze uit hoofde van de artikelen 181 tot en met 183 onderzoekshandelingen verricht, tevens aan de rechter-commissaris.

Dit betekent dat wanneer het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een raadsman aanwijst, hiervan onverwijld (direct) kennis moet worden gegeven. Deze kennisgeving gebeurt op een wijze die door Onze Minister is bepaald en wordt gericht aan de hulpofficier van justitie, het openbaar ministerie, de raadsman zelf, de verdachte, en ook aan de rechter-commissaris indien de verdachte betrokken is bij onderzoekshandelingen op grond van de artikelen 181 tot en met 183.

2. De aangewezen raadsman kan de waarneming van bepaalde verrichtingen namens hem door een andere raadsman doen geschieden.

Dit houdt in dat de aangewezen raadsman ervoor kan kiezen om bepaalde verrichtingen (taken) niet zelf uit te voeren, maar deze namens hem te laten waarnemen door een andere raadsman.

3. Indien de aangewezen raadsman de zaak van de verdachte aan een andere raadsman voor verdere behandeling overdraagt, doet hij daarvan mededeling overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid. Hij doet voorts mededeling van zijn overdracht aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand.

Dit bepaalt dat als de aangewezen raadsman de zaak van de verdachte voor verdere behandeling overdraagt aan een andere raadsman, hij hiervan mededeling moet doen. Deze mededeling moet plaatsvinden overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid (dus aan dezelfde personen en instanties). Bovendien moet hij van deze overdracht ook mededeling doen aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad31x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2000:ZD2182

ECLI:NL:HR:2000:ZD218219 december 2000Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BY4303

ECLI:NL:HR:2012:BY430311 december 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3320

ECLI:NL:HR:2015:332017 november 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:660

ECLI:NL:HR:2014:66018 maart 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BV7417

ECLI:NL:HR:2012:BV74173 april 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:1072

ECLI:NL:HR:2017:107213 juni 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AO4098

ECLI:NL:HR:2004:AO409815 juni 2004Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1998:ZD1186

ECLI:NL:HR:1998:ZD118630 juni 1998Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2022:411

ECLI:NL:HR:2022:41122 maart 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2002:AD7846

ECLI:NL:HR:2002:AD784612 februari 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak