Terug naar bibliotheek
Derde Boek. Rechtsmiddelen
A. Gewone rechtsmiddelen
Titel III. Beroep in cassatie van uitspraken
Artikel 428

Artikel 428 (Gelijktijdigheid cassatieberoep niet-einduitspraak)

Laatste versie

Tegen vonnissen of arresten die geen einduitspraken zijn, is het beroep in cassatie slechts gelijktijdig met dat tegen de einduitspraak toegelaten.

Uitleg in duidelijke taal

Tegen vonnissen of arresten die geen einduitspraken zijn, is het beroep in cassatie slechts gelijktijdig met dat tegen de einduitspraak toegelaten.

Dit artikel bepaalt dat het beroep in cassatie tegen vonnissen of arresten die geen einduitspraken zijn, slechts toegelaten is gelijktijdig met het beroep in cassatie tegen de einduitspraak.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad46x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:370 - Wrakingsverzoek door zittingsrechter zelf: Hoge Raad stelt terughoudende grenzen

ECLI:NL:HR:2021:37016 maart 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een zittingsrechter mag een wrakingsverzoek slechts in uitzonderlijke, wettelijk omschreven gevallen zelf buiten behandeling laten. De Hoge Raad benadrukt dat hierbij terughoudendheid is geboden en de beslissing deugdelijk moet worden gemotiveerd, anders leidt dit tot vernietiging van de uitspraak.

StrafrechtStrafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:2801

ECLI:NL:HR:2017:280131 oktober 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:2582

ECLI:NL:HR:2015:258215 september 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BM6938

ECLI:NL:HR:2010:BM693828 september 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2022:1075 - Oplichting vereist daadwerkelijk 'bewegen' slachtoffer; motiveringsplicht bij betwiste kasopstelling

ECLI:NL:HR:2022:107512 juli 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Voor voltooide oplichting is vereist dat het slachtoffer daadwerkelijk is bewogen tot een handeling. Het manipuleren van een energiemeter is onvoldoende als niet blijkt dat het energiebedrijf de schuld ook echt heeft kwijtgescholden. Daarnaast moet een rechter specifiek motiveren waarom hij een betwiste kasopstelling voor het bewijs gebruikt.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2011:BP4672

ECLI:NL:HR:2011:BP467212 april 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1871:1

ECLI:NL:HR:1871:113 juni 1871Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht