Artikel 39 (Aanwijzing raadsman door raad voor rechtsbijstand)
1. Het bestuur van de raad voor rechtsbijstand wijst na de kennisgeving, bedoeld in artikel 28b, eerste en tweede lid, of na de mededeling dat een verdachte in verzekering is gesteld voor wie niet eerder een raadsman is aangewezen, een raadsman aan.
2. De verdachte kan een voorkeur voor een bepaalde raadsman kenbaar maken.
3. De krachtens het eerste lid aangewezen raadsman treedt ook op als raadsman voor de verdachte tijdens de behandeling door de rechtbank van het hoger beroep van de officier van justitie als bedoeld in artikel 59c.
4. De aanwijzing eindigt met het aflopen van het ophouden voor onderzoek, dan wel van de inverzekeringstelling en de eventuele verlenging.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het bestuur van de raad voor rechtsbijstand wijst na de kennisgeving, bedoeld in artikel 28b, eerste en tweede lid, of na de mededeling dat een verdachte in verzekering is gesteld voor wie niet eerder een raadsman is aangewezen, een raadsman aan.
Dit betekent dat het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een raadsman aanwijst. Dit gebeurt na de kennisgeving, bedoeld in artikel 28b, eerste en tweede lid, of na de mededeling dat een verdachte in verzekering is gesteld voor wie nog geen raadsman was aangewezen.
2. De verdachte kan een voorkeur voor een bepaalde raadsman kenbaar maken.
Dit houdt in dat de verdachte mag aangeven (een voorkeur kenbaar maken) voor een specifieke (bepaalde) raadsman.
3. De krachtens het eerste lid aangewezen raadsman treedt ook op als raadsman voor de verdachte tijdens de behandeling door de rechtbank van het hoger beroep van de officier van justitie als bedoeld in artikel 59c.
Dit betekent dat de raadsman die krachtens het eerste lid is aangewezen, ook zal optreden als raadsman voor de verdachte. Dit gebeurt tijdens de behandeling door de rechtbank van het hoger beroep van de officier van justitie zoals bedoeld in artikel 59c.
4. De aanwijzing eindigt met het aflopen van het ophouden voor onderzoek, dan wel van de inverzekeringstelling en de eventuele verlenging.
Dit bepaalt dat de aanwijzing van de raadsman eindigt wanneer het ophouden voor onderzoek afloopt, of wanneer de inverzekeringstelling en een mogelijke (eventuele) verlenging daarvan aflopen.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2000:ZD2182
ECLI:NL:HR:2017:2250 - Stelregel raadsman: schriftelijke kennisgeving aan griffie is verplicht
Een raadsman moet, om in een zittingsprocedure als zodanig erkend te worden, de griffie van het desbetreffende gerecht separaat schriftelijk informeren. Een eerdere kennisgeving aan de (hulp)officier van justitie of rechter-commissaris volstaat niet voor de zittingsfase.
ECLI:NL:HR:2012:BY4303
ECLI:NL:HR:2011:BO6704
ECLI:NL:HR:2015:3320
ECLI:NL:HR:2017:3021
ECLI:NL:HR:2014:660
ECLI:NL:HR:2017:1072
ECLI:NL:HR:2017:2256 - Verzetschrift advocaat impliceert niet automatisch bijstand op zitting
Het indienen van een verzetschrift tegen een strafbeschikking door een advocaat, die daartoe bepaaldelijk is gemachtigd, betekent niet automatisch dat deze advocaat de verdachte ook ter zitting zal bijstaan. Voor erkenning als raadsman is een nadere aanwijzing in het dossier vereist.
ECLI:NL:HR:2021:937 - Stellen raadsman: niet toepassen overgangsregel leidt tot vernietiging
Het hof negeerde een overgangsregel voor het stellen van een raadsman, waardoor het verzoek tot terugwijzing ten onrechte werd afgewezen. Hierdoor werd het recht op behandeling in twee feitelijke instanties geschonden. De Hoge Raad vernietigt en verwijst de zaak terug naar de eerste rechter.