Artikel 38 (Bevoegdheid keuze raadsman verdachte)
1. De verdachte is te allen tijde bevoegd een of meer raadslieden te kiezen.
2. Tot de keuze van een of meer raadslieden is ook de wettige vertegenwoordiger van de verdachte bevoegd.
3. Is de verdachte verhinderd van zijn wil te doen blijken en heeft hij geen wettige vertegenwoordiger, dan is zijn echtgenoot of geregistreerde partner of de meest gerede der bloed- of aanverwanten, tot de vierde graad ingesloten, tot die keuze bevoegd.
4. De ingevolge het tweede of het derde lid gekozen raadsman treedt terug, zodra de verdachte zelf een raadsman heeft gekozen.
5. De gekozen raadsman geeft kennis van zijn optreden voor de verdachte aan de hulpofficier van justitie, de officier van justitie en in geval deze uit hoofde van de artikelen 181 tot en met 183 onderzoekshandelingen verricht, tevens aan de rechter-commissaris.
6. Indien de gekozen raadsman een eerder gekozen of aangewezen raadsman vervangt, geeft hij daarvan ook kennis aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand; hij verwittigt ook de in het vijfde lid genoemde functionarissen en de vervangen raadsman.
7. Door de kennisgeving aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand eindigen de werkzaamheden van de vervangen raadsman.
Uitleg in duidelijke taal
1. De verdachte is te allen tijde bevoegd een of meer raadslieden te kiezen.
Dit betekent dat de verdachte altijd het recht heeft om zelf een of meerdere raadslieden (advocaten) aan te wijzen.
2. Tot de keuze van een of meer raadslieden is ook de wettige vertegenwoordiger van de verdachte bevoegd.
Dit houdt in dat ook de wettige vertegenwoordiger van de verdachte, zoals een ouder bij een minderjarige verdachte, de bevoegdheid heeft om een of meer raadslieden voor de verdachte te kiezen.
3. Is de verdachte verhinderd van zijn wil te doen blijken en heeft hij geen wettige vertegenwoordiger, dan is zijn echtgenoot of geregistreerde partner of de meest gerede der bloed- of aanverwanten, tot de vierde graad ingesloten, tot die keuze bevoegd.
Indien de verdachte niet in staat is zijn wil kenbaar te maken (bijvoorbeeld door ziekte) en hij geen wettige vertegenwoordiger heeft, dan zijn zijn echtgenoot of geregistreerde partner, of de meest bereidwillige bloedverwanten of aanverwanten (familieleden tot en met de vierde graad) bevoegd om een raadsman voor hem te kiezen.
4. De ingevolge het tweede of het derde lid gekozen raadsman treedt terug, zodra de verdachte zelf een raadsman heeft gekozen.
Dit bepaalt dat een raadsman die gekozen is door de wettige vertegenwoordiger (lid 2) of door familieleden (lid 3), zijn taken moet neerleggen zodra de verdachte zelf een (andere) raadsman kiest.
5. De gekozen raadsman geeft kennis van zijn optreden voor de verdachte aan de hulpofficier van justitie, de officier van justitie en in geval deze uit hoofde van de artikelen 181 tot en met 183 onderzoekshandelingen verricht, tevens aan de rechter-commissaris.
De raadsman die door de verdachte (of namens hem) is gekozen, moet de hulpofficier van justitie, de officier van justitie informeren dat hij voor de verdachte optreedt. Als de officier van justitie onderzoekshandelingen verricht op basis van de artikelen 181 tot en met 183 van het Wetboek van Strafvordering, moet de raadsman ook de rechter-commissaris hierover informeren.
6. Indien de gekozen raadsman een eerder gekozen of aangewezen raadsman vervangt, geeft hij daarvan ook kennis aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand; hij verwittigt ook de in het vijfde lid genoemde functionarissen en de vervangen raadsman.
Wanneer een nieuw gekozen raadsman een raadsman vervangt die eerder was gekozen of toegewezen, dan moet de nieuwe raadsman dit melden aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand. Tevens moet hij de functionarissen genoemd in lid 5 (hulpofficier, officier van justitie, en eventueel rechter-commissaris) en de raadsman die hij vervangt, op de hoogte stellen.
7. Door de kennisgeving aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand eindigen de werkzaamheden van de vervangen raadsman.
Dit lid stelt dat de taken van de vervangen raadsman officieel eindigen op het moment dat het bestuur van de raad voor rechtsbijstand op de hoogte is gesteld van de vervanging.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2000:ZD2182
ECLI:NL:HR:2017:2250 - Stelregel raadsman: schriftelijke kennisgeving aan griffie is verplicht
Een raadsman moet, om in een zittingsprocedure als zodanig erkend te worden, de griffie van het desbetreffende gerecht separaat schriftelijk informeren. Een eerdere kennisgeving aan de (hulp)officier van justitie of rechter-commissaris volstaat niet voor de zittingsfase.