Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VI. Behandeling van de zaak door de rechtbank
Vierde afdeeling. Beraadslaging en uitspraak
Artikel 351

Artikel 351 (Strafoplegging na bewijs, kwalificatie en strafbaarheid dader)

Laatste versie

Acht de rechtbank het telastegelegde feit bewezen, het te zijn een strafbaar feit en den verdachte deswege strafbaar, dan legt zij op de straf of den maatregel, op het feit gesteld.

Uitleg in duidelijke taal

Acht de rechtbank het telastegelegde feit bewezen, het te zijn een strafbaar feit en den verdachte deswege strafbaar, dan legt zij op de straf of den maatregel, op het feit gesteld.

Dit artikel betekent het volgende: Indien de rechtbank oordeelt (acht) dat het feit dat aan de verdachte ten laste is gelegd (het telastegelegde feit) bewezen is, én dat dit een strafbaar feit is, én dat de verdachte daarvoor (deswege) strafbaar is, dan legt de rechtbank (zij) de straf of de maatregel op die voor dat feit is voorgeschreven (op het feit gesteld).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad51x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:1430 - Hoge Raad - 25 november 2013

ECLI:NL:HR:2013:143025 november 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad48x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1994:AD2076 - Hoge Raad - 28 maart 1994

ECLI:NL:HR:1994:AD207628 maart 1994Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad35x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1982:AD6952 - Hoge Raad - 15 februari 1982

ECLI:NL:HR:1982:AD695215 februari 1982Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad23x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:232 - Vernietiging 'wat betreft strafoplegging': reikwijdte en strafbepaling ex art. 423 lid 4 Sv - 10 februari 2020

ECLI:NL:HR:2020:23210 februari 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een vernietiging in cassatie 'wat betreft de strafoplegging' omvat niet de strafbepaling ex art. 423 lid 4 Sv. Dit is geen 'oplegging' maar een vaststelling van een reeds onherroepelijk deel. De Hoge Raad verduidelijkt tevens de positie van de vordering benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel.

StrafrechtStrafprocesrecht
Civiel RechtVerbintenissenrecht
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:132 - Opzet op dood bij gevaarlijk rijgedrag: motiveringseisen voorwaardelijk opzet - 26 januari 2015

ECLI:NL:HR:2015:13226 januari 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Voor een bewezenverklaring van poging tot doodslag door in te rijden op een politieauto, is meer nodig dan enkel de vaststelling van gevaarlijk rijgedrag. Het hof moet motiveren waaruit de aanmerkelijke kans op een dodelijk ongeval concreet volgt om het voorwaardelijk opzet te kunnen aannemen.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2073 - Tijdsverloop bevel DNA-afname schaadt belang veroordeelde niet - 12 september 2016

ECLI:NL:HR:2016:207312 september 2016Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Een onnodig lang tijdsverloop tussen een veroordeling en het bevel tot afname van celmateriaal staat niet in de weg aan het bepalen en verwerken van een DNA-profiel. De veroordeelde wordt hierdoor niet geschaad in een door de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden beschermd belang.

StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1963:2 - Verpleegster-arrest: Grove onoplettendheid en strafrechtelijke schuld bij beroepsfout - 18 februari 1963

ECLI:NL:HR:1963:218 februari 1963Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Verpleegster Arrest

Een verpleegster die door een moment van ernstige onoplettendheid de verkeerde vloeistof aanreikt, waardoor een patiënt overlijdt, handelt verwijtbaar. Voor schuld in de zin van art. 307 Sr is niet vereist dat haar fout de enige oorzaak van het gevolg is.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1534 - Geen vertaling verstekvonnis: termijnoverschrijding hoger beroep kan verschoonbaar zijn - 7 oktober 2019

ECLI:NL:HR:2019:15347 oktober 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het niet verstrekken van een schriftelijke vertaling van de mededeling van een verstekvonnis aan een verdachte die de Nederlandse taal onvoldoende beheerst (art. 366 lid 4 Sv), kan een bijzondere omstandigheid zijn die de overschrijding van de beroepstermijn verontschuldigbaar maakt.

Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2008 - Hoge Raad - 29 oktober 2018

ECLI:NL:HR:2018:200829 oktober 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:443 - Hoge Raad scherpt motiveringseis aan voor ongemaximeerde TBS bij bedreiging - 26 maart 2018

ECLI:NL:HR:2018:44326 maart 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat bij een veroordeling voor een misdrijf zoals bedreiging, de rechter extra moet motiveren waarom dit als een 'geweldsmisdrijf' geldt in de zin van art. 38e Sr. Enkel verwijzen naar de bedreigingen is onvoldoende voor het opleggen van een ongemaximeerde TBS.