Artikel 351 (Strafoplegging na bewijs, kwalificatie en strafbaarheid dader)
Acht de rechtbank het telastegelegde feit bewezen, het te zijn een strafbaar feit en den verdachte deswege strafbaar, dan legt zij op de straf of den maatregel, op het feit gesteld.
Uitleg in duidelijke taal
Acht de rechtbank het telastegelegde feit bewezen, het te zijn een strafbaar feit en den verdachte deswege strafbaar, dan legt zij op de straf of den maatregel, op het feit gesteld.
Dit artikel betekent het volgende: Indien de rechtbank oordeelt (acht) dat het feit dat aan de verdachte ten laste is gelegd (het telastegelegde feit) bewezen is, én dat dit een strafbaar feit is, én dat de verdachte daarvoor (deswege) strafbaar is, dan legt de rechtbank (zij) de straf of de maatregel op die voor dat feit is voorgeschreven (op het feit gesteld).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2013:1430 - Hoge Raad - 25 november 2013
ECLI:NL:HR:1994:AD2076 - Hoge Raad - 28 maart 1994
ECLI:NL:HR:1982:AD6952 - Hoge Raad - 15 februari 1982
ECLI:NL:HR:2020:232 - Vernietiging 'wat betreft strafoplegging': reikwijdte en strafbepaling ex art. 423 lid 4 Sv - 10 februari 2020
Een vernietiging in cassatie 'wat betreft de strafoplegging' omvat niet de strafbepaling ex art. 423 lid 4 Sv. Dit is geen 'oplegging' maar een vaststelling van een reeds onherroepelijk deel. De Hoge Raad verduidelijkt tevens de positie van de vordering benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel.
ECLI:NL:HR:2015:132 - Opzet op dood bij gevaarlijk rijgedrag: motiveringseisen voorwaardelijk opzet - 26 januari 2015
Voor een bewezenverklaring van poging tot doodslag door in te rijden op een politieauto, is meer nodig dan enkel de vaststelling van gevaarlijk rijgedrag. Het hof moet motiveren waaruit de aanmerkelijke kans op een dodelijk ongeval concreet volgt om het voorwaardelijk opzet te kunnen aannemen.
ECLI:NL:HR:2016:2073 - Tijdsverloop bevel DNA-afname schaadt belang veroordeelde niet - 12 september 2016
Een onnodig lang tijdsverloop tussen een veroordeling en het bevel tot afname van celmateriaal staat niet in de weg aan het bepalen en verwerken van een DNA-profiel. De veroordeelde wordt hierdoor niet geschaad in een door de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden beschermd belang.
ECLI:NL:HR:1963:2 - Verpleegster-arrest: Grove onoplettendheid en strafrechtelijke schuld bij beroepsfout - 18 februari 1963
Verpleegster Arrest
Een verpleegster die door een moment van ernstige onoplettendheid de verkeerde vloeistof aanreikt, waardoor een patiënt overlijdt, handelt verwijtbaar. Voor schuld in de zin van art. 307 Sr is niet vereist dat haar fout de enige oorzaak van het gevolg is.
ECLI:NL:HR:2019:1534 - Geen vertaling verstekvonnis: termijnoverschrijding hoger beroep kan verschoonbaar zijn - 7 oktober 2019
Het niet verstrekken van een schriftelijke vertaling van de mededeling van een verstekvonnis aan een verdachte die de Nederlandse taal onvoldoende beheerst (art. 366 lid 4 Sv), kan een bijzondere omstandigheid zijn die de overschrijding van de beroepstermijn verontschuldigbaar maakt.
ECLI:NL:HR:2018:2008 - Hoge Raad - 29 oktober 2018
ECLI:NL:HR:2018:443 - Hoge Raad scherpt motiveringseis aan voor ongemaximeerde TBS bij bedreiging - 26 maart 2018
De Hoge Raad oordeelt dat bij een veroordeling voor een misdrijf zoals bedreiging, de rechter extra moet motiveren waarom dit als een 'geweldsmisdrijf' geldt in de zin van art. 38e Sr. Enkel verwijzen naar de bedreigingen is onvoldoende voor het opleggen van een ongemaximeerde TBS.