Artikel 351 (Strafoplegging na bewijs, kwalificatie en strafbaarheid dader)
Acht de rechtbank het telastegelegde feit bewezen, het te zijn een strafbaar feit en den verdachte deswege strafbaar, dan legt zij op de straf of den maatregel, op het feit gesteld.
Uitleg in duidelijke taal
Acht de rechtbank het telastegelegde feit bewezen, het te zijn een strafbaar feit en den verdachte deswege strafbaar, dan legt zij op de straf of den maatregel, op het feit gesteld.
Dit artikel betekent het volgende: Indien de rechtbank oordeelt (acht) dat het feit dat aan de verdachte ten laste is gelegd (het telastegelegde feit) bewezen is, én dat dit een strafbaar feit is, én dat de verdachte daarvoor (deswege) strafbaar is, dan legt de rechtbank (zij) de straf of de maatregel op die voor dat feit is voorgeschreven (op het feit gesteld).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2013:1430
ECLI:NL:HR:1994:AD2076
ECLI:NL:HR:1982:AD6952
ECLI:NL:HR:2020:232 - Vernietiging 'wat betreft strafoplegging': reikwijdte en strafbepaling ex art. 423 lid 4 Sv
Een vernietiging in cassatie 'wat betreft de strafoplegging' omvat niet de strafbepaling ex art. 423 lid 4 Sv. Dit is geen 'oplegging' maar een vaststelling van een reeds onherroepelijk deel. De Hoge Raad verduidelijkt tevens de positie van de vordering benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel.
ECLI:NL:HR:2015:132
ECLI:NL:HR:2019:1534
ECLI:NL:HR:2018:2008
ECLI:NL:HR:2016:2073 - Tijdsverloop bevel DNA-afname schaadt belang veroordeelde niet
Een onnodig lang tijdsverloop tussen een veroordeling en het bevel tot afname van celmateriaal staat niet in de weg aan het bepalen en verwerken van een DNA-profiel. De veroordeelde wordt hierdoor niet geschaad in een door de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden beschermd belang.