Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VI. Behandeling van de zaak door de rechtbank
Derde afdeeling. Bewijs
Artikel 341

Artikel 341 (Verklaring verdachte als bewijsmiddel)

Laatste versie

1. Onder verklaring van den verdachte wordt verstaan zijne bij het onderzoek op de terechtzitting gedane opgave van feiten of omstandigheden, hem uit eigen wetenschap bekend.

2. Zoodanige opgave, elders dan ter terechtzitting gedaan, kan tot het bewijs, dat de verdachte het telastegelegde feit begaan heeft, medewerken, indien daarvan uit eenig wettig bewijsmiddel blijkt.

3. Zijne opgaven kunnen alleen te zijnen aanzien gelden.

4. Het bewijs dat de verdachte het telastegelegde feit heeft begaan, kan door den rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de opgaven van den verdachte.

Uitleg in duidelijke taal

1. Onder verklaring van den verdachte wordt verstaan zijne bij het onderzoek op de terechtzitting gedane opgave van feiten of omstandigheden, hem uit eigen wetenschap bekend.

Onder een 'verklaring van den verdachte' wordt verstaan: zijn opgave van feiten of omstandigheden die hij tijdens het onderzoek op de terechtzitting heeft gedaan en die hem uit eigen wetenschap bekend zijn.

2. Zoodanige opgave, elders dan ter terechtzitting gedaan, kan tot het bewijs, dat de verdachte het telastegelegde feit begaan heeft, medewerken, indien daarvan uit eenig wettig bewijsmiddel blijkt.

Een dergelijke opgave (een verklaring van de verdachte zoals bedoeld in lid 1), die niet tijdens de terechtzitting maar ergens anders is gedaan, kan meewerken tot het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan. Dit is echter alleen mogelijk als het bestaan van die opgave blijkt uit een wettig bewijsmiddel.

3. Zijne opgaven kunnen alleen te zijnen aanzien gelden.

Zijn opgaven (de opgaven van de verdachte) kunnen alleen ten aanzien van hemzelf (de verdachte) als bewijs gelden.

4. Het bewijs dat de verdachte het telastegelegde feit heeft begaan, kan door den rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de opgaven van den verdachte.

Het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, kan door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op basis van de opgaven (de verklaringen) van de verdachte.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad38x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AU5496

ECLI:NL:HR:2006:AU549614 maart 2006Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad34x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BA7648

ECLI:NL:HR:2008:BA764822 januari 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad27x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AD7805

ECLI:NL:HR:2002:AD780526 maart 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad22x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BX4605

ECLI:NL:HR:2013:BX46058 januari 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:86 - Unus testis-regel en gebruik verklaring niet-ondervraagde getuige in belastingstrafzaak

ECLI:NL:HR:2022:861 februari 2022Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een bewezenverklaring mag niet uitsluitend rusten op verklaringen van de verdachte (art. 341 lid 4 Sv). De Hoge Raad herhaalt de criteria voor het gebruik van een verklaring van een niet-ondervraagde getuige en vernietigt een bewezenverklaring wegens een motiveringsgebrek na een specifiek verweer.

StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Strafprocesrecht
BelastingrechtFiscaal Strafrecht, Btw, Loonbelasting
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BL0641

ECLI:NL:HR:2010:BL06416 april 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1992:AC3716

ECLI:NL:HR:1992:AC371614 september 1992Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1926:BG9435

ECLI:NL:HR:1926:BG943520 december 1926Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:634 - Herziening na 25 jaar door twijfel over valse bekentenis

ECLI:NL:HR:2021:63420 april 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad honoreert een herzieningsverzoek op basis van een nieuw psychologisch deskundigenrapport. Het rapport, dat met recente wetenschappelijke inzichten de betrouwbaarheid van de destijds afgelegde bekentenis ernstig in twijfel trekt, geldt als een 'novum' dat tot een vermoedelijke vrijspraak zou hebben geleid.

StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1883

ECLI:NL:HR:2021:188314 december 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak