Artikel 339 (Wettige bewijsmiddelen en algemene bekendheid)
1. Als wettige bewijsmiddelen worden alleen erkend:
1°. eigen waarneming van den rechter; 2°. verklaringen van den verdachte; 3°. verklaringen van een getuige; 4°. verklaringen van een deskundige; 5°. schriftelijke bescheiden.
2. Feiten of omstandigheden van algemeene bekendheid behoeven geen bewijs.
Uitleg in duidelijke taal
1. Als wettige bewijsmiddelen worden alleen erkend:
Dit betekent dat uitsluitend de hierna genoemde middelen als geldig bewijs in een rechtszaak worden aanvaard.
1°. eigen waarneming van den rechter;
Dit betreft wat de rechter zelf heeft gezien of gehoord.
2°. verklaringen van den verdachte;
Dit zijn de uitlatingen die de verdachte persoon heeft gedaan.
3°. verklaringen van een getuige;
Dit omvat de verklaringen afgelegd door een getuige.
4°. verklaringen van een deskundige;
Hieronder vallen de verklaringen van een specialist of expert.
5°. schriftelijke bescheiden.
Dit zijn documenten en andere geschreven stukken.
2. Feiten of omstandigheden van algemeene bekendheid behoeven geen bewijs.
Dit houdt in dat zaken die algemeen bekend zijn, of omstandigheden waarvan algemeen wordt aangenomen dat ze waar zijn, niet bewezen hoeven te worden.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2011:BP0291 - A.C.A.B.-arrest: Feiten van algemene bekendheid en de onderzoeksplicht van de rechter - 10 januari 2011
Een feit is niet zomaar van algemene bekendheid. Als de rechter hierover twijfelt, moet hij dit op zitting bespreken. Zelfstandig online onderzoek, zoals googelen, zonder dit in het geding te brengen, schendt het recht van de verdediging om zich hierover uit te kunnen laten.
ECLI:NL:HR:2016:522 - Internetbronnen als bewijs: Geen feit van algemene bekendheid zonder meer - 28 maart 2016
De Hoge Raad oordeelt dat informatie niet enkel door de vindbaarheid op internet als feit van algemene bekendheid (art. 339 lid 2 Sv) geldt. Dergelijke, vaak specialistische, gegevens moeten ter zitting aan de orde worden gesteld om het bewijsrechtelijke voorschrift van art. 301 lid 4 Sv te respecteren.
ECLI:NL:HR:2002:AE1182 - Hoge Raad - 27 mei 2002
ECLI:NL:HR:2013:BZ4480 - Steunbewijs bij niet-ondervraagde getuige in uitlokkingszaak - 18 maart 2013
Een verklaring van een getuige die niet door de verdediging kon worden ondervraagd, mag voor het bewijs worden gebruikt. Dit is toegestaan als de betrokkenheid van de verdachte bij het tenlastegelegde feit voldoende steun vindt in andere, onafhankelijke bewijsmiddelen (steunbewijs).
ECLI:NL:HR:2002:AD7805 - Hoge Raad - 25 maart 2002
ECLI:NL:HR:2019:1414 - Eigen waarneming van beeldmateriaal buiten de zitting onder voorwaarden toegestaan - 23 september 2019
De Hoge Raad oordeelt dat een eigen waarneming van beeldmateriaal door de rechter buiten de terechtzitting als bewijs mag dienen. Voorwaarde is dat het materiaal deel uitmaakt van de processtukken, ter zitting aan de orde is gesteld en de procespartijen geen bezwaar hebben gemaakt tegen het niet-vertonen.
ECLI:NL:HR:2018:1125 - Gebruik van Google Maps als feit van algemene bekendheid in bewijsvoering - 9 juli 2018
Informatie van Google Maps kan een feit van algemene bekendheid zijn als deze geen specialistische kennis vereist en de juistheid niet redelijkerwijs betwistbaar is. Een rechter hoeft dergelijke informatie niet verplicht ter zitting aan de orde te stellen.
ECLI:NL:HR:2009:BJ2831 - Hoge Raad - 14 december 2009
ECLI:NL:HR:2022:1472 - Strafmotivering: Feiten van algemene bekendheid en de rechterlijke straftoemetingsvrijheid - 17 oktober 2022
De Hoge Raad oordeelt dat de strenge eisen voor feiten van algemene bekendheid in het bewijsrecht niet gelden voor de strafmotivering. De rechter heeft een ruime vrijheid om bij de straftoemeting algemene maatschappelijke inzichten te betrekken, zoals het doel van autoverbrandingen.
ECLI:NL:HR:2023:771 - Deelneming terroristische organisatie: ontvangen van geld en ID-kaart onvoldoende voor bewezenverklaring - 29 mei 2023
Het enkel ontvangen van een aanzienlijk geldbedrag en een identiteitskaart van een terroristische organisatie is onvoldoende om het vereiste 'aandeel' in die organisatie te bewijzen. Zonder bewijs van een concrete bijdrage aan het oogmerk van de organisatie, is een bewezenverklaring van deelneming ontoereikend gemotiveerd.