Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VI. Behandeling van de zaak door de rechtbank
Eerste afdeling. Onderzoek op de terechtzitting
Artikel 276

Artikel 276 (Procedure inzet tolk terechtzitting)

Laatste versie

1. Indien op de terechtzitting blijkt dat de bijstand van een tolk nodig is en deze niet aanwezig is, beveelt de rechtbank de oproeping van een tolk.

2. Als tolk wordt slechts toegelaten degene die niet reeds in een andere kwaliteit aan het onderzoek deelneemt.

3. Indien de tolk geen beëdigde tolk in de zin van de Wet beëdigde tolken en vertalers is, beëdigt de voorzitter de tolk dat hij zijn taak naar zijn geweten zal vervullen alvorens de tolk zijn werkzaamheden aanvangt.

4. De verdachte die daarvoor redenen aanvoert, kan de tolk wraken. De rechtbank doet daarover zo spoedig mogelijk uitspraak.

Uitleg in duidelijke taal

1. Indien op de terechtzitting blijkt dat de bijstand van een tolk nodig is en deze niet aanwezig is, beveelt de rechtbank de oproeping van een tolk.

Dit betekent dat als tijdens de zitting in de rechtbank (terechtzitting) duidelijk wordt (blijkt) dat de hulp (bijstand) van een tolk vereist is en er op dat moment geen tolk beschikbaar (aanwezig) is, de rechtbank zal opdragen (beveelt) dat er een tolk wordt geroepen (oproeping).

2. Als tolk wordt slechts toegelaten degene die niet reeds in een andere kwaliteit aan het onderzoek deelneemt.

Dit houdt in dat alleen een persoon als tolk mag optreden (wordt slechts toegelaten) die niet al in een andere rol of hoedanigheid (kwaliteit) meewerkt aan het onderzoek ter terechtzitting (deelneemt).

3. Indien de tolk geen beëdigde tolk in de zin van de Wet beëdigde tolken en vertalers is, beëdigt de voorzitter de tolk dat hij zijn taak naar zijn geweten zal vervullen alvorens de tolk zijn werkzaamheden aanvangt.

Dit betekent dat als de ingeschakelde tolk geen tolk is die officieel erkend en beëdigd is volgens de Wet beëdigde tolken en vertalers, de voorzitter van de rechtbank de tolk de eed moet afnemen. Deze eed houdt in dat de tolk belooft zijn taak plichtsgetrouw (naar zijn geweten) zal uitvoeren, voordat de tolk daadwerkelijk met zijn werkzaamheden begint (aanvangt).

4. De verdachte die daarvoor redenen aanvoert, kan de tolk wraken. De rechtbank doet daarover zo spoedig mogelijk uitspraak.

Dit houdt in dat de verdachte het recht heeft om bezwaar te maken tegen de aangewezen tolk (wraken), op voorwaarde dat de verdachte daarvoor gegronde redenen opgeeft (aanvoert). De rechtbank zal vervolgens zo snel als mogelijk (zo spoedig mogelijk) een beslissing (uitspraak) nemen over dit bezwaar.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AB1502

ECLI:NL:HR:2001:AB15028 mei 2001Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1989:ZC8272

ECLI:NL:HR:1989:ZC827214 november 1989Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:486 - Geheimhouding rechtshulpverzoek en marginale toetsing bij verlof overdracht bewijs

ECLI:NL:HR:2021:48630 maart 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

In rechtshulpzaken mag een zitting achter gesloten deuren plaatsvinden als het horen van betrokkenen het onderzoek 'ernstig schaadt'. De rechter mag hierbij afgaan op mededelingen van de verzoekende staat. Bij verlof voor overdracht van bewijs toetst de rechter marginaal of het om 'stukken van overtuiging' gaat.

StrafrechtInternationaal Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1011

ECLI:NL:HR:2023:10114 juli 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2010:BM4310

ECLI:NL:HR:2010:BM431026 oktober 2010Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:358

ECLI:NL:HR:2014:35818 februari 2014Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1962:125

ECLI:NL:HR:1962:1254 december 1962Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1340 - Verklaring overleden getuige: wanneer is bewijs niet beslissend?

ECLI:NL:HR:2023:13403 oktober 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een verklaring van een overleden getuige, die de verdediging niet kon ondervragen, mag voor het bewijs worden gebruikt als de bewezenverklaring niet in beslissende mate daarop is gebaseerd en voldoende steun vindt in ander bewijs, ook op de door de verdachte betwiste onderdelen.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BV8291

ECLI:NL:HR:2012:BV829117 april 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtInternationaal Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2002:AD5554

ECLI:NL:HR:2002:AD55548 januari 2002Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak