Artikel 226g (Toezegging strafvermindering getuige-verdachte)
1. De officier van justitie geeft aan de rechter-commissaris kennis van de afspraak die hij voornemens is te maken met een verdachte die bereid is een getuigenverklaring af te leggen in de strafzaak tegen een andere verdachte in ruil voor de toezegging dat bij de vervolging in zijn eigen strafzaak strafvermindering met toepassing van artikel 44a van het Wetboek van Strafrecht zal worden gevorderd. De afspraak heeft uitsluitend betrekking op het afleggen van een getuigenverklaring in het kader van een opsporingsonderzoek naar misdrijven, als omschreven in artikel 67, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering die gepleegd zijn in georganiseerd verband en gezien hun aard of de samenhang met andere door de verdachte begane misdrijven een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren of naar misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld. De afspraak heeft uitsluitend betrekking op strafvermindering als bedoeld in artikel 44a, tweede lid.
2. De voorgenomen afspraak is op schrift gesteld en bevat een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van:
a. de misdrijven waarover en zo mogelijk de verdachte tegen wie de getuige, bedoeld in het eerste lid, bereid is een getuigenverklaring af te leggen; b. de strafbare feiten waarvoor de getuige in de zaak waarin hij zelf verdachte is, zal worden vervolgd en op welke die toezegging betrekking heeft; c. de voorwaarden die aan de getuige, tevens verdachte, worden gesteld en waaraan deze bereid is te voldoen; d. de inhoud van de toezegging van de officier van justitie.
3. Op vordering van de officier van justitie toetst de rechter-commissaris de rechtmatigheid van de in het tweede lid bedoelde afspraak. De officier van justitie verschaft de rechter-commissaris de gegevens die hij voor de beoordeling daarvan behoeft.
4. Van afspraken die niet worden aangemerkt als een afspraak, bedoeld in het eerste lid, en die voor het onderzoek in de zaak van betekenis kunnen zijn, wordt proces-verbaal opgemaakt. Dit proces-verbaal wordt door de officier van justitie ten spoedigste bij de processtukken gevoegd.
Uitleg in duidelijke taal
1. De officier van justitie geeft aan de rechter-commissaris kennis van de afspraak die hij voornemens is te maken met een verdachte die bereid is een getuigenverklaring af te leggen in de strafzaak tegen een andere verdachte in ruil voor de toezegging dat bij de vervolging in zijn eigen strafzaak strafvermindering met toepassing van artikel 44a van het Wetboek van Strafrecht zal worden gevorderd. De afspraak heeft uitsluitend betrekking op het afleggen van een getuigenverklaring in het kader van een opsporingsonderzoek naar misdrijven, als omschreven in artikel 67, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering die gepleegd zijn in georganiseerd verband en gezien hun aard of de samenhang met andere door de verdachte begane misdrijven een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren of naar misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld. De afspraak heeft uitsluitend betrekking op strafvermindering als bedoeld in artikel 44a, tweede lid.
Dit lid bepaalt dat de officier van justitie de rechter-commissaris moet informeren over een geplande afspraak. Deze afspraak wordt gemaakt met een verdachte die bereid is een getuigenverklaring af te leggen in de strafzaak van een andere verdachte. In ruil hiervoor doet de officier van justitie de toezegging dat in de eigen strafzaak van de getuige-verdachte een vordering tot strafvermindering zal worden gedaan, conform artikel 44a van het Wetboek van Strafrecht. De afspraak mag alleen gaan over het afleggen van een getuigenverklaring tijdens een opsporingsonderzoek naar specifieke misdrijven. Dit zijn misdrijven zoals genoemd in artikel 67, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, die in georganiseerd verband zijn gepleegd en door hun aard of samenhang met andere misdrijven van de verdachte een ernstige inbreuk op de rechtsorde vormen. Het kan ook gaan om misdrijven waarvoor wettelijk een gevangenisstraf van acht jaar of meer is vastgesteld. De toezegging voor strafvermindering betreft uitsluitend de strafvermindering zoals omschreven in artikel 44a, tweede lid.
2. De voorgenomen afspraak is op schrift gesteld en bevat een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van:
Dit lid stelt dat de geplande afspraak schriftelijk moet worden vastgelegd. Deze schriftelijke vastlegging moet een zo precies mogelijke beschrijving bevatten van de hierna volgende punten:
a. de misdrijven waarover en zo mogelijk de verdachte tegen wie de getuige, bedoeld in het eerste lid, bereid is een getuigenverklaring af te leggen;
Dit onderdeel preciseert dat de schriftelijke afspraak moet omschrijven over welke misdrijven de getuige (de verdachte uit het eerste lid) een verklaring wil afleggen, en indien mogelijk, tegen welke specifieke verdachte deze verklaring gericht zal zijn.
b. de strafbare feiten waarvoor de getuige in de zaak waarin hij zelf verdachte is, zal worden vervolgd en op welke die toezegging betrekking heeft;
Dit onderdeel vereist een omschrijving van de strafbare feiten waarvoor de getuige zelf vervolgd zal worden in zijn eigen strafzaak, en op welke van deze feiten de toezegging tot strafvermindering van toepassing is.
c. de voorwaarden die aan de getuige, tevens verdachte, worden gesteld en waaraan deze bereid is te voldoen;
Dit onderdeel bepaalt dat de voorwaarden die aan de getuige (die ook verdachte is) worden opgelegd, en waarmee deze heeft ingestemd om aan te voldoen, moeten worden omschreven.
d. de inhoud van de toezegging van de officier van justitie.
Dit onderdeel stelt dat de precieze inhoud van de toezegging die de officier van justitie doet, moet worden omschreven.
3. Op vordering van de officier van justitie toetst de rechter-commissaris de rechtmatigheid van de in het tweede lid bedoelde afspraak. De officier van justitie verschaft de rechter-commissaris de gegevens die hij voor de beoordeling daarvan behoeft.
Dit lid bepaalt dat de rechter-commissaris, als de officier van justitie daarom verzoekt (op vordering), moet controleren of de afspraak zoals omschreven in het tweede lid, wettelijk toelaatbaar is (rechtmatigheid). De officier van justitie is verplicht om de rechter-commissaris alle informatie te geven die nodig is voor deze beoordeling.
4. Van afspraken die niet worden aangemerkt als een afspraak, bedoeld in het eerste lid, en die voor het onderzoek in de zaak van betekenis kunnen zijn, wordt proces-verbaal opgemaakt. Dit proces-verbaal wordt door de officier van justitie ten spoedigste bij de processtukken gevoegd.
Dit lid stelt dat als er andere afspraken worden gemaakt die niet vallen onder de specifieke definitie van een afspraak zoals bedoeld in het eerste lid, maar die wel belangrijk kunnen zijn voor het onderzoek in de zaak, hiervan een officieel verslag (proces-verbaal) moet worden opgemaakt. De officier van justitie moet dit proces-verbaal zo snel mogelijk toevoegen aan de documenten van de strafzaak (processtukken).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:600
ECLI:NL:HR:2019:601
ECLI:NL:HR:2019:602 - Kroongetuigenregeling en Levenslange Gevangenisstraf: Hoge Raad verwerpt cassatieberoep Passageproces
De Hoge Raad oordeelt dat de kroongetuigenregeling (art. 226g Sv) correct is toegepast. Toezeggingen over ontneming en getuigenbescherming vallen buiten de rechterlijke toetsing van de deal. De levenslange gevangenisstraf, inclusief het huidige herbeoordelingsmechanisme na 25 jaar, is niet in strijd met artikel 3 EVRM.
ECLI:NL:HR:2019:604 - Grenzen van kroongetuigendeals: toezeggingen, ontneming en getuigenbescherming
De Hoge Raad verduidelijkt de wettelijke grenzen van toezeggingen aan kroongetuigen. Afspraken over getuigenbescherming en een gemotiveerd besluit tot niet-ontneming vallen buiten de strikte, rechterlijk getoetste deal over strafvermindering, maar vereisen wel transparantie naar de rechter-commissaris.
ECLI:NL:HR:2019:603 - Hoge Raad: Kroongetuigenafspraken en Levenslange Gevangenisstraf in Passageproces Toelaatbaar
De Hoge Raad oordeelt dat de in het Passageproces gesloten kroongetuigenovereenkomsten, inclusief afspraken over bescherming en ontneming, rechtmatig zijn. Ook de opgelegde levenslange gevangenisstraf is, met de bestaande herbeoordelingsprocedure, niet in strijd met het EVRM. De veroordeling blijft in stand.
ECLI:NL:HR:2018:64 - Motiveringsplicht rechter bij afspraak met getuige (art. 226g Sv)
De motiveringsplicht van de rechter (art. 360 lid 2 Sv) bij gebruik van een verklaring van een getuige met een toezegging, ziet op de betrouwbaarheid van die verklaring. De rechtmatigheid van de afspraak hoeft niet gemotiveerd, tenzij de verdediging hierover een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt inneemt.
ECLI:NL:HR:2022:1328 - Onrechtmatige vervolgingstoezegging door politie: vormverzuim zonder bewijsuitsluiting
Een toezegging door een politieagent aan een getuige dat zij niet vervolgd wordt, is een onrechtmatig vormverzuim. Dit leidt echter niet noodzakelijk tot bewijsuitsluiting of niet-ontvankelijkheid, zolang het recht op een eerlijk proces voor de verdachte gewaarborgd blijft.