Artikel 14 (Schorsing vervolging burgerrechtelijk geschilpunt)
1. Indien de waardeering van het te laste gelegde feit afhangt van de beoordeeling van een geschilpunt van burgerlijk recht, kan de rechter, in welken stand der vervolging ook, de vervolging voor een bepaalden tijd schorsen, ten einde de uitspraak van den burgerlijken rechter over het geschilpunt af te wachten.
2. De schorsing kan telkens voor een bepaalden tijd worden verlengd en te allen tijde worden opgeheven.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien de waardeering van het te laste gelegde feit afhangt van de beoordeeling van een geschilpunt van burgerlijk recht, kan de rechter, in welken stand der vervolging ook, de vervolging voor een bepaalden tijd schorsen, ten einde de uitspraak van den burgerlijken rechter over het geschilpunt af te wachten.
Dit betekent dat wanneer de beoordeling (waardeering) van het feit dat iemand wordt verweten (het te laste gelegde feit) afhankelijk is van de beslissing over een punt van onenigheid (geschilpunt) dat onder het burgerlijk recht valt, de rechter de strafvervolging (vervolging) tijdelijk mag stopzetten (schorsen). Dit kan in elke fase (stand der vervolging) van de strafzaak gebeuren. Het doel hiervan is om te wachten op de beslissing (uitspraak) van de rechter die oordeelt over burgerlijke zaken (den burgerlijken rechter) aangaande dat specifieke geschilpunt.
2. De schorsing kan telkens voor een bepaalden tijd worden verlengd en te allen tijde worden opgeheven.
Dit houdt in dat de eerdergenoemde schorsing van de vervolging steeds opnieuw voor een vastgestelde periode kan worden verlengd. Bovendien kan deze schorsing op elk willekeurig moment worden beëindigd (opgeheven).