Artikel 12. Verplichtingen van de subsidieontvanger
1. Een activiteit waarvoor op grond van deze regeling een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, wordt binnen achtenveertig maanden na het geven van de beschikking tot subsidieverlening uitgevoerd.
2. De minister kan op verzoek van de aanvrager de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste één jaar verlengen, indien sprake is van onvoorziene omstandigheden op grond waarvan het aannemelijk is dat niet aan de in het eerste lid genoemde termijn kan worden voldaan.
3. De minister kan op verzoek van de aanvrager de in het eerste lid genoemde termijn voor aanvragen op grond van artikel 2, eerste en tweede lid, verlengen tot een jaar nadat de versterkingsmaatregelen aan het gebouw zijn uitgevoerd, indien dat later is dan de in het eerste lid genoemde termijn.
4. De subsidieontvanger houdt alle facturen en betalingsbewijzen met betrekking tot de activiteiten waarvoor de subsidie is vastgesteld gedurende drie jaar na vaststelling van de subsidie beschikbaar. De minister kan gedurende deze drie jaar op elk moment verzoeken om deze gegevens.