Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemene bepalingen
Titel IX. Betekenis van sommige in het wetboek voorkomende uitdrukkingen
Artikel 88

Artikel 88 (Betekenis maand en dag Strafrecht)

Laatste versie

Onder maand wordt verstaan een tijd van dertig dagen, onder dag, behoudens voor de toepassing van de Algemene termijnenwet, een tijd van vierentwintig uren.

Details

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2025. Zie het overzicht van wijzigingen]

Uitleg in duidelijke taal

Onder maand wordt verstaan een tijd van dertig dagen, onder dag, behoudens voor de toepassing van de Algemene termijnenwet, een tijd van vierentwintig uren.

Dit artikel bepaalt dat voor de toepassing van dit wetboek onder 'maand' een periode van dertig dagen wordt verstaan. Verder wordt onder 'dag' een periode van vierentwintig uren verstaan, behoudens wanneer de Algemene termijnenwet van toepassing is; in dat specifieke geval geldt de definitie van 'dag' zoals die in de Algemene termijnenwet is opgenomen.

Gerelateerde rechtspraak

Parket bij de Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:PHR:2024:1051 - Parket bij de Hoge Raad - 8 juli 2024

ECLI:NL:PHR:2024:10518 juli 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2023:10474 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 6 december 2023

ECLI:NL:GHARL:2023:104746 december 2023Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2012:BV5627 - Het begrip 'maand' bij rijontzegging in de Wegenverkeerswet 1994 - 9 april 2012

ECLI:NL:HR:2012:BV56279 april 2012Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat voor een op grond van artikel 179 Wegenverkeerswet 1994 opgelegde ontzegging van de rijbevoegdheid, het begrip 'maand' moet worden uitgelegd als een periode van 30 dagen. Dit is conform de definitie in artikel 88 van het Wetboek van Strafrecht.

Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1023 - Hoge Raad: Berekening strafruimte jeugdstrafrecht bij ongelijktijdige berechting (art. 63 Sr) - 1 juli 2019

ECLI:NL:HR:2019:10231 juli 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad formuleert een stapsgewijze berekeningsmethode voor de toepassing van art. 63 Sr wanneer een jeugdige na het plegen van een feit is veroordeeld onder zowel jeugd- als volwassenenstrafrecht. Veroordelingen onder het volwassenenstrafrecht tellen niet mee voor de aftrek.

StrafrechtJeugdstrafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AF5834 - Hoge Raad - 7 april 2003

ECLI:NL:HR:2003:AF58347 april 2003Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2024:1174 - Parket bij de Hoge Raad - 4 november 2024

ECLI:NL:PHR:2024:11744 november 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2024:471 - Parket bij de Hoge Raad - 20 mei 2024

ECLI:NL:PHR:2024:47120 mei 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2024:315 - Parket bij de Hoge Raad - 8 april 2024

ECLI:NL:PHR:2024:3158 april 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2024:844 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 24 januari 2024

ECLI:NL:GHARL:2024:84424 januari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1708 - Hoge Raad - 22 november 2021

ECLI:NL:HR:2021:170822 november 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak