Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemene bepalingen
Titel IV. Poging en voorbereiding
Artikel 46

Artikel 46 (Strafbaarheid voorbereiding zware misdrijven)

Laatste versie

1. Voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld is strafbaar, wanneer de dader opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen bestemd tot het begaan van dat misdrijf verwerft, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of voorhanden heeft.

2. Het maximum van de hoofdstraffen op het misdrijf gesteld wordt bij voorbereiding met de helft verminderd.

3. Geldt het een misdrijf waarop levenslange gevangenisstraf is gesteld, dan wordt gevangenisstraf opgelegd van ten hoogste vijftien jaren.

4. De bijkomende straffen zijn voor voorbereiding dezelfde als voor het voltooide misdrijf.

5. Onder voorwerpen worden verstaan alle zaken en alle vermogensrechten.

Uitleg in duidelijke taal

1. Voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld is strafbaar, wanneer de dader opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen bestemd tot het begaan van dat misdrijf verwerft, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of voorhanden heeft.

Dit lid bepaalt dat de voorbereiding van een misdrijf strafbaar is, indien aan twee voorwaarden is voldaan. Ten eerste moet het gaan om een misdrijf waarvoor, volgens de wettelijke omschrijving, een gevangenisstraf van acht jaren of langer is vastgesteld. Ten tweede moet de dader opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen, die bestemd zijn voor het plegen van dat specifieke misdrijf, verwerven, vervaardigen, invoeren, doorvoeren, uitvoeren of voorhanden hebben.

2. Het maximum van de hoofdstraffen op het misdrijf gesteld wordt bij voorbereiding met de helft verminderd.

Dit betekent dat wanneer iemand wordt veroordeeld voor voorbereiding, het maximum van de hoofdstraffen die voor het voltooide misdrijf gelden, met de helft wordt verlaagd.

3. Geldt het een misdrijf waarop levenslange gevangenisstraf is gesteld, dan wordt gevangenisstraf opgelegd van ten hoogste vijftien jaren.

Dit lid specificeert dat als de voorbereiding een misdrijf betreft waarop een levenslange gevangenisstraf staat, voor deze voorbereiding een gevangenisstraf van maximaal vijftien jaren kan worden opgelegd.

4. De bijkomende straffen zijn voor voorbereiding dezelfde als voor het voltooide misdrijf.

Dit houdt in dat de bijkomende straffen die voor voorbereiding kunnen worden opgelegd, identiek zijn aan de bijkomende straffen die gelden voor het voltooide misdrijf.

5. Onder voorwerpen worden verstaan alle zaken en alle vermogensrechten.

Dit lid geeft een definitie van 'voorwerpen' zoals bedoeld in dit artikel: hieronder vallen zowel alle fysieke zaken als alle vermogensrechten.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad102x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:1111 - Hoge Raad verruimt criteria voor eendaadse samenloop en voortgezette handeling

ECLI:NL:HR:2017:111120 juni 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verruimt de criteria voor eendaadse samenloop en de voortgezette handeling. De focus verschuift van de juridische strekking van delicten naar de feitelijke samenhang van de gedragingen en de vraag of de verdachte in wezen één verwijt wordt gemaakt.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtLetselschaderecht
Hoge Raad87x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:AZ0213

ECLI:NL:HR:2007:AZ021320 februari 2007Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad79x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:416 - Voorbereiding terroristisch misdrijf: oogmerk volstaat, concrete plannen niet vereist

ECLI:NL:HR:2017:41614 maart 2017Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak

Voor voorbereiding van een terroristisch misdrijf (art. 96 lid 2 Sr) is het oogmerk van de verdachte voldoende. Het is niet vereist dat het misdrijf naar tijd, plaats en wijze van uitvoering concreet vaststaat. Ook wordt 'werven van gelden' (art. 140 lid 4 Sr) uitgelegd.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad59x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BZ1956

ECLI:NL:HR:2013:BZ195612 februari 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad53x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:900 - Rechtmatigheid Ennetcom-data en rechterlijke machtiging voor gebruik in strafzaken

ECLI:NL:HR:2022:90028 juni 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat Ennetcom-data, verkregen via een rechtshulpverzoek, rechtmatig is als voldaan wordt aan de door de buitenlandse rechter gestelde voorwaarden, zoals een Nederlandse rechterlijke machtiging. Het Wetboek van Strafvordering verzet zich niet tegen een dergelijke machtigingsprocedure.

StrafrechtStrafprocesrecht, Internationaal Strafrecht
Hoge Raad50x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1503

ECLI:NL:HR:2015:15039 juni 2015Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad41x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:1115 - Hoge Raad verruimt criteria voor eendaadse samenloop en voortgezette handeling

ECLI:NL:HR:2017:111520 juni 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad verruimt het toepassingsbereik van eendaadse samenloop en de voortgezette handeling. Een enigszins uiteenlopende strekking van strafbepalingen staat toepassing niet in de weg. Beslissend is of de gedragingen zodanig samenhangen dat de verdachte in wezen één verwijt wordt gemaakt.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht, Financieel Economisch Strafrecht
Hoge Raad27x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1258 - Voorbereiding moord: identificatie van specifiek slachtoffer is niet vereist

ECLI:NL:HR:2021:125821 september 2021Dit wetsartikel wordt 9 keer genoemd in deze uitspraak

Voor een veroordeling wegens voorbereiding van moord is niet vereist dat het beoogde slachtoffer vaststaat. Voldoende is dat met genoegzame bepaaldheid blijkt dat de handelingen en middelen gericht waren op het plegen van moord en dat het opzet van de verdachte daarop was gericht.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad34x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:1114 - Overzichtsarrest Samenloop: Hoge Raad verruimt criteria eendaadse samenloop en voortgezette handeling

ECLI:NL:HR:2017:111420 juni 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad stelt dat een enigszins uiteenlopende strekking van strafbepalingen eendaadse samenloop of een voortgezette handeling niet uitsluit. Bepalend is of de gedragingen een samenhangend feitencomplex vormen waarvoor de verdachte in wezen één verwijt wordt gemaakt, wat een verruiming van de toepassing inhoudt.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad33x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BO6691

ECLI:NL:HR:2011:BO66915 april 2011Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak