Artikel 350 (Opzettelijke wederrechtelijke vernieling goederen en dieren)
1. Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. Met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of een geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft hij die opzettelijk en wederrechtelijk een dier dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, doodt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt.
Uitleg in duidelijke taal
1. Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Dit artikelonderdeel stelt dat een persoon die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of een geldboete van de vierde categorie.
2. Met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of een geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft hij die opzettelijk en wederrechtelijk een dier dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, doodt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt.
Dit artikelonderdeel bepaalt dat een persoon wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of een geldboete van de vijfde categorie, indien deze persoon opzettelijk en wederrechtelijk een dier dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, doodt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:793 - Overzichtsarrest vordering benadeelde partij: schadebegroting en motivering - 27 mei 2019
De Hoge Raad geeft een overzicht van de regels voor de vordering van de benadeelde partij. Dat de omvang van schade is geschat (art. 6:97 BW), staat toewijzing niet in de weg, mits de rechter zijn oordeel toereikend motiveert aan de hand van vaststaande feiten.
ECLI:NL:GHDHA:2024:1303 - Gerechtshof Den Haag - 18 juli 2024
ECLI:NL:HR:1995:ZD0095 - Hoge Raad - 26 juni 1995
ECLI:NL:RBMNE:2024:3145 - Rechtbank Midden-Nederland - 20 mei 2024
ECLI:NL:HR:2021:840 - Kosten camerasysteem zijn rechtstreekse schade bij belaging - 14 juni 2021
De kosten voor het plaatsen van een camerasysteem kunnen rechtstreekse schade vormen in de zin van artikel 51f Sv. Als een slachtoffer van belaging uit angst en een onveiligheidsgevoel camera's installeert, is er voldoende causaal verband met het strafbare feit voor toewijzing van de schadevergoeding.
ECLI:NL:PHR:2024:55 - Parket bij de Hoge Raad - 22 januari 2024
ECLI:NL:HR:2017:26 - Hoge Raad - 9 januari 2017
ECLI:NL:HR:2023:1741 - Onjuiste toepassing OM-richtlijn leidt tot vernietiging niet-ontvankelijkheid - 18 december 2023
De Hoge Raad oordeelt dat een gerechtshof ten onrechte de ten tijde van de uitspraak geldende OM-richtlijn toepaste. Voor de beoordeling van de vervolgingsbeslissing is de richtlijn van toepassing die gold ten tijde van de tenlastegelegde gedraging, niet een latere versie.
ECLI:NL:HR:2018:1068 - Eendaadse samenloop bij poging inbraak met vernieling - 2 juli 2018
Het gelijktijdig pogen in te breken en daarbij goederen vernielen kan eendaadse samenloop (art. 55 Sr) opleveren. Wanneer de handelingen een samenhangend feitencomplex vormen waarvoor één verwijt wordt gemaakt en de strekking van de delicten niet wezenlijk uiteenloopt, is meerdaadse samenloop niet vanzelfsprekend.