Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel XXIV. Verduistering
Artikel 322

Artikel 322 (Verduistering door dienstbetrekking, beroep of vergoeding)

Laatste versie

Verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking of van zijn beroep, of tegen geldelijke vergoeding onder zich heeft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Uitleg in duidelijke taal

Verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking of van zijn beroep, of tegen geldelijke vergoeding onder zich heeft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Dit artikel stelt dat de persoon die een goed verduistert dat hij onder zich heeft vanwege zijn persoonlijke dienstbetrekking, zijn beroep, of tegen geldelijke vergoeding, gestraft wordt met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of een geldboete van de vijfde categorie.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad94x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:812

ECLI:NL:HR:2021:8121 juni 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2016

ECLI:NL:HR:2018:20166 november 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BV5575

ECLI:NL:HR:2012:BV557510 april 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:1449

ECLI:NL:HR:2015:14492 juni 2015Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AV1628

ECLI:NL:HR:2006:AV162825 april 2006Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1382 - Aansprakelijkheid rechtspersoon sluit daderschap van vertegenwoordiger niet uit

ECLI:NL:HR:2016:13825 juli 2016Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Het daderschap van een natuurlijk persoon (vertegenwoordiger) staat niet in de weg aan het daderschap van de rechtspersoon. Het oordeel dat de vertegenwoordiger alle strafbare handelingen verrichtte, ontslaat de rechter niet van de plicht te toetsen aan de criteria voor toerekening aan de rechtspersoon.

StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1171

ECLI:NL:HR:2020:117130 juni 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3368

ECLI:NL:HR:2015:336824 november 2015Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2023:1353

ECLI:NL:HR:2023:13533 oktober 2023Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:1096

ECLI:NL:HR:2014:109613 mei 2014Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak