Artikel 311 (Gekwalificeerde diefstal)
1. Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft:
1°. diefstal van vee uit de weide; 2°. diefstal bij gelegenheid van brand, ontploffing, watersnood, schipbreuk, stranding, spoorwegongeval, oproer, muiterij of oorlogsnood; 3°. diefstal in een woning of op een besloten erf waarop een woning staat, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt; 4°. diefstal door twee of meer verenigde personen; 5°. diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, of door listige kunstgrepen, of door een samenweefsel van verdichtsels; 6°. diefstal met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken.
2. Indien de onder 3° omschreven diefstal vergezeld gaat van een der in onder 4° en 5° vermelde omstandigheden, wordt gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd.
Uitleg in duidelijke taal
1. Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft:
Dit betekent dat de hierna onder 1° tot en met 6° genoemde vormen van diefstal worden gestraft met een gevangenisstraf van maximaal zes jaar of een geldboete van de vierde categorie.
1°. diefstal van vee uit de weide;
Dit betreft diefstal van vee dat zich in een weide bevindt.
2°. diefstal bij gelegenheid van brand, ontploffing, watersnood, schipbreuk, stranding, spoorwegongeval, oproer, muiterij of oorlogsnood;
Dit betreft diefstal die gepleegd wordt tijdens specifieke noodsituaties, namelijk brand, ontploffing, watersnood, schipbreuk, stranding, een spoorwegongeval, oproer, muiterij of oorlogsnood.
3°. diefstal in een woning of op een besloten erf waarop een woning staat, door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt;
Dit betreft diefstal gepleegd in een woning of op een afgesloten erf waar een woning staat, door een persoon die daar aanwezig is zonder medeweten of tegen de wil van de eigenaar of bewoner (de rechthebbende).
4°. diefstal door twee of meer verenigde personen;
Dit betreft diefstal die wordt gepleegd door twee of meer personen die daartoe verenigd zijn (samenspannen).
5°. diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, of door listige kunstgrepen, of door een samenweefsel van verdichtsels;
Dit betreft diefstal waarbij de schuldige persoon zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft, of het goed dat hij wilde wegnemen onder zijn bereik heeft gebracht, door middel van braak (het forceren van een toegang), verbreking (het kapotmaken van iets om binnen te komen), inklimming (het naar binnen klimmen), het gebruik van valse sleutels, een valse order (een nepbevel), het aannemen van een valse naam of een valse hoedanigheid (zich voordoen als iemand anders of een andere rol aannemen), listige kunstgrepen (slimme trucs), of een samenweefsel van verdichtsels (een reeks leugens).
6°. diefstal met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken.
Dit betreft diefstal die wordt gepleegd met de bedoeling (het oogmerk) om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of het plegen ervan gemakkelijker te maken.
2. Indien de onder 3° omschreven diefstal vergezeld gaat van een der in onder 4° en 5° vermelde omstandigheden, wordt gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd.
Dit betekent dat als de diefstal die omschreven is onder lid 1, sub 3° (diefstal in een woning of op een besloten erf), samenvalt met (vergezeld gaat van) een van de omstandigheden die genoemd zijn onder lid 1, sub 4° (diefstal door twee of meer verenigde personen) en/of lid 1, sub 5° (diefstal met braak, valse sleutels, etc.), dan wordt een zwaardere straf opgelegd, namelijk een gevangenisstraf van maximaal negen jaar of een geldboete van de vijfde categorie.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2014:3474
ECLI:NL:HR:2019:793
ECLI:NL:HR:2020:1889 - Hoge Raad nuanceert beoordelingskader vormverzuimen artikel 359a Sv
De Hoge Raad actualiseert de maatstaven voor de toepassing van artikel 359a Sv. Het arrest nuanceert de voorwaarden voor strafvermindering, bewijsuitsluiting en niet-ontvankelijkheid, waarbij het de eis van 'doelbewustheid' of 'grove veronachtzaming' voor niet-ontvankelijkheid bijstelt als het proces als geheel oneerlijk was.
ECLI:NL:HR:2016:1316 - Medeplegen van bankoverval door telefonische aansturing zonder fysieke aanwezigheid
Een cruciale, planmatige bijdrage vóór de uitvoering van een delict, zoals een telefoontje naar een 'insider' om een bankoverval te faciliteren, kan van voldoende gewicht zijn om als medeplegen te kwalificeren, ook zonder fysieke aanwezigheid van de verdachte tijdens de overval zelf.
ECLI:NL:HR:2016:1005 - Overzichtsarrest 80a RO: Actualisering van Selectie aan de Poort
Dit overzichtsarrest actualiseert de rechtspraak over artikel 80a RO. De Hoge Raad geeft een gedetailleerd overzicht van gevallen waarin cassatieberoep niet-ontvankelijk wordt verklaard wegens 'klaarblijkelijk onvoldoende belang' of omdat de klachten 'klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden', inclusief de specifieke klacht over de redelijke termijn.
ECLI:NL:HR:2014:3637
ECLI:NL:HR:2019:1465 - Woninginbraak en emotionele waarde: niet automatisch recht op smartengeld
De Hoge Raad oordeelt dat voor toekenning van immateriële schade na een woninginbraak meer nodig is dan de inbreuk op privacy en het verlies van goederen met emotionele waarde. Er moet sprake zijn van een concreet onderbouwde 'aantasting in de persoon'.
ECLI:NL:HR:2017:3022 - Medeplegen inbraak: het bewijsrisico van zwijgen bij belastende omstandigheden
Het aantreffen van een verdachte kort na een inbraak met medeverdachten, de buit en weggegooide inbrekerswerktuigen, kan voldoende zijn voor een bewezenverklaring van medeplegen, zeker als de verdachte geen redelijke, die omstandigheden ontzenuwende verklaring geeft.
ECLI:NL:HR:2020:187
ECLI:NL:HR:2016:2126 - Medeplegen bij Poging Inbraak: Rol van Chauffeur en Uitkijk Voldoende
Een combinatie van rollen – zoals chauffeur, verkenner en op de uitkijk staan – kan kwalificeren als medeplegen van een poging tot inbraak. Een intellectuele en/of materiële bijdrage is van voldoende gewicht als sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking en een gezamenlijk plan.