Artikel 288 (Gekwalificeerde doodslag)
Doodslag gevolgd, vergezeld of voorafgegaan van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers aan dat feit hetzij straffeloosheid hetzij het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren, wordt gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Uitleg in duidelijke taal
Doodslag gevolgd, vergezeld of voorafgegaan van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers aan dat feit hetzij straffeloosheid hetzij het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren, wordt gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
doodslag
die wordt gepleegd in samenhang met een ander strafbaar feit
. Specifiek betreft het doodslag
die:
gevolgd wordt door
,vergezeld gaat van
, ofvoorafgegaan wordt door
eenstrafbaar feit
, éngepleegd is met het oogmerk om
:- de
uitvoering van dat
anderestrafbare feit voor te bereiden of gemakkelijk te maken
, óf bij betrapping op heter daad
(tijdens dat andere feit),aan zichzelf of andere deelnemers aan dat feit hetzij straffeloosheid
(impuniteit)hetzij het bezit van het wederrechtelijk verkregene
(de buit)te verzekeren
(veilig te stellen). De dader van dergelijkedoodslag wordt gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke
gevangenisstrafvan ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie
.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:780 - Hof mag deskundigenrapport over valse bekentenis gemotiveerd terzijde schuiven
De feitenrechter mag een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt over de onbetrouwbaarheid van bekentenissen, gebaseerd op een deskundigenrapport, passeren. De motiveringsplicht vereist dat de rechter de redenen opgeeft voor de afwijking, bijvoorbeeld door te wijzen op de spontaniteit van de bekentenis en steunbewijs.
ECLI:NL:HR:2021:218 - Inzage in OM-journaal: noodzakelijkheidscriterium en de grenzen van dossierinzage
De Hoge Raad oordeelt dat een verzoek om inzage in interne OM-stukken wordt getoetst aan het noodzakelijkheidscriterium. De relevantie voor de rechterlijke beslissing is bepalend, niet de interne aard van het stuk. De afwijzing van inzage was in dit geval niet onbegrijpelijk.
ECLI:NL:HR:2018:304
ECLI:NL:HR:2020:1092 - Schending artikel 3 EVRM: Strafvermindering ook zonder schending eerlijk proces
Een ernstige schending van artikel 3 EVRM (onmenselijke behandeling) door opsporingsambtenaren kan leiden tot strafvermindering op grond van artikel 359a Sv, ook als het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM) niet is geschonden en de verdachte niet in zijn verdediging is geschaad.
ECLI:NL:HR:2021:1049 - Medeplegen Vluchtmisdrijf: Samenwerking bij Moord Impliceert Samenwerking bij Vlucht
De nauwe en bewuste samenwerking bij eerdere levensdelicten kan doorwerken naar de vluchtfase. Handelingen tijdens de vlucht, zoals schieten op politie om aanhouding te voorkomen, kunnen aan alle inzittenden van de vluchtauto worden toegerekend als medeplegen, ook zonder vast te stellen wie schoot.
ECLI:NL:HR:2019:1893
ECLI:NL:HR:2022:1625 - Noodzakelijkheidscriterium en motiveringsplicht bij afwijzing verzoek horen deskundigen
Een afwijzing van een verzoek om deskundigen te horen, gebaseerd op het noodzakelijkheidscriterium, is onvoldoende gemotiveerd als de rechter enkel stelt voldoende voorgelicht te zijn, terwijl het verzoek is gebaseerd op nieuwe rapportages en concrete verschillen tussen de deskundigenadviezen.