Artikel 284 (Dwang, geweld, feitelijkheid, bedreiging geweld, bedreiging smaad)
1. Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft:
1°. hij die een ander door geweld of enige andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid, gericht hetzij tegen die ander hetzij tegen derden, wederrechtelijk dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden; 2°. hij die een ander door bedreiging met smaad of smaadschrift dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden.
2. In het geval onder 2° omschreven wordt het misdrijf niet vervolgd dan op klacht van hem tegen wie het gepleegd is.
Uitleg in duidelijke taal
1. Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft:
Dit betekent letterlijk dat de hierna omschreven gedragingen bestraft worden met een gevangenisstraf van maximaal twee jaar of een geldboete van de vierde categorie.
1°. hij die een ander door geweld of enige andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid, gericht hetzij tegen die ander hetzij tegen derden, wederrechtelijk dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden;
wederrechtelijk dwingt
(onrechtmatig dwingt) om iets te doen, iets niet te doen, of iets te dulden
(gedogen). Deze dwang moet worden uitgeoefend:
- door
geweld
(fysiek geweld) ofenige andere feitelijkheid
(een andere daadwerkelijke handeling); - of door
bedreiging met geweld
ofbedreiging met enige andere feitelijkheid
. Dezegeweld
,feitelijkheid
, ofbedreiging
kan gericht zijnhetzij tegen die ander
(de persoon die gedwongen wordt)hetzij tegen derden
(andere personen).
2°. hij die een ander door bedreiging met smaad of smaadschrift dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden.
Dit onderdeel specificeert dat eveneens gestraft wordt: de persoon die een ander dwingt om iets te doen, iets niet te doen, of iets te dulden
. In dit geval wordt de dwang uitgeoefend door bedreiging met smaad
(dreiging met eerroof of laster) of bedreiging met smaadschrift
(dreiging met schriftelijke smaad of laster).
2. In het geval onder 2° omschreven wordt het misdrijf niet vervolgd dan op klacht van hem tegen wie het gepleegd is.
Dit lid bepaalt dat voor het misdrijf
omschreven onder lid 1, sub 2° (dwang door bedreiging met smaad of smaadschrift), vervolging alleen plaatsvindt op klacht
. Dit betekent dat de persoon tegen wie het misdrijf is gepleegd (hem tegen wie het gepleegd is
) een formele klacht moet indienen voordat de officier van justitie tot vervolging kan overgaan. Zonder een dergelijke klacht
wordt het misdrijf niet vervolgd
.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2022:969 - Deelneming aan criminele organisatie Hells Angels: bijdrage en wetenschap - 4 juli 2022
Deelneming aan een criminele organisatie (art. 140 Sr) vereist een aandeel in gedragingen die het criminele oogmerk ondersteunen. Het bijwonen van vergaderingen waar strafbare feiten worden besloten en het lopen van wacht bij een clubhuis zijn gedragingen waaruit zowel de bijdrage als de wetenschap kan worden afgeleid.
ECLI:NL:HR:1984:AC8252 - Hoge Raad - 16 januari 1984
ECLI:NL:PHR:2024:1109 - Parket bij de Hoge Raad - 21 oktober 2024
ECLI:NL:HR:2020:568 - Wederrechtelijke dwang: woorden als feitelijkheid in de zin van art. 284 Sr - 6 april 2020
De Hoge Raad oordeelt dat het uitspreken van woorden een 'andere feitelijkheid' kan zijn die dwingt tot dulden (art. 284 Sr). Iemand die zich voordoet als politieagent en een gruwelijke boodschap brengt, schept een situatie waaraan het slachtoffer zich redelijkerwijs niet kan onttrekken.
ECLI:NL:HR:2011:BO3400 - Bedreiging met geweld tegen een derde valt onder art. 285 Sr - 24 januari 2011
Voor een veroordeling wegens bedreiging (art. 285 Sr) is niet vereist dat het misdrijf waarmee wordt gedreigd, gericht is tegen de bedreigde zelf. Een bedreiging met geweld tegen een derde, zoals een familielid, kan ook de persoonlijke vrijheid van de geadresseerde aantasten en is dus strafbaar.
ECLI:NL:HR:2017:575 - LTTE als terroristische organisatie: geen exclusieve werking internationaal humanitair recht - 3 april 2017
In een niet-internationaal gewapend conflict sluit de toepasselijkheid van internationaal humanitair recht de toepassing van nationaal (commuun) strafrecht, zoals terrorismewetgeving, niet uit. Deelneming aan de LTTE kan daarom worden vervolgd als deelneming aan een terroristische organisatie onder de Nederlandse strafwet.
ECLI:NL:GHARL:2024:3557 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 27 mei 2024
ECLI:NL:HR:2005:AT5834 - Hoge Raad - 12 september 2005
ECLI:NL:HR:2023:1440 - Aanvang klachttermijn bij afdreiging en omzeiling klachtvereiste bij dwang - 16 oktober 2023
De klachttermijn voor afdreiging start na elk afzonderlijk delict; een 'voortdurende compromitterende situatie' stelt de aanvang niet uit. Ook bij vervolging voor algemene dwang is een klacht vereist als de bedreiging (mede) uit smaad of smaadschrift bestaat.