Artikel 269 (Klachtvereiste belediging en uitzonderingen)
1. Belediging, strafbaar krachtens deze titel, wordt niet vervolgd dan op klacht van hem tegen wie het misdrijf is gepleegd.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op de gevallen voorzien in artikel 267.
3. Het eerste lid is tevens niet van toepassing in geval van belediging van leden van algemeen vertegenwoordigende lichamen.
Uitleg in duidelijke taal
1. Belediging, strafbaar krachtens deze titel, wordt niet vervolgd dan op klacht van hem tegen wie het misdrijf is gepleegd.
Dit betekent dat belediging, die strafbaar is krachtens deze titel, alléén vervolgd wordt op klacht van hem tegen wie het misdrijf is gepleegd.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op de gevallen voorzien in artikel 267.
Dit betekent dat de regel uit het eerste lid, namelijk dat vervolging alleen plaatsvindt na een klacht, niet van toepassing is op de gevallen voorzien in artikel 267.
3. Het eerste lid is tevens niet van toepassing in geval van belediging van leden van algemeen vertegenwoordigende lichamen.
Dit betekent dat de regel uit het eerste lid tevens niet van toepassing is in geval van belediging van leden van algemeen vertegenwoordigende lichamen.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:1994:ZC8448
ECLI:NL:HR:2017:967 - Smaad: Wanneer is er sprake van 'ruchtbaarheid geven' bij brieven aan ambtenaren?
Het versturen van een smadelijke brief aan een hoge functionaris, die geacht wordt discreet te handelen, is onvoldoende om het 'kennelijk doel om ruchtbaarheid te geven' te bewijzen. Het hof moet nader motiveren waarom dit doel toch aanwezig was.
ECLI:NL:HR:2016:1198 - Smaad: Vage beschuldigingen en Nazi-vergelijkingen zijn geen 'bepaald feit'
Voor een veroordeling wegens smaad (art. 261 Sr) is vereist dat een 'bepaald feit' wordt tenlastegelegd. Algemene, beledigende beschuldigingen en vergelijkingen met Nazi-praktijken zijn onvoldoende concreet en kwalificeren niet als een dergelijk feit, waardoor een bewezenverklaring voor smaad niet mogelijk is.
ECLI:NL:HR:2020:1677 - Klachttermijn Smaad: Wens tot Vervolging Doorslaggevend, Niet Datum Aangifte
Voor een tijdige klacht bij een klachtdelict is de datum waarop de klachtgerechtigde zijn wens tot vervolging kenbaar maakt bepalend, niet de latere datum waarop de politie de formele aangifte opneemt. Een door de politie veroorzaakt uitstel komt niet voor rekening van de aangever.