Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel VIII. Misdrijven tegen het openbaar gezag
Artikel 205

Artikel 205 (Werving vreemde krijgsdienst of gewapende strijd)

Laatste versie

1. Hij die, zonder toestemming van de Koning, iemand voor vreemde krijgsdienst of gewapende strijd werft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

2. Indien de schuldige een van de strafbare feiten, omschreven in het eerste lid, in zijn beroep begaat, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

3. Indien de gewapende strijd waarvoor wordt geworven, het plegen van een terroristisch misdrijf inhoudt, wordt de gevangenisstraf, gesteld op het in het eerste lid omschreven feit, met een derde verhoogd.

Uitleg in duidelijke taal

1. Hij die, zonder toestemming van de Koning, iemand voor vreemde krijgsdienst of gewapende strijd werft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Dit lid bepaalt dat een persoon die, zonder toestemming van de Koning, een ander persoon werft voor vreemde krijgsdienst of gewapende strijd, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of een geldboete van de vijfde categorie.

2. Indien de schuldige een van de strafbare feiten, omschreven in het eerste lid, in zijn beroep begaat, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

Dit lid stelt dat indien de schuldige een van de strafbare feiten, omschreven in het eerste lid, in zijn beroep begaat, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

3. Indien de gewapende strijd waarvoor wordt geworven, het plegen van een terroristisch misdrijf inhoudt, wordt de gevangenisstraf, gesteld op het in het eerste lid omschreven feit, met een derde verhoogd.

Dit lid bepaalt dat indien de gewapende strijd waarvoor wordt geworven, het plegen van een terroristisch misdrijf inhoudt, de gevangenisstraf, die is gesteld op het in het eerste lid omschreven feit, met een derde wordt verhoogd.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad32x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:575 - LTTE als terroristische organisatie: geen exclusieve werking internationaal humanitair recht

ECLI:NL:HR:2017:5754 april 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

In een niet-internationaal gewapend conflict sluit de toepasselijkheid van internationaal humanitair recht de toepassing van nationaal (commuun) strafrecht, zoals terrorismewetgeving, niet uit. Deelneming aan de LTTE kan daarom worden vervolgd als deelneming aan een terroristische organisatie onder de Nederlandse strafwet.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Internationaal Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BP7585

ECLI:NL:HR:2011:BP758515 november 2011Dit wetsartikel wordt 19 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2023:819 - Werven voor de jihad: geleidelijke beïnvloeding is al voldoende

ECLI:NL:HR:2023:81913 juni 2023Dit wetsartikel wordt 17 keer genoemd in deze uitspraak

Voor 'werven voor de gewapende strijd' (art. 205 Sr) is de gedraging van de werver doorslaggevend. Een geleidelijk proces van beïnvloeding, het tonen van propagandamateriaal en aanmoedigen is voldoende. Het resultaat of de perceptie van de geworvene is niet van belang.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:897 - Werven voor gewapende strijd: de grens tussen strijder en ondersteuner

ECLI:NL:HR:2018:89712 juni 2018Dit wetsartikel wordt 13 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat 'werven voor gewapende strijd' (art. 205 Sr) een rechtstreekse inzet in de strijd vereist. Het werven voor ondersteunende taken, zoals het voeren van het huishouden voor een strijder, valt hier niet zonder meer onder.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:576 - LTTE en Terrorisme: Geen Combattantenimmuniteit in Niet-Internationaal Gewapend Conflict

ECLI:NL:HR:2017:5764 april 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat leden van een gewapende groepering in een niet-internationaal gewapend conflict, zoals de LTTE in Sri Lanka, geen combattantenimmuniteit genieten en vervolgd kunnen worden voor terrorisme onder Nederlands strafrecht, ook wanneer handelingen plaatsvinden in het kader van dat conflict.

Internationaal PubliekrechtVolkenrecht
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2019:832

ECLI:NL:HR:2019:83228 mei 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2017:577 - LTTE-zaak: Geen combattantenimmuniteit in niet-internationaal gewapend conflict

ECLI:NL:HR:2017:5774 april 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Deelnemers aan een niet-internationaal gewapend conflict, zoals de LTTE in Sri Lanka, genieten geen combattantenimmuniteit. Handelingen gepleegd in dit conflict kunnen daarom worden vervolgd onder de Nederlandse commune strafwetgeving, inclusief de terrorismewetgeving, naast het humanitair oorlogsrecht.

Internationaal PubliekrechtVolkenrecht, Mensenrechten
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Internationaal Strafrecht, Strafprocesrecht