Wetboek van Strafrecht

1. Hij die opzettelijk zaken, bestemd om voor de bevoegde macht tot overtuiging of bewijs te dienen, akten, bescheiden of registers die voortdurend of tijdelijk op openbaar gezag bewaard worden, of hetzij aan een ambtenaar, hetzij aan een ander in het belang van de openbare dienst zijn ter hand gesteld, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.

Dit betekent dat de persoon die opzettelijk de volgende zaken vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie:

• zaken, die bestemd om voor de bevoegde macht tot overtuiging of bewijs te dienen;
• akten, bescheiden of registers die voortdurend of tijdelijk op openbaar gezag bewaard worden;
• of zaken, akten, bescheiden of registers die hetzij aan een ambtenaar, hetzij aan een ander in het belang van de openbare dienst zijn ter hand gesteld.

2. Onder bevoegde macht wordt mede verstaan: een internationaal gerecht dat zijn rechtsmacht ontleent aan een verdrag waarbij het Koninkrijk partij is.

Dit betekent dat onder het begrip 'bevoegde macht' in dit artikel ook wordt begrepen (mede verstaan): een internationaal gerecht waarvan de rechtsmacht ontleent is aan een verdrag waarbij het Koninkrijk partij is.