Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Misdrijven
Titel VIII. Misdrijven tegen het openbaar gezag
Artikel 198

Artikel 198 (Onttrekken of vernielen beslagen goederen)

Laatste versie

1. Hij die opzettelijk enig goed aan het krachtens de wet daarop gelegd beslag of aan een gerechtelijke bewaring onttrekt of, wetende dat het daaraan onttrokken is, verbergt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.

2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk enig krachtens de wet in beslag genomen goed vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt.

3. Met dezelfde straf wordt gestraft de bewaarder die opzettelijk een van deze feiten pleegt of toelaat, of de dader als medeplichtige ter zijde staat.

Uitleg in duidelijke taal

1. Hij die opzettelijk enig goed aan het krachtens de wet daarop gelegd beslag of aan een gerechtelijke bewaring onttrekt of, wetende dat het daaraan onttrokken is, verbergt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.

Dit betekent letterlijk: Een persoon die opzettelijk enig goed aan het krachtens de wet daarop gelegd beslag of aan een gerechtelijke bewaring onttrekt, of die, wetende dat het daaraan onttrokken is, dit goed verbergt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.

2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk enig krachtens de wet in beslag genomen goed vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt.

Dit betekent letterlijk: Met dezelfde straf als genoemd in lid 1 wordt de persoon gestraft die opzettelijk enig krachtens de wet in beslag genomen goed vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt.

3. Met dezelfde straf wordt gestraft de bewaarder die opzettelijk een van deze feiten pleegt of toelaat, of de dader als medeplichtige ter zijde staat.

Dit betekent letterlijk: Met dezelfde straf als genoemd in de voorgaande leden wordt de bewaarder gestraft die opzettelijk een van de in lid 1 of lid 2 genoemde feiten pleegt of toelaat, of die de dader van zo'n feit als medeplichtige ter zijde staat.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2023:1527 - Verkoop beslagen aandelen niet automatisch strafbare onttrekking aan beslag

ECLI:NL:HR:2023:152710 november 2023Dit wetsartikel wordt 16 keer genoemd in deze uitspraak

De verkoop van een in beslag genomen goed is niet per definitie een 'onttrekking' in de zin van art. 198 Sr. Hiervoor zijn bijkomende omstandigheden vereist die de werking van het beslag als daad van openbaar gezag beperken, zoals het frustreren van verhaalsmogelijkheden.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Goederenrecht
StrafrechtMaterieel Strafrecht
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AV4007

ECLI:NL:HR:2006:AV400711 april 2006Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:1878 - Onttrekking aan beslag: mondelinge aankondiging deurwaarder onvoldoende voor rechtsgeldig beslag

ECLI:NL:HR:2021:187814 december 2021Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak

Voor een veroordeling wegens onttrekking aan beslag (art. 198 Sr) is vereist dat het beslag formeel rechtmatig is gelegd volgens de wettelijke voorschriften. Een louter mondelinge aankondiging door een deurwaarder, zonder betekening van een beslagexploot, is hiervoor onvoldoende.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:593 - Onttrekking aan beslag: formele fout en verkoop zonder verplaatsing volstaan

ECLI:NL:HR:2019:59316 april 2019Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

Het niet betekenen van een bodembeslag aan de derde-eigenaar tast de geldigheid van het beslag niet aan. Verkoop en levering van de beslagen goederen, ook zonder fysieke verplaatsing, kwalificeert als onttrekking aan beslag in de zin van artikel 198 Wetboek van Strafrecht.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1995:ZD0176

ECLI:NL:HR:1995:ZD017630 mei 1995Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Civiel RechtGoederenrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1137

ECLI:NL:HR:2022:11376 september 2022Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1969:AB4060

ECLI:NL:HR:1969:AB40607 oktober 1969Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BK2866

ECLI:NL:HR:2009:BK286622 december 2009Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:906 - Opzet bij bedrieglijke bankbreuk en verjaring bij schuldwitwassen

ECLI:NL:HR:2022:90621 juni 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het niet voeren van een administratie leidt niet automatisch tot het bewijs van opzet op benadeling van schuldeisers bij faillissementsfraude. De Hoge Raad benadrukt dat dit opzet, ook in voorwaardelijke vorm, specifiek moet worden gemotiveerd. Daarnaast wordt de verjaringstermijn voor schuldwitwassen toegepast.

StrafrechtFinancieel Economisch Strafrecht, Materieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:125

ECLI:NL:HR:2020:12528 januari 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak