Artikel 158 (Schuld brand, ontploffing, overstroming)
Hij aan wiens schuld brand, ontploffing of overstroming te wijten is, wordt gestraft: 1°. met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie, indien daardoor gemeen gevaar voor goederen ontstaat; 2°. met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie, indien daardoor levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander ontstaat; 3°. met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Uitleg in duidelijke taal
Hij aan wiens schuld brand, ontploffing of overstroming te wijten is, wordt gestraft:
De persoon aan wiens schuld het te wijten is dat een brand, ontploffing of overstroming ontstaat, wordt als volgt gestraft:
1°. met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie, indien daardoor gemeen gevaar voor goederen ontstaat;
met een gevangenisstraf van maximaal zes maanden of een geldboete van de vierde categorie, als door de brand, ontploffing of overstroming gemeen gevaar voor goederen ontstaat.
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie, indien daardoor levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander ontstaat;
met een gevangenisstraf van maximaal een jaar of een geldboete van de vierde categorie, als door de brand, ontploffing of overstroming levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een andere persoon ontstaat.
3°. met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.
met een gevangenisstraf van maximaal twee jaren of een geldboete van de vierde categorie, als het feit (de brand, ontploffing of overstroming) de dood van iemand tot gevolg heeft.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:PHR:2024:72 - Parket bij de Hoge Raad - 22 januari 2024
ECLI:NL:PHR:2024:73 - Parket bij de Hoge Raad - 22 januari 2024
ECLI:NL:HR:2005:AP8469 - Hoge Raad - 31 januari 2005
ECLI:NL:RBOVE:2024:4013 - Rechtbank Overijssel - 25 juli 2024
ECLI:NL:HR:2008:BD5013 - Hoge Raad - 30 juni 2008
ECLI:NL:PHR:2024:946 - Parket bij de Hoge Raad - 23 september 2024
ECLI:NL:HR:2005:AP4584 - Hoge Raad - 31 januari 2005
ECLI:NL:HR:2025:659 - Culpoze brandstichting: onvoldoende motivering schuld bij onduidelijke toedracht - 19 mei 2025
Voor een veroordeling wegens culpoze brandstichting (art. 158 Sr) is onvoldoende dat de brand door menselijk handelen is veroorzaakt. Het hof moet een specifieke, aanmerkelijk onvoorzichtige gedraging van de verdachte vaststellen. Het openlaten van een niet-culpabele mogelijkheid, zoals in slaap vallen, maakt de motivering ontoereikend.