Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Ten aanzien van hen die verblijven in een gebouwde onroerende zaak of een gedeelte daarvan, indien het exploot een vordering tot ontruiming daarvan door anderen dan gebruikers of gewezen gebruikers krachtens een persoonlijk of zakelijk recht betreft, zonder dat de naam en de woonplaats van degenen voor wie het exploot is bestemd, alsmede de persoon aan wie afschrift wordt gelaten, worden vermeld, geschiedt de betekening op de wijze als vermeld in artikel 47, met dien verstande dat voor «aan de woonplaats» in het eerste lid van dat artikel wordt gelezen: ter plaatse, en dat degenen voor wie het exploot bestemd is, daarin en op de envelop waarin een afschrift wordt achtergelaten of ter post wordt bezorgd, worden aangeduid als: zij die verblijven in de desbetreffende onroerende zaak of een gedeelte daarvan. Voorts wordt een uittreksel van het exploot zo spoedig mogelijk bekend gemaakt in een landelijk dagblad of in een dagblad verschijnend in de streek waarin de onroerende zaak gelegen is, onder vermelding van naam en kantooradres van de deurwaarder of van de advocaat van wie afschrift van het exploot kan worden verkregen.

Dit artikel beschrijft de procedure voor het betekenen (officieel overhandigen of bekendmaken) van een exploot (een officieel gerechtelijk stuk) onder specifieke omstandigheden. Het stelt het volgende:

De regeling is van toepassing met betrekking tot personen die verblijven in een gebouwde onroerende zaak (zoals een woning of bedrijfspand) of een gedeelte daarvan, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

1. Het exploot betreft een vordering tot ontruiming van die onroerende zaak.
2. Deze vordering tot ontruiming is ingesteld door "anderen dan gebruikers of gewezen gebruikers krachtens een persoonlijk of zakelijk recht". Dit betekent dat de eisende partij niet de huidige of voormalige gebruiker is die zijn recht op gebruik baseert op een persoonlijk of zakelijk recht (zoals een huurder of erfpachter), maar een andere partij (bijvoorbeeld een nieuwe eigenaar die ontruiming vordert van onbekende bewoners).
3. De naam en de woonplaats van degenen voor wie het exploot daadwerkelijk bestemd is (de feitelijke verblijvers in de onroerende zaak), alsmede de persoon aan wie een afschrift van het exploot wordt gelaten, worden niet in het exploot vermeld (omdat deze gegevens onbekend zijn).

Indien aan deze voorwaarden is voldaan, geschiedt de betekening op de wijze zoals vermeld in artikel 47 van dit wetboek, met de volgende specifieke aanpassingen:

• De zinsnede «aan de woonplaats» in het eerste lid van artikel 47 moet worden gelezen als: "ter plaatse" (dat wil zeggen, op de locatie van de onroerende zaak zelf).
• De personen voor wie het exploot bestemd is, moeten in het exploot zelf en op de envelop waarin een afschrift wordt achtergelaten of per post wordt bezorgd, worden aangeduid met de omschrijving: "zij die verblijven in de desbetreffende onroerende zaak of een gedeelte daarvan".

Verder schrijft het artikel voor dat een uittreksel van het exploot zo spoedig mogelijk bekend gemaakt moet worden. Deze bekendmaking dient te geschieden in een landelijk dagblad of in een dagblad dat verschijnt in de streek waarin de onroerende zaak gelegen is. In deze publicatie moeten de naam en het kantooradres worden vermeld van de deurwaarder of van de advocaat van wie een afschrift van het exploot kan worden verkregen.