Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging van vonnissen, beschikkingen en authentieke akten
Derde titel. Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging op onroerende zaken
Vijfde afdeling. Van de verdeling van de opbrengst van de executie
Artikel 552

Artikel 552 (Verzoekschrift rangregeling en benoeming rechter-commissaris)

Laatste versie

1. Een gerechtelijke rangregeling, bedoeld in het vorige artikel en in artikel 271 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, wordt verzocht door aan de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied zich de geëxecuteerde zaken geheel of grotendeels bevinden, de benoeming van een rechter-commissaris te verzoeken, te wiens overstaan de verdeling zal plaatsvinden. Artikel 282a is van toepassing.

2. Bij het verzoekschrift wordt gevoegd een door de bewaarder van het kadaster en de openbare registers af te geven kadastraal uittreksel inzake hypotheken en beslagen als bedoeld in artikel 100, eerste lid, van de Kadasterwet, waarin de inschrijvingen en de boekingen in het register van voorlopige aantekeningen worden vermeld, die voor de aanwijzing van de in artikel 551 bedoelde belanghebbenden van belang zijn, alsmede een door de notaris af te geven staat van de schuldeisers die beslag hebben gelegd op de opbrengst van de executie of hun vordering ontlenen aan artikel 264, lid 7 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.

3. Tegen een benoeming krachtens het eerste lid is geen hogere voorziening toegelaten.

4. Op de rangregeling zijn de artikelen 482-490a, 490c en 490d van toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. Een gerechtelijke rangregeling, bedoeld in het vorige artikel en in artikel 271 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, wordt verzocht door aan de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied zich de geëxecuteerde zaken geheel of grotendeels bevinden, de benoeming van een rechter-commissaris te verzoeken, te wiens overstaan de verdeling zal plaatsvinden. Artikel 282a is van toepassing.

Dit lid legt uit hoe een gerechtelijke rangregeling, zoals omschreven in het voorgaande artikel en in artikel 271 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, moet worden aangevraagd. De aanvraag geschiedt door een verzoek tot benoeming van een rechter-commissaris in te dienen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank. Deze rechtbank moet gelegen zijn in het rechtsgebied waar de geëxecuteerde zaken zich geheel of grotendeels bevinden. De verdeling van de opbrengst zal vervolgens plaatsvinden onder toezicht van (te wiens overstaan) deze rechter-commissaris. Bovendien is artikel 282a van toepassing op deze procedure.

2. Bij het verzoekschrift wordt gevoegd een door de bewaarder van het kadaster en de openbare registers af te geven kadastraal uittreksel inzake hypotheken en beslagen als bedoeld in artikel 100, eerste lid, van de Kadasterwet, waarin de inschrijvingen en de boekingen in het register van voorlopige aantekeningen worden vermeld, die voor de aanwijzing van de in artikel 551 bedoelde belanghebbenden van belang zijn, alsmede een door de notaris af te geven staat van de schuldeisers die beslag hebben gelegd op de opbrengst van de executie of hun vordering ontlenen aan artikel 264, lid 7 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.

Dit lid specificeert welke documenten aan het verzoekschrift moeten worden toegevoegd. Het gaat om:

  1. Een kadastraal uittreksel betreffende hypotheken en beslagen, dat moet worden afgegeven door de bewaarder van het kadaster en de openbare registers, conform artikel 100, eerste lid, van de Kadasterwet. Dit uittreksel dient de inschrijvingen en de boekingen in het register van voorlopige aantekeningen te vermelden die relevant zijn voor het identificeren van de belanghebbenden zoals bedoeld in artikel 551.
  2. Een door de notaris af te geven staat van de schuldeisers. Deze staat moet de schuldeisers vermelden die beslag hebben gelegd op de opbrengst van de executie of die hun vordering baseren op artikel 264, lid 7 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.

3. Tegen een benoeming krachtens het eerste lid is geen hogere voorziening toegelaten.

Dit lid bepaalt dat er geen mogelijkheid is tot het instellen van een hogere voorziening, zoals hoger beroep, tegen de beslissing tot benoeming van een rechter-commissaris die op grond van het eerste lid is gemaakt.

4. Op de rangregeling zijn de artikelen 482-490a, 490c en 490d van toepassing.

Dit lid stelt dat de artikelen 482 tot en met 490a, en daarnaast de artikelen 490c en 490d, van toepassing zijn op de procedure van de gerechtelijke rangregeling.