Artikel 475 (Formaliteiten exploot derdenbeslag)
1. Het beslag op vorderingen die de geëxecuteerde op derden mocht hebben of uit een ten tijde van het beslag reeds bestaande rechtsverhouding rechtstreeks zal verkrijgen, en op hem toebehorende roerende zaken die onder derden mochten berusten en geen registergoederen zijn, geschiedt bij een exploot van een deurwaarder dat, behalve de gewone formaliteiten, op straffe van nietigheid inhoudt:
a. een bevel aan de derde om het verschuldigde of de zaken onder zich te houden op straffe van onwaarde van elke in weerwil van het beslag gedane betaling of afgifte; b. een vermelding van de naam, voornaam en woonplaats van de executant en de naam en woonplaats van de geëxecuteerde; c. een vermelding van de titel uit hoofde waarvan het beslag wordt gelegd, en een opgave van hetgeen de geëxecuteerde krachtens deze titel aan de executant verschuldigd is; d. een keuze van woonplaats ten kantore van de deurwaarder; e. indien het beslag wordt gelegd op de vordering tot betaling van de koopsom van een onroerende zaak, nadat de koop van de zaak is ingeschreven in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, op de wijze die is voorgeschreven in artikel 3 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek: een vermelding dat in weerwil van het beslag de koopsom aan de notaris kan worden betaald; f. indien het beslag wordt gelegd op een vordering als bedoeld in artikel 475, eerste lid, die een natuurlijk persoon op een bank als bedoeld in artikel 1:1 Wet op het financieel toezicht heeft: een vermelding van het bedrag waarop op grond van artikel 475a, vijfde lid, het beslag niet geldig is; g. Indien betekening aan het elektronisch adres van de derde-beslagene als bedoeld in het derde lid niet mogelijk is: de reden van deze onmogelijkheid.
2. De deurwaarder laat aan de derde-beslagene afschrift van het beslagexploot en van de executoriale titel uit hoofde waarvan het beslag wordt gelegd, alsmede een formulier volgens een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen model, waarop de verklaring bedoeld in artikel 476b kan worden gedaan. De deurwaarder en de derde-beslagene kunnen overeenkomen af te zien van het laten van dit formulier.
3. Het afschrift van het beslagexploot, het afschrift van de executoriale titel en het formulier, bedoeld in het tweede lid, worden elektronisch gelaten aan het elektronisch adres van de derde-beslagene, mits deze derde aan een door Onze Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen organisatie een elektronisch adres heeft opgegeven, waaraan kan worden betekend. Voor de derde-beslagene geldt het elektronische afschrift als het oorspronkelijke exploot.
4. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven aangaande de registratie van de in het derde lid genoemde elektronische adressen. Deze regels kunnen betrekking hebben op de wijze van opgave, wijziging, afmelding en doorhaling van een elektronisch adres en de gevolgen ervan. Tevens worden bij algemene maatregel van bestuur regels gegeven aangaande de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van, de voorwaarden waaronder en de wijze waarop een beslagexploot elektronisch kan worden gelaten. Het besluit tot aanwijzing van een organisatie als bedoeld in het derde lid wordt gepubliceerd in de Staatscourant.
5. De voordracht voor de krachtens het vierde lid vast te stellen algemene maatregelen van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat de ontwerpen aan beide kamers der Staten-Generaal zijn overgelegd.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het beslag op vorderingen die de geëxecuteerde op derden mocht hebben of uit een ten tijde van het beslag reeds bestaande rechtsverhouding rechtstreeks zal verkrijgen, en op hem toebehorende roerende zaken die onder derden mochten berusten en geen registergoederen zijn, geschiedt bij een exploot van een deurwaarder dat, behalve de gewone formaliteiten, op straffe van nietigheid inhoudt:
Dit betekent dat het beslag op vorderingen (geldsommen die iemand tegoed heeft) die de geëxecuteerde (de persoon tegen wie het vonnis wordt uitgevoerd) op derden (andere personen of instanties) mocht hebben, of vorderingen die de geëxecuteerde rechtstreeks zal verkrijgen uit een rechtsverhouding die al bestond op het moment van het beslag, en het beslag op aan de geëxecuteerde toebehorende roerende zaken (spullen die geen registergoederen zijn, zoals auto's of inboedel) die bij derden mochten zijn, plaatsvindt door middel van een exploot (een officieel stuk) van een deurwaarder. Dit exploot moet, naast de gebruikelijke formaliteiten, bepaalde zaken bevatten, anders is het beslag nietig (ongeldig).
a. een bevel aan de derde om het verschuldigde of de zaken onder zich te houden op straffe van onwaarde van elke in weerwil van het beslag gedane betaling of afgifte;
Dit houdt in dat het exploot een bevel aan de derde (de partij bij wie beslag wordt gelegd) moet bevatten om het geld of de goederen die de geëxecuteerde van hem tegoed heeft of die hij voor de geëxecuteerde onder zich heeft, vast te houden. Als de derde ondanks het beslag toch betaalt aan de geëxecuteerde of de zaken afgeeft, dan is die betaling of afgifte ongeldig (onwaarde).
b. een vermelding van de naam, voornaam en woonplaats van de executant en de naam en woonplaats van de geëxecuteerde;
Dit betekent dat het exploot de volledige naam en woonplaats moet vermelden van de executant (de schuldeiser die het beslag legt) en van de geëxecuteerde (de schuldenaar).
c. een vermelding van de titel uit hoofde waarvan het beslag wordt gelegd, en een opgave van hetgeen de geëxecuteerde krachtens deze titel aan de executant verschuldigd is;
Dit houdt in dat in het exploot moet staan op basis van welke executoriale titel (bijvoorbeeld een vonnis) het beslag wordt gelegd, en een specificatie van het bedrag dat de geëxecuteerde op grond van die titel aan de executant verschuldigd is.
d. een keuze van woonplaats ten kantore van de deurwaarder;
Dit betekent dat in het exploot een woonplaatskeuze moet worden gedaan op het kantoor van de deurwaarder die het beslag legt. Dit is het officiële adres voor verdere correspondentie in deze zaak.
e. indien het beslag wordt gelegd op de vordering tot betaling van de koopsom van een onroerende zaak, nadat de koop van de zaak is ingeschreven in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, op de wijze die is voorgeschreven in artikel 3 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek: een vermelding dat in weerwil van het beslag de koopsom aan de notaris kan worden betaald;
Dit betekent dat als het beslag betrekking heeft op de vordering tot betaling van de koopsom van een onroerende zaak (zoals een huis), en de koopakte is ingeschreven in de openbare registers (kadaster) zoals beschreven in het Burgerlijk Wetboek, het exploot moet vermelden dat, ondanks het beslag, de koopsom aan de notaris betaald kan worden. Dit is om de overdracht van de onroerende zaak niet onnodig te blokkeren.
f. indien het beslag wordt gelegd op een vordering als bedoeld in artikel 475, eerste lid, die een natuurlijk persoon op een bank als bedoeld in artikel 1:1 Wet op het financieel toezicht heeft: een vermelding van het bedrag waarop op grond van artikel 475a, vijfde lid, het beslag niet geldig is.
Dit houdt in dat als er beslag wordt gelegd op een vordering die een natuurlijk persoon (een individu) heeft op een bank (zoals gedefinieerd in de Wet op het financieel toezicht), het exploot moet vermelden welk bedrag volgens artikel 475a, vijfde lid, niet onder het beslag valt. Dit verwijst naar de beslagvrije voet, een deel van het inkomen of vermogen dat beschermd is tegen beslag.
2. De deurwaarder laat aan de derde-beslagene afschrift van het beslagexploot en van de executoriale titel uit hoofde waarvan het beslag wordt gelegd, alsmede een formulier volgens een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen model, waarop de verklaring bedoeld in artikel 476b kan worden gedaan. De deurwaarder en de derde-beslagene kunnen overeenkomen af te zien van het laten van dit formulier.
Dit lid stelt dat de deurwaarder een afschrift (kopie) van het beslagexploot en van de executoriale titel (het document dat de schuld vaststelt) moet overhandigen aan de derde-beslagene (de partij bij wie beslag wordt gelegd). Daarnaast moet de deurwaarder een formulier verstrekken, waarvan het model is vastgesteld in een algemene maatregel van bestuur, waarmee de derde-beslagene de verklaring kan afleggen zoals bedoeld in artikel 476b (de zogenoemde derdenverklaring). De deurwaarder en de derde-beslagene kunnen echter afspreken dat dit formulier niet wordt overhandigd.
3. Het afschrift van het beslagexploot, het afschrift van de executoriale titel en het formulier, bedoeld in het tweede lid, worden elektronisch gelaten aan het elektronisch adres van de derde-beslagene, mits deze derde aan een door Onze Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen organisatie een elektronisch adres heeft opgegeven, waaraan kan worden betekend. Voor de derde-beslagene geldt het elektronische afschrift als het oorspronkelijke exploot.
Dit lid regelt dat het afschrift van het beslagexploot, het afschrift van de executoriale titel en het formulier (genoemd in lid 2) ook elektronisch kunnen worden afgeleverd op het elektronische adres (e-mailadres) van de derde-beslagene. Voorwaarde hiervoor is dat de derde-beslagene een elektronisch adres heeft opgegeven bij een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen organisatie, dat gebruikt kan worden voor officiële betekeningen (formele kennisgevingen). Een elektronisch ontvangen afschrift heeft voor de derde-beslagene dezelfde juridische waarde als het originele papieren exploot.
4. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven aangaande de registratie van de in het derde lid genoemde elektronische adressen. Deze regels kunnen betrekking hebben op de wijze van opgave, wijziging, afmelding en doorhaling van een elektronisch adres en de gevolgen ervan. Tevens worden bij algemene maatregel van bestuur regels gegeven aangaande de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van, de voorwaarden waaronder en de wijze waarop een beslagexploot elektronisch kan worden gelaten. Het besluit tot aanwijzing van een organisatie als bedoeld in het derde lid wordt gepubliceerd in de Staatscourant.
Dit lid bepaalt dat er via een algemene maatregel van bestuur (een nadere wettelijke regeling) regels worden opgesteld voor de registratie van de elektronische adressen die in lid 3 worden genoemd. Deze regels kunnen gaan over hoe men een elektronisch adres opgeeft, wijzigt, afmeldt of laat doorhalen, en wat de consequenties daarvan zijn. Verder zullen er ook regels komen via een algemene maatregel van bestuur over de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid, de voorwaarden en de manier waarop een beslagexploot elektronisch mag worden betekend. Het besluit waarmee een organisatie wordt aangewezen zoals in lid 3 bedoeld, wordt officieel bekendgemaakt in de Staatscourant.
5. De voordracht voor de krachtens het vierde lid vast te stellen algemene maatregelen van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat de ontwerpen aan beide kamers der Staten-Generaal zijn overgelegd.
Dit lid stelt dat het voorstel voor de algemene maatregelen van bestuur die op basis van het vierde lid worden vastgesteld, pas mag worden ingediend nadat de conceptversies van deze maatregelen vier weken lang ter inzage hebben gelegen bij zowel de Eerste als de Tweede Kamer der Staten-Generaal (het parlement).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2012:BV2629
ECLI:NL:HR:2017:2455
ECLI:NL:HR:2017:1009
ECLI:NL:HR:2004:AP4504
ECLI:NL:HR:2012:BU6552
ECLI:NL:HR:2009:BJ7537
ECLI:NL:HR:2021:640 - Derdenbeslag op privé-opnames vennoot: uitoefening wilsrecht geen beletsel
Privé-opnames door een vennoot, die pas ontstaan na uitoefening van een wilsrecht, kunnen rechtstreeks voortvloeien uit de VOF-overeenkomst en vallen daarmee onder een derdenbeslag (art. 475 Rv). De aard van de VOF-relatie onderscheidt dit van beslag op kredietruimte bij een bank.