Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Elfde titel. Cassatie
Vierde afdeling. Uitspraak in cassatie in vorderingsprocedures
Artikel 420

Artikel 420 (Afdoening Hoge Raad na vernietiging)

Laatste versie

Bij vernietiging van de bestreden uitspraak doet de Hoge Raad het geding zelf af, voor zover er niet op de voet van de navolgende bepalingen gronden zijn voor verwijzing.

Uitleg in duidelijke taal

Bij vernietiging van de bestreden uitspraak doet de Hoge Raad het geding zelf af, voor zover er niet op de voet van de navolgende bepalingen gronden zijn voor verwijzing.

Dit betekent dat wanneer de Hoge Raad een bestreden uitspraak vernietigt, de Hoge Raad de zaak (het geding) in principe zelf afhandelt. Dit gebeurt echter alleen als er, op basis van de navolgende bepalingen (de daaropvolgende wetsartikelen), geen gronden zijn voor verwijzing van de zaak naar een lagere rechter.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad57x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1714 - Hof moet essentiële stelling over vergunningplichtige tussenpersoon kenbaar beoordelen - 29 oktober 2020

ECLI:NL:HR:2020:171429 oktober 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad vernietigt het arrest omdat het hof heeft nagelaten kenbaar te oordelen over het essentiële verweer van de afnemer. Dit verweer hield in dat Dexia onrechtmatig handelde door een order te aanvaarden van een tussenpersoon zonder de vereiste vergunning.

Hoge Raad34x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:483 - Borgtocht ter afwending faillissement en de normale bedrijfsuitoefening (art. 1:88 BW) - 19 maart 2020

ECLI:NL:HR:2020:48319 maart 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Voor de uitzondering op het toestemmingsvereiste bij borgtocht (art. 1:88 lid 5 BW) moet worden getoetst of de specifieke rechtshandeling waarvoor de zekerheid wordt gegeven, zoals uitstel van betaling ter afwending van een faillissement, tot de normale bedrijfsuitoefening behoort, niet de oorspronkelijke onderliggende schuld.

Civiel RechtPersonen en Familierecht, Verbintenissenrecht, Ondernemingsrecht
Hoge Raad28x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:177 - Vernietiging meerpartijenovereenkomst: alle partijen moeten in het geding worden betrokken - 4 februari 2021

ECLI:NL:HR:2021:1774 februari 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een rechtsvordering tot vernietiging van een meerpartijenovereenkomst, zoals een koopovereenkomst, moet op grond van artikel 3:51 lid 2 BW tegen alle contractspartijen worden ingesteld. De rechter die vaststelt dat niet alle partijen zijn gedagvaard, moet ambtshalve gelegenheid bieden om de ontbrekende partij alsnog op te roepen.

Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:531 - Vervalbeding in algemene voorwaarden: wanneer is het onredelijk bezwarend? - 26 maart 2020

ECLI:NL:HR:2020:53126 maart 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een contractueel vervalbeding dat een wettelijke verjaringstermijn vervangt, valt onder de grijze lijst van art. 6:237, aanhef en onder h, BW. Het beding wordt daardoor vermoed onredelijk bezwarend te zijn, tenzij de gebruiker van de algemene voorwaarden dit vermoeden weerlegt.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Bouwrecht, Vastgoedrecht
Hoge Raad20x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1845 - Zorgplicht bank: ook deskundigheid van niet-professionele belegger is relevant - 5 december 2019

ECLI:NL:HR:2019:18455 december 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De omvang van de bijzondere zorgplicht van een bank hangt af van alle omstandigheden van het geval. Ook als een cliënt geen ‘professionele belegger’ is in de zin van de Wft, moeten diens deskundigheid, ervaring en vermogenspositie worden meegewogen.

Civiel RechtFinancieel Recht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1996:ZC2208 - Hoge Raad - 21 november 1996

ECLI:NL:HR:1996:ZC220821 november 1996Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2013 - Hoge Raad - 1 september 2016

ECLI:NL:HR:2016:20131 september 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:188 - Opzegging 'per' 1 maart: wanneer eindigt de arbeidsovereenkomst en de vervaltermijn? - 4 februari 2021

ECLI:NL:HR:2021:1884 februari 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een opzegging 'per' een bepaalde datum betekent dat de arbeidsovereenkomst eindigt aan het einde van de voorgaande dag. De vervaltermijn voor het aanvragen van een transitievergoeding start op de eerste dag na de laatste werkdag en duurt drie volle kalendermaanden.

Civiel RechtArbeidsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1223 - Hoge Raad - 18 juli 2019

ECLI:NL:HR:2019:122318 juli 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2023:1163 - Parket bij de Hoge Raad - 14 december 2023

ECLI:NL:PHR:2023:116314 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak