Artikel 414 (Zekerheidstelling kosten cassatieprocedure)
1. Artikel 224 is van toepassing in cassatie.
2. Niettemin is de oorspronkelijke verweerder, eiser zijnde in cassatie, niet gehouden tot zekerheidstelling.
3. De verweerder in cassatie is daartoe evenmin gehouden, zelfs niet bij het instellen van incidenteel cassatieberoep.
4. De in vroegere instanties gestelde zekerheid blijft ook verbonden voor de kosten van cassatie.
5. De zekerheidstelling wordt gevorderd vóór alle weren van rechten.
Uitleg in duidelijke taal
1. Artikel 224 is van toepassing in cassatie.
Dit betekent dat de bepalingen van artikel 224 ook gelden voor procedures in cassatie.
2. Niettemin is de oorspronkelijke verweerder, eiser zijnde in cassatie, niet gehouden tot zekerheidstelling.
Dit betekent dat, ondanks de toepasselijkheid van artikel 224, de partij die in de oorspronkelijke procedure de verweerder was en nu als eiser optreedt in de cassatieprocedure, niet verplicht is om zekerheid te stellen.
3. De verweerder in cassatie is daartoe evenmin gehouden, zelfs niet bij het instellen van incidenteel cassatieberoep.
Dit betekent dat ook de partij die in de cassatieprocedure de verweerder is, niet verplicht is tot het stellen van zekerheid. Dit geldt ook wanneer deze verweerder een incidenteel cassatieberoep instelt.
4. De in vroegere instanties gestelde zekerheid blijft ook verbonden voor de kosten van cassatie.
Dit betekent dat de zekerheid die al in eerdere fasen van de procedure (vroegere instanties) is gesteld, ook dient ter dekking van de kosten die in de cassatieprocedure kunnen ontstaan.
5. De zekerheidstelling wordt gevorderd vóór alle weren van rechten.
Dit betekent dat het verzoek om zekerheidstelling moet worden gedaan voordat de partij van wie zekerheid wordt gevraagd, inhoudelijke verweren (weren van rechten) naar voren brengt.