Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Zevende titel. Hoger beroep
Derde afdeling. Van de regtspleging in hooger beroep en de gevolgen van hetzelve
Artikel 348

Artikel 348 (Nieuwe weren verweerder hoger beroep)

Laatste versie

De oorspronkelijke verweerder kan nieuwe weren van regten, eene verdediging ten principale opleverende, inbrengen, tenzij dezelve in het geding ter eerster instantie zijn gedekt, waaronder niet begrepen is het geval, dat het regt om ten principale te antwoorden ingevolge artikel 128 vervallen is.

Uitleg in duidelijke taal

De oorspronkelijke verweerder kan nieuwe weren van regten, eene verdediging ten principale opleverende, inbrengen, tenzij dezelve in het geding ter eerster instantie zijn gedekt, waaronder niet begrepen is het geval, dat het regt om ten principale te antwoorden ingevolge artikel 128 vervallen is.

Dit artikel bepaalt dat de oorspronkelijke verweerder nieuwe weren van regten mag inbrengen, welke een verdediging ten principale opleverende (d.w.z. een verweer vormen dat de kern van de zaak betreft). Dit is echter niet toegestaan indien dezelve (deze weren) in het geding ter eerster instantie zijn gedekt. Onder de term 'gedekt' in deze context valt echter niet het geval dat het regt om ten principale te antwoorden ingevolge artikel 128 vervallen is.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad158x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:141 - Opzegging van duurovereenkomsten: contractuele afspraken en de grenzen van redelijkheid

ECLI:NL:HR:2018:1412 februari 2018Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Dit arrest verduidelijkt de regels voor opzegging van duurovereenkomsten. Als partijen een opzeggingsregeling zijn overeengekomen, is een beroep daarop in beginsel geldig. Toetsing vindt dan plaats via de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 2 BW), niet de aanvullende werking.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad39x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1955:47

ECLI:NL:HR:1955:479 december 1955Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Arbeidsrecht
Hoge Raad32x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY6699

ECLI:NL:HR:2013:BY66998 februari 2013Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Arbeidsrecht
Hoge Raad28x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1957:AG2023 - Baris/Riezenkamp: De Rechtsverhouding in de Precontractuele Fase

ECLI:NL:HR:1957:AG202315 november 1957Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Baris/Riezenkamp Arrest

Partijen die in onderhandeling treden, komen tot elkaar te staan in een bijzondere, door de goede trouw beheerste rechtsverhouding. Dit brengt mee dat een dwalende partij in beginsel mag afgaan op de juistheid van mededelingen van de wederpartij.

Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1959:AI1600

ECLI:NL:HR:1959:AI160030 januari 1959Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Bouwrecht, Goederenrecht
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:1696

ECLI:NL:HR:2018:169621 september 2018Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1968:AB6642

ECLI:NL:HR:1968:AB66421 maart 1968Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Bouwrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1946:67

ECLI:NL:HR:1946:678 februari 1946Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1964:AC4462

ECLI:NL:HR:1964:AC446229 mei 1964Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1963:61

ECLI:NL:HR:1963:6113 december 1963Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak