Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

1. De verzoeker en iedere belanghebbende hebben recht op inzage en afschrift van het verzoekschrift, de verweerschriften, de op de zaak betrekking hebbende bescheiden en de processen-verbaal.

Dit betekent dat de persoon die de procedure start (de verzoeker) en elke andere persoon die een direct en rechtstreeks belang heeft bij de zaak (iedere belanghebbende) het recht hebben om de volgende documenten in te zien (inzage) en een kopie (afschrift) ervan te ontvangen: het verzoekschrift, de verweerschriften (reacties op het verzoekschrift), de documenten die relevant zijn voor de zaak (de op de zaak betrekking hebbende bescheiden) en de officiële verslagen van zittingen of verhoren (de processen-verbaal).

2. De griffier verstrekt zo spoedig mogelijk een afschrift van processen-verbaal aan de verzoeker en aan de in de procedure verschenen belanghebbenden.

Dit houdt in dat de griffier (de administratief medewerker van de rechtbank) zo snel als mogelijk een kopie (afschrift) van de processen-verbaal moet geven aan de verzoeker en aan de belanghebbenden die actief deelnemen aan de procedure (de in de procedure verschenen belanghebbenden).

3. Van de beschikkingen verstrekt de griffier zo spoedig mogelijk een afschrift aan de verzoeker en aan de in de procedure verschenen belanghebbenden. Betreft het een eindbeschikking, dan is het afschrift dat wordt verstrekt aan degene die tot tenuitvoerlegging van de beschikking kan overgaan, opgemaakt in executoriale vorm.

Dit betekent dat de griffier zo snel mogelijk een kopie (afschrift) van de rechterlijke beslissingen (beschikkingen) moet geven aan de verzoeker en aan de belanghebbenden die in de procedure zijn verschenen. Als het een eindbeslissing (eindbeschikking) betreft, dan wordt het afschrift dat wordt gegeven aan de persoon die de beslissing kan laten uitvoeren (degene die tot tenuitvoerlegging van de beschikking kan overgaan), opgemaakt in een speciale, afdwingbare vorm (executoriale vorm).

4. De griffier verstrekt desverlangd tweede of verdere in executoriale vorm opgemaakte afschriften van een beschikking aan de belanghebbende die tot tenuitvoerlegging van die beschikking kan overgaan, dan wel aan de rechtverkrijgenden onder algemene titel van deze belanghebbende. Artikel 28, vijfde en zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Dit houdt in dat de griffier, als daarom gevraagd wordt (desverlangd), een tweede of volgende kopie in executoriale vorm van een beschikking verstrekt aan de belanghebbende die bevoegd is om die beschikking ten uitvoer te leggen, of aan diens erfgenamen of andere algemene rechtsopvolgers (rechtverkrijgenden onder algemene titel). De bepalingen van artikel 28, lid vijf en zes, zijn hierop op een vergelijkbare manier van toepassing.

5. Elk afschrift dat in executoriale vorm is opgemaakt, wordt gedagtekend.

Dit betekent dat elke kopie die in executoriale vorm is opgemaakt, voorzien moet zijn van een datum (gedagtekend).