Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tweede titel. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Dertiende afdeling. Afbreking van de instantie
§ 2. Afstand van instantie
Artikel 250

Artikel 250 (Afstand van instantie procedure en gevolgen)

Laatste versie

1. Afstand van instantie wordt gedaan bij akte ter rolle.

2. Indien de afstand door een advocaat of een gemachtigde wordt gedaan, legt deze een hem daartoe door de eiser verstrekte bijzondere volmacht over.

3. Door afstand van instantie worden partijen van rechtswege hersteld in de toestand als ware het geding niet in deze instantie aanhangig geweest, onverminderd het bepaalde in artikel 316, tweede lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.

4. Ter zake van de betaling van de kosten vaardigt de rechter op verlangen van de gedaagde een bevelschrift uit. Het bevelschrift is uitvoerbaar bij voorraad.

5. Nadat hij de kosten heeft betaald, kan de eiser de vordering opnieuw instellen.

Uitleg in duidelijke taal

1. Afstand van instantie wordt gedaan bij akte ter rolle.

Dit lid stelt dat de handeling van afstand van instantie moet worden verricht door middel van een akte ter rolle.

2. Indien de afstand door een advocaat of een gemachtigde wordt gedaan, legt deze een hem daartoe door de eiser verstrekte bijzondere volmacht over.

Dit lid bepaalt dat wanneer de afstand van instantie wordt gedaan door een advocaat of een gemachtigde, deze advocaat of gemachtigde een bijzondere volmacht moet overleggen die hem specifiek voor dit doel door de eiser is gegeven.

3. Door afstand van instantie worden partijen van rechtswege hersteld in de toestand als ware het geding niet in deze instantie aanhangig geweest, onverminderd het bepaalde in artikel 316, tweede lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.

Dit lid legt uit dat als gevolg van afstand van instantie, de partijen automatisch (van rechtswege) terugkeren naar de toestand als ware het geding niet in deze instantie aanhangig geweest. Dit geldt onverminderd (met behoud van) het bepaalde in artikel 316, tweede lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.

4. Ter zake van de betaling van de kosten vaardigt de rechter op verlangen van de gedaagde een bevelschrift uit. Het bevelschrift is uitvoerbaar bij voorraad.

Dit lid regelt dat de rechter, als de gedaagde daarom verzoekt, een bevelschrift zal uitvaardigen met betrekking tot de betaling van de kosten. Dit bevelschrift is uitvoerbaar bij voorraad, wat inhoudt dat het direct ten uitvoer kan worden gelegd.

5. Nadat hij de kosten heeft betaald, kan de eiser de vordering opnieuw instellen.

Dit lid stelt dat de eiser de mogelijkheid heeft om de vordering opnieuw in te stellen nadat hij de kosten (zoals bedoeld in lid 4) heeft betaald.