Artikel 236 (Gezag van gewijsde)
1. Beslissingen die de rechtsbetrekking in geschil betreffen en zijn vervat in een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, hebben in een ander geding tussen dezelfde partijen bindende kracht.
2. Onder partijen worden mede begrepen de rechtverkrijgenden onder algemene of bijzondere titel, tenzij uit de wet anders voortvloeit.
3. Het gezag van gewijsde wordt niet ambtshalve toegepast.
Uitleg in duidelijke taal
1. Beslissingen die de rechtsbetrekking in geschil betreffen en zijn vervat in een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, hebben in een ander geding tussen dezelfde partijen bindende kracht.
Dit lid bepaalt dat beslissingen die de rechtsbetrekking in geschil betreffen en die zijn opgenomen (vervat) in een in kracht van gewijsde gegaan vonnis (een vonnis dat onherroepelijk is geworden), bindende kracht hebben in een ander geding (een andere procedure) tussen dezelfde partijen.
2. Onder partijen worden mede begrepen de rechtverkrijgenden onder algemene of bijzondere titel, tenzij uit de wet anders voortvloeit.
Dit lid verduidelijkt dat onder het begrip 'partijen' ook (mede begrepen) de rechtverkrijgenden onder algemene of bijzondere titel vallen, tenzij uit de wet anders voortvloeit (tenzij de wet anders bepaalt).
3. Het gezag van gewijsde wordt niet ambtshalve toegepast.
Dit lid stelt dat het gezag van gewijsde niet ambtshalve (uit eigen initiatief van de rechter) wordt toegepast.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:793 - Overzichtsarrest vordering benadeelde partij: schadebegroting en motivering - 27 mei 2019
De Hoge Raad geeft een overzicht van de regels voor de vordering van de benadeelde partij. Dat de omvang van schade is geschat (art. 6:97 BW), staat toewijzing niet in de weg, mits de rechter zijn oordeel toereikend motiveert aan de hand van vaststaande feiten.
ECLI:NL:HR:2013:1881 - Montis II: Soepele partijwisseling in hoger beroep en cassatie - 12 december 2013
De Hoge Raad komt terug op eerdere jurisprudentie en introduceert een soepeler regime voor partijwisseling. Een vergissing in de partijaanduiding of een rechtsopvolging (zoals bij fusie) kan worden hersteld, tenzij de wederpartij daardoor onredelijk in haar belangen wordt geschaad.
ECLI:NL:HR:2020:2099 - Gezag van gewijsde: een nieuwe vordering op een andere grondslag - 17 december 2020
Gezag van gewijsde (art. 236 Rv) belet niet een nieuwe vordering op een andere juridische grondslag, zelfs als deze al eerder aangevoerd had kunnen worden. Het gezag van gewijsde ziet op het specifieke, reeds beslechte geschilpunt, niet op de gehele rechtsbetrekking.
ECLI:NL:HR:2019:2006 - Hoge Raad - 19 december 2019
Klimaatzaak Urgenda, Urgenda Arrest
ECLI:NL:PHR:2024:201 - Parket bij de Hoge Raad - 22 februari 2024
ECLI:NL:HR:2006:AV2654 - Hoge Raad - 14 september 2006
ECLI:NL:HR:2020:810 - Gezag van gewijsde en de niet-handelende echtgenoot bij effectenlease - 23 april 2020
Een vonnis over de vernietiging van een effectenleaseovereenkomst bindt een echtgenoot die geen partij was niet. Echter, een onherroepelijke uitspraak tussen de níet-handelende echtgenoot en de wederpartij over de vernietiging (art. 1:89 BW) heeft wél werking jegens de handelende echtgenoot.
ECLI:NL:HR:2012:BU8514 - Grenzen devolutieve werking bij deels toegewezen vordering zonder incidenteel appel - 29 maart 2012
Indien een geïntimeerde geen (voorwaardelijk) incidenteel appel instelt tegen het voor hem ongunstige deel van een vonnis, mag de appelrechter diens in eerste aanleg verworpen verweer niet opnieuw beoordelen. Dit voorkomt tegenstrijdige onherroepelijke uitspraken met gezag van gewijsde over hetzelfde geschilpunt.
ECLI:NL:HR:2022:683 - Gezag van gewijsde: ook nadelige overweging in gunstig dictum bindt partij - 12 mei 2022
Een nadelige beslissing in de dragende overwegingen van een uitspraak krijgt gezag van gewijsde, ook als het dictum voor die partij gunstig is (bijvoorbeeld een afwijzing van de vordering). Die partij heeft dan voldoende belang om hoger beroep in te stellen.