Artikel 236 (Gezag van gewijsde)
1. Beslissingen die de rechtsbetrekking in geschil betreffen en zijn vervat in een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, hebben in een ander geding tussen dezelfde partijen bindende kracht.
2. Onder partijen worden mede begrepen de rechtverkrijgenden onder algemene of bijzondere titel, tenzij uit de wet anders voortvloeit.
3. Het gezag van gewijsde wordt niet ambtshalve toegepast.
Uitleg in duidelijke taal
1. Beslissingen die de rechtsbetrekking in geschil betreffen en zijn vervat in een in kracht van gewijsde gegaan vonnis, hebben in een ander geding tussen dezelfde partijen bindende kracht.
Dit lid bepaalt dat beslissingen die de rechtsbetrekking in geschil betreffen en die zijn opgenomen (vervat) in een in kracht van gewijsde gegaan vonnis (een vonnis dat onherroepelijk is geworden), bindende kracht hebben in een ander geding (een andere procedure) tussen dezelfde partijen.
2. Onder partijen worden mede begrepen de rechtverkrijgenden onder algemene of bijzondere titel, tenzij uit de wet anders voortvloeit.
Dit lid verduidelijkt dat onder het begrip 'partijen' ook (mede begrepen) de rechtverkrijgenden onder algemene of bijzondere titel vallen, tenzij uit de wet anders voortvloeit (tenzij de wet anders bepaalt).
3. Het gezag van gewijsde wordt niet ambtshalve toegepast.
Dit lid stelt dat het gezag van gewijsde niet ambtshalve (uit eigen initiatief van de rechter) wordt toegepast.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2019:793
ECLI:NL:HR:2013:1881
ECLI:NL:HR:2020:2099 - Gezag van gewijsde: een nieuwe vordering op een andere grondslag
Gezag van gewijsde (art. 236 Rv) belet niet een nieuwe vordering op een andere juridische grondslag, zelfs als deze al eerder aangevoerd had kunnen worden. Het gezag van gewijsde ziet op het specifieke, reeds beslechte geschilpunt, niet op de gehele rechtsbetrekking.
ECLI:NL:HR:2019:2006
Klimaatzaak Urgenda, Urgenda Arrest
ECLI:NL:HR:2006:AV2654
ECLI:NL:HR:2012:BU8514
ECLI:NL:HR:1998:ZC2759
ECLI:NL:HR:2022:683 - Gezag van gewijsde: ook nadelige overweging in gunstig dictum bindt partij
Een nadelige beslissing in de dragende overwegingen van een uitspraak krijgt gezag van gewijsde, ook als het dictum voor die partij gunstig is (bijvoorbeeld een afwijzing van de vordering). Die partij heeft dan voldoende belang om hoger beroep in te stellen.
ECLI:NL:HR:2020:810 - Gezag van gewijsde en de niet-handelende echtgenoot bij effectenlease
Een vonnis over de vernietiging van een effectenleaseovereenkomst bindt een echtgenoot die geen partij was niet. Echter, een onherroepelijke uitspraak tussen de níet-handelende echtgenoot en de wederpartij over de vernietiging (art. 1:89 BW) heeft wél werking jegens de handelende echtgenoot.
ECLI:NL:HR:2018:727 - Voorlopig getuigenverhoor afgewezen wegens gebrek aan belang na eerdere procedure
Een verzoek tot een voorlopig getuigenverhoor wordt afgewezen wegens onvoldoende belang, indien de beoogde vordering (herroeping of schadevergoeding) geen kans van slagen heeft omdat de feiten al in een eerdere, onherroepelijk beslechte procedure bekend waren of redelijkerwijs bekend hadden kunnen zijn.