Artikel 227 (Wijze van hervatting geding na schorsing)
1. In de gevallen, bedoeld in artikel 225, eerste lid, wordt het geding hervat in de stand waarin dit zich bij de schorsing bevond:
a. doordat de partij bij wie de grond voor de schorsing is opgekomen bij de betekening van de schorsingsgrond verklaart dat het geding wordt hervat; b. doordat een der partijen, met instemming van de andere partij, een daartoe strekkende akte ter rolle neemt, dan wel bij exploot verklaart dat het geding wordt hervat.
2. De partij die bij de in het eerste lid, onder a, bedoelde betekening of het in het eerste lid, onder b, bedoelde exploot verklaart dat het geding wordt hervat, roept daarbij de andere partij op tegen de dag waarop zij de zaak ter rolle wil doen dienen. Voor deze oproeping moeten de voor dagvaarding voorgeschreven termijnen in acht worden genomen.
3. In zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen, stellen zij opnieuw advocaat.
Uitleg in duidelijke taal
1. In de gevallen, bedoeld in artikel 225, eerste lid, wordt het geding hervat in de stand waarin dit zich bij de schorsing bevond:
Dit betekent dat in de situaties die zijn omschreven in artikel 225, eerste lid, de juridische procedure (het geding) wordt voortgezet (hervat). Deze voortzetting begint vanaf het punt (de stand) waar de procedure zich bevond op het moment dat de schorsing inging.
a. doordat de partij bij wie de grond voor de schorsing is opgekomen bij de betekening van de schorsingsgrond verklaart dat het geding wordt hervat;
Dit houdt in dat hervatting plaatsvindt doordat de partij bij wie de grond (de reden) voor de schorsing is opgekomen (ontstaan), bij de betekening (officiële kennisgeving) van de schorsingsgrond, verklaart (formeel meedeelt) dat het geding (de procedure) wordt hervat (voortgezet).
b. doordat een der partijen, met instemming van de andere partij, een daartoe strekkende akte ter rolle neemt, dan wel bij exploot verklaart dat het geding wordt hervat.
Dit betekent dat hervatting ook kan plaatsvinden doordat een van de partijen, met instemming (goedkeuring) van de andere partij, een akte (officieel document) die daartoe strekkende is (specifiek voor dit doel bestemd), ter rolle neemt (indient bij de administratie van de rechtbank). Als alternatief kan een partij bij exploot (via een deurwaardersexploot) verklaren dat het geding (de procedure) wordt hervat (voortgezet).
2. De partij die bij de in het eerste lid, onder a, bedoelde betekening of het in het eerste lid, onder b, bedoelde exploot verklaart dat het geding wordt hervat, roept daarbij de andere partij op tegen de dag waarop zij de zaak ter rolle wil doen dienen. Voor deze oproeping moeten de voor dagvaarding voorgeschreven termijnen in acht worden genomen.
Dit lid bepaalt dat de partij die, middels de in het eerste lid, onder a, vermelde betekening of het in het eerste lid, onder b, vermelde exploot, verklaart dat het geding wordt hervat, gelijktijdig de andere partij oproept. Deze oproeping geschiedt tegen de dag waarop die partij de zaak ter rolle wil doen dienen (op de rol wil laten plaatsen voor behandeling). Voor deze oproeping moeten de termijnen die voor een dagvaarding zijn voorgeschreven, in acht worden genomen.
3. In zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen, stellen zij opnieuw advocaat.
Dit betekent dat in juridische procedures (zaken) waarin de betrokken partijen niet zelf (in persoon) de procedure mogen voeren (kunnen procederen), zij verplicht zijn opnieuw een advocaat aan te stellen (stellen).
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2003:AL8610
ECLI:NL:HR:2009:BK0857
ECLI:NL:HR:2001:AA9311
ECLI:NL:HR:2011:BT2915
ECLI:NL:HR:2016:1389 - Verlies hoedanigheid advocaat bij Hoge Raad leidt tot schorsing geding
Indien een advocaat tijdens een cassatieprocedure de hoedanigheid 'advocaat bij de Hoge Raad' verliest, wordt het geding van rechtswege geschorst op grond van de overeenkomstige toepassing van artikel 226 Rv. Dit beschermt de desbetreffende partij.
ECLI:NL:HR:2024:217 - Verzet pandgever blokkeert overname van geding door pandhouder
De overgang van inningsbevoegdheid naar de pandhouder is een grond voor schorsing van een geding (art. 225 Rv). De pandhouder kan het geding echter niet overnemen als de pandgever, de oorspronkelijke procespartij, zich daartegen verzet.
ECLI:NL:HR:2005:AT3192
ECLI:NL:HR:2019:1239 - Procesonbekwaamheid na Spaanse tutela: machtiging tutor en opvolging door erfgenamen
Een Spaanse 'tutela' wordt gelijkgesteld aan Nederlandse curatele. De tutor heeft rechterlijke machtiging nodig om te procederen. Een hof is niet verplicht de tutor in de gelegenheid te stellen een dergelijke machtiging met terugwerkende kracht te verkrijgen voor een door de curandus zelf ingesteld hoger beroep.