Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tweede titel. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Elfde afdeling. Schorsing en hervatting
Artikel 227

Artikel 227 (Wijze van hervatting geding na schorsing)

Laatste versie

1. In de gevallen, bedoeld in artikel 225, eerste lid, wordt het geding hervat in de stand waarin dit zich bij de schorsing bevond:

a. doordat de partij bij wie de grond voor de schorsing is opgekomen bij de betekening van de schorsingsgrond verklaart dat het geding wordt hervat; b. doordat een der partijen, met instemming van de andere partij, een daartoe strekkende akte ter rolle neemt, dan wel bij exploot verklaart dat het geding wordt hervat.

2. De partij die bij de in het eerste lid, onder a, bedoelde betekening of het in het eerste lid, onder b, bedoelde exploot verklaart dat het geding wordt hervat, roept daarbij de andere partij op tegen de dag waarop zij de zaak ter rolle wil doen dienen. Voor deze oproeping moeten de voor dagvaarding voorgeschreven termijnen in acht worden genomen.

3. In zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen, stellen zij opnieuw advocaat.

Uitleg in duidelijke taal

1. In de gevallen, bedoeld in artikel 225, eerste lid, wordt het geding hervat in de stand waarin dit zich bij de schorsing bevond:

Dit betekent dat in de situaties die zijn omschreven in artikel 225, eerste lid, de juridische procedure (het geding) wordt voortgezet (hervat). Deze voortzetting begint vanaf het punt (de stand) waar de procedure zich bevond op het moment dat de schorsing inging.

a. doordat de partij bij wie de grond voor de schorsing is opgekomen bij de betekening van de schorsingsgrond verklaart dat het geding wordt hervat;

Dit houdt in dat hervatting plaatsvindt doordat de partij bij wie de grond (de reden) voor de schorsing is opgekomen (ontstaan), bij de betekening (officiële kennisgeving) van de schorsingsgrond, verklaart (formeel meedeelt) dat het geding (de procedure) wordt hervat (voortgezet).

b. doordat een der partijen, met instemming van de andere partij, een daartoe strekkende akte ter rolle neemt, dan wel bij exploot verklaart dat het geding wordt hervat.

Dit betekent dat hervatting ook kan plaatsvinden doordat een van de partijen, met instemming (goedkeuring) van de andere partij, een akte (officieel document) die daartoe strekkende is (specifiek voor dit doel bestemd), ter rolle neemt (indient bij de administratie van de rechtbank). Als alternatief kan een partij bij exploot (via een deurwaardersexploot) verklaren dat het geding (de procedure) wordt hervat (voortgezet).

2. De partij die bij de in het eerste lid, onder a, bedoelde betekening of het in het eerste lid, onder b, bedoelde exploot verklaart dat het geding wordt hervat, roept daarbij de andere partij op tegen de dag waarop zij de zaak ter rolle wil doen dienen. Voor deze oproeping moeten de voor dagvaarding voorgeschreven termijnen in acht worden genomen.

Dit lid bepaalt dat de partij die, middels de in het eerste lid, onder a, vermelde betekening of het in het eerste lid, onder b, vermelde exploot, verklaart dat het geding wordt hervat, gelijktijdig de andere partij oproept. Deze oproeping geschiedt tegen de dag waarop die partij de zaak ter rolle wil doen dienen (op de rol wil laten plaatsen voor behandeling). Voor deze oproeping moeten de termijnen die voor een dagvaarding zijn voorgeschreven, in acht worden genomen.

3. In zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen, stellen zij opnieuw advocaat.

Dit betekent dat in juridische procedures (zaken) waarin de betrokken partijen niet zelf (in persoon) de procedure mogen voeren (kunnen procederen), zij verplicht zijn opnieuw een advocaat aan te stellen (stellen).

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad49x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2003:AL8610 - Hoge Raad - 18 december 2003

ECLI:NL:HR:2003:AL861018 december 2003Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad39x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BK0857 - Hoge Raad - 10 december 2009

ECLI:NL:HR:2009:BK085710 december 2009Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:217 - Verzet pandgever blokkeert overname van geding door pandhouder - 8 februari 2024

ECLI:NL:HR:2024:2178 februari 2024Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak

De overgang van inningsbevoegdheid naar de pandhouder is een grond voor schorsing van een geding (art. 225 Rv). De pandhouder kan het geding echter niet overnemen als de pandgever, de oorspronkelijke procespartij, zich daartegen verzet.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Goederenrecht
Hoge Raad22x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AA9311 - Hoge Raad - 4 januari 2001

ECLI:NL:HR:2001:AA93114 januari 2001Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BT2915 - Schorsing van advocaat is schorsing van het geding - 8 december 2011

ECLI:NL:HR:2011:BT29158 december 2011Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De disciplinaire schorsing van een advocaat is een ‘verlies van hoedanigheid’ zoals bedoeld in art. 226 lid 1 Rv. Dit leidt tot een schorsing van het geding van rechtswege, bedoeld om de partij te beschermen. Een proceshandeling verricht na intreding van de schorsing is nietig.

Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1389 - Verlies hoedanigheid advocaat bij Hoge Raad leidt tot schorsing geding - 4 juli 2016

ECLI:NL:HR:2016:13894 juli 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een advocaat tijdens een cassatieprocedure de hoedanigheid 'advocaat bij de Hoge Raad' verliest, wordt het geding van rechtswege geschorst op grond van de overeenkomstige toepassing van artikel 226 Rv. Dit beschermt de desbetreffende partij.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:4966 - Rechtbank Rotterdam - 28 mei 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:496628 mei 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1239 - Procesonbekwaamheid na Spaanse tutela: machtiging tutor en opvolging door erfgenamen - 18 juli 2019

ECLI:NL:HR:2019:123918 juli 2019Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een Spaanse 'tutela' wordt gelijkgesteld aan Nederlandse curatele. De tutor heeft rechterlijke machtiging nodig om te procederen. Een hof is niet verplicht de tutor in de gelegenheid te stellen een dergelijke machtiging met terugwerkende kracht te verkrijgen voor een door de curandus zelf ingesteld hoger beroep.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Internationaal Privaatrecht, Erfrecht, Personen en Familierecht
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2024:97 - Partijwisseling, tussenarrest en de ontvankelijkheid van cassatieberoep - 25 januari 2024

ECLI:NL:HR:2024:9725 januari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een arrest dat een partijwisseling bewerkstelligt, is een einduitspraak voor de partij die uit de procedure verdwijnt. Voor de blijvende partij is het een tussenuitspraak. Tegen dit tussenarrest staat op grond van art. 401a lid 2 Rv pas cassatieberoep open tegelijk met het eindarrest.

Hoge Raad6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2005:AT3192 - Hoge Raad - 7 juli 2005

ECLI:NL:HR:2005:AT31927 juli 2005Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak