Artikel 176 (Getuigenverhoor getuige in buitenland)
1. Voor zover bij verdrag of EG-verordening niet anders is bepaald, kan de rechter, indien een getuige in het buitenland woont, aan een door hem aan te wijzen autoriteit van het land waar de getuige zijn woonplaats heeft, verzoeken het verhoor, indien mogelijk onder ede, te houden, of dat verhoor opdragen aan de Nederlandse consulaire ambtenaar tot wiens ressort de woonplaats van die getuige behoort.
2. De rechter bepaalt dan tevens de termijn die in acht genomen moet worden bij het betekenen aan de wederpartij van de plaats, de dag en het uur waarop dit verhoor wordt gehouden en stelt mede de dag vast waarop de zaak weer op de rol zal komen.
3. Het proces-verbaal van dit getuigenverhoor heeft gelijke kracht als dat van het door de Nederlandse rechter gehouden verhoor.
Uitleg in duidelijke taal
1. Voor zover bij verdrag of EG-verordening niet anders is bepaald, kan de rechter, indien een getuige in het buitenland woont, aan een door hem aan te wijzen autoriteit van het land waar de getuige zijn woonplaats heeft, verzoeken het verhoor, indien mogelijk onder ede, te houden, of dat verhoor opdragen aan de Nederlandse consulaire ambtenaar tot wiens ressort de woonplaats van die getuige behoort.
Dit lid bepaalt dat, tenzij een verdrag of een EG-verordening anders voorschrijft, de rechter de volgende mogelijkheden heeft als een getuige in het buitenland woont. De rechter kan een door hem aangewezen autoriteit in het land waar de getuige zijn woonplaats heeft, verzoeken het verhoor af te nemen, indien mogelijk onder ede. Als alternatief kan de rechter dit verhoor opdragen aan de Nederlandse consulaire ambtenaar tot wiens ambtsgebied (ressort) de woonplaats van die getuige behoort.
2. De rechter bepaalt dan tevens de termijn die in acht genomen moet worden bij het betekenen aan de wederpartij van de plaats, de dag en het uur waarop dit verhoor wordt gehouden en stelt mede de dag vast waarop de zaak weer op de rol zal komen.
Dit lid stelt dat de rechter in dat geval ook de termijn vaststelt die in acht genomen moet worden bij de kennisgeving (betekenen) aan de wederpartij. Deze kennisgeving betreft de plaats, de dag en het uur waarop dit verhoor wordt gehouden. De rechter stelt tevens de dag vast waarop de zaak weer op de zittingslijst (rol) zal komen.
3. Het proces-verbaal van dit getuigenverhoor heeft gelijke kracht als dat van het door de Nederlandse rechter gehouden verhoor.
Dit lid geeft aan dat het schriftelijke verslag (proces-verbaal) van dit getuigenverhoor (dat in het buitenland is afgenomen) dezelfde juridische waarde (gelijke kracht) heeft als een proces-verbaal van een verhoor dat door de Nederlandse rechter zelf is gehouden.