Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tweede titel. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Vijfde afdeling. Verloop van de procedure
Artikel 127

Artikel 127 (Niet tijdige indiening exploten, procedurele gevolgen)

Laatste versie

1. Indien de in artikel 125, tweede lid, bedoelde indiening ter griffie van het exploot van dagvaarding niet tijdig heeft plaats gehad, is de gedaagde bevoegd, onder overlegging van het exploot van dagvaarding, de zaak op de rol te laten inschrijven.

2. Indien de gedaagde van zijn in het eerste lid bedoelde bevoegdheid gebruik maakt, is hij tevens bevoegd, te vorderen dat hij van de instantie wordt ontslagen met veroordeling van de eiser in de kosten. In dat geval biedt de rechter gedurende een door hem te bepalen termijn aan de eiser gelegenheid om hetzij op de voet van artikel 123, eerste lid, advocaat te stellen, hetzij bij akte te verklaren dat hij wenst voort te procederen. Indien de eiser van deze gelegenheid geen gebruik maakt, wordt de vordering toegewezen.

3. Indien de gedaagde een vroegere roldatum heeft aangezegd en het exploot van aanzegging niet tijdig ter griffie heeft ingediend, blijft de oorspronkelijke, in het exploot van dagvaarding vermelde roldatum gehandhaafd.

Uitleg in duidelijke taal

1. <part id=

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1387 - Advocaat stellen: griffie moet partij informeren over herstelmogelijkheid verzuim - 6 oktober 2022

ECLI:NL:HR:2022:13876 oktober 2022Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een appellant verzuimt bij advocaat te verschijnen nadat geïntimeerde de zaak heeft aangebracht, is een enkele rol-aantekening onvoldoende om de appellant een reële herstelmogelijkheid te bieden. Het is de taak van de griffier om de partij (of diens in de dagvaarding genoemde advocaat) actief te informeren.

Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2024:854 - Parket bij de Hoge Raad - 29 augustus 2024

ECLI:NL:PHR:2024:85429 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch

ECLI:NL:GHSHE:2024:2062 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 24 juni 2024

ECLI:NL:GHSHE:2024:206224 juni 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch

ECLI:NL:GHSHE:2024:90 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 15 januari 2024

ECLI:NL:GHSHE:2024:9015 januari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch

ECLI:NL:GHSHE:2023:4065 - Gerechtshof 's-Hertogenbosch - 4 december 2023

ECLI:NL:GHSHE:2023:40654 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1947:2 - Hoge Raad - 11 december 1947

ECLI:NL:HR:1947:211 december 1947Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:8015 - Rechtbank Rotterdam - 25 juli 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:801525 juli 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:2558 - Rechtbank Limburg - 7 mei 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:25587 mei 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1924:19 - Hoge Raad - 14 november 1924

ECLI:NL:HR:1924:1914 november 1924Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak