Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tweede titel. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Vijfde afdeling. Verloop van de procedure
Artikel 125

Artikel 125 (Aanhangigheid geding en indiening dagvaarding)

Laatste versie

1. Het geding is aanhangig vanaf de dag van dagvaarding.

2. Het exploot van dagvaarding wordt door de eiser ter griffie ingediend uiterlijk op de laatste dag waarop de griffie is geopend, voorafgaande aan de in de dagvaarding vermelde roldatum.

3. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald in welke gevallen de eiser een exploot van dagvaarding elektronisch kan indienen. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven over de voorwaarden waaronder en de wijze waarop een exploot van dagvaarding elektronisch kan worden ingediend, alsmede over de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van het elektronisch indienen van het exploot van dagvaarding. Een door de griffie gewaarmerkt afschrift van het elektronisch ingediende exploot van dagvaarding, geldt in de procedure als het in het tweede lid bedoelde exploot van dagvaarding.

4. De griffier schrijft de zaak in op de rol van een enkelvoudige kamer.

5. De aanhangigheid van het geding vervalt indien het exploot van dagvaarding niet uiterlijk op het in het tweede lid vermelde tijdstip ter griffie is ingediend, tenzij binnen twee weken na de in de dagvaarding vermelde roldatum een geldig herstelexploot is uitgebracht.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het geding is aanhangig vanaf de dag van dagvaarding.

Dit lid stelt dat een juridische procedure (het geding) officieel begint (is aanhangig) vanaf de dag dat de dagvaarding is uitgebracht (de dag van dagvaarding).

2. Het exploot van dagvaarding wordt door de eiser ter griffie ingediend uiterlijk op de laatste dag waarop de griffie is geopend, voorafgaande aan de in de dagvaarding vermelde roldatum.

Dit lid bepaalt dat de eiser het officiële stuk waarmee de procedure start (het exploot van dagvaarding) moet indienen bij de administratie van de rechtbank (de griffie). Dit moet gebeuren uiterlijk op de laatste dag dat de griffie is geopend vóór (voorafgaande aan) de datum die in de dagvaarding staat vermeld als de dag waarop de zaak voor het eerst bij de rechter komt (de roldatum).

3. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald in welke gevallen de eiser een exploot van dagvaarding elektronisch kan indienen. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven over de voorwaarden waaronder en de wijze waarop een exploot van dagvaarding elektronisch kan worden ingediend, alsmede over de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van het elektronisch indienen van het exploot van dagvaarding. Een door de griffie gewaarmerkt afschrift van het elektronisch ingediende exploot van dagvaarding, geldt in de procedure als het in het tweede lid bedoelde exploot van dagvaarding.

Dit lid geeft aan dat een algemene maatregel van bestuur (een nadere wettelijke regeling) vaststelt in welke situaties de eiser een exploot van dagvaarding elektronisch kan indienen. Verder worden bij of krachtens diezelfde algemene maatregel van bestuur specifieke regels gegeven over:

  • de voorwaarden waaronder en de wijze waarop een exploot van dagvaarding elektronisch kan worden ingediend;
  • en de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van dit elektronisch indienen. Een afschrift van het elektronisch ingediende exploot van dagvaarding dat door de griffie officieel is bestempeld (gewaarmerkt), wordt in de juridische procedure beschouwd als (geldt in de procedure als) het exploot van dagvaarding zoals bedoeld in het tweede lid.

4. De griffier schrijft de zaak in op de rol van een enkelvoudige kamer.

Dit lid stelt dat de medewerker van de rechtbank (de griffier) de zaak registreert op de lijst van zaken (de rol) die behandeld zullen worden door een rechter die alleen zitting houdt (een enkelvoudige kamer).

5. De aanhangigheid van het geding vervalt indien het exploot van dagvaarding niet uiterlijk op het in het tweede lid vermelde tijdstip ter griffie is ingediend, tenzij binnen twee weken na de in de dagvaarding vermelde roldatum een geldig herstelexploot is uitgebracht.

Dit lid bepaalt dat de officiële start van de procedure (de aanhangigheid van het geding) komt te vervallen (ophoudt te bestaan) als het exploot van dagvaarding niet uiterlijk op het in het tweede lid vermelde tijdstip ter griffie is ingediend. Er is een uitzondering (tenzij): de aanhangigheid vervalt niet als er binnen twee weken na de in de dagvaarding vermelde roldatum een geldig herstelexploot (een document om een fout in de oorspronkelijke dagvaarding te corrigeren) is uitgebracht.

Gerelateerde rechtspraak

Parket bij de Hoge Raad

ECLI:NL:PHR:2024:854 - Parket bij de Hoge Raad - 29 augustus 2024

ECLI:NL:PHR:2024:85429 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 52 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:927 - Hoge Raad - 9 april 2015

ECLI:NL:HR:2015:9279 april 2015Dit wetsartikel wordt 19 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:318 - Herstelexploot (art. 125 lid 5 Rv) niet mogelijk na intrekken aangebrachte dagvaarding - 20 februari 2025

ECLI:NL:HR:2025:31820 februari 2025Dit wetsartikel wordt 13 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een herstelexploot ex artikel 125 lid 5 Rv niet kan worden gebruikt om een procedure voort te zetten nadat de appeldagvaarding tijdig is aangebracht en vervolgens is ingetrokken. Deze herstelmogelijkheid is uitsluitend bedoeld voor het niet tijdig aanbrengen van de dagvaarding.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad7x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AX6248 - Hoge Raad - 29 juni 2006

ECLI:NL:HR:2006:AX624829 juni 2006Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:428 - Verkrijging vordering door advocaat: moment aanhangigheid en contractuele verrekening - 22 maart 2018

ECLI:NL:HR:2018:42822 maart 2018Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Een geding is voor art. 3:43 BW pas aanhangig vanaf de dagvaarding (art. 125 Rv). Het moment van mededeling van een stille cessie is niet relevant voor de verkrijging. De eis van wederkerig schuldenaarschap voor verrekening (art. 6:127 BW) is van regelend recht en kan contractueel worden uitgesloten.

Civiel RechtGoederenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:2100 - Hoge Raad: Art. 29 Fw schorst ook hoger beroep ingesteld na faillissement - 17 december 2020

ECLI:NL:HR:2020:210017 december 2020Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Artikel 29 Faillissementswet schorst ook een geding in hoger beroep dat is ingesteld ná de faillietverklaring, indien de uitspraak in eerste aanleg dateert van vóór het faillissement. De Hoge Raad legt de bepaling op grond van haar ratio ruimer uit dan de letterlijke tekst.

Civiel RechtInsolventierecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1387 - Advocaat stellen: griffie moet partij informeren over herstelmogelijkheid verzuim - 6 oktober 2022

ECLI:NL:HR:2022:13876 oktober 2022Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een appellant verzuimt bij advocaat te verschijnen nadat geïntimeerde de zaak heeft aangebracht, is een enkele rol-aantekening onvoldoende om de appellant een reële herstelmogelijkheid te bieden. Het is de taak van de griffier om de partij (of diens in de dagvaarding genoemde advocaat) actief te informeren.

Hoge Raad11x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:1389 - Verlies hoedanigheid advocaat bij Hoge Raad leidt tot schorsing geding - 4 juli 2016

ECLI:NL:HR:2016:13894 juli 2016Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een advocaat tijdens een cassatieprocedure de hoedanigheid 'advocaat bij de Hoge Raad' verliest, wordt het geding van rechtswege geschorst op grond van de overeenkomstige toepassing van artikel 226 Rv. Dit beschermt de desbetreffende partij.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht
Hoge Raad12x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3299 - Promneftstroy: Verhaal na verdwijnen beslagen rechtspersoon - 12 november 2015

ECLI:NL:HR:2015:329912 november 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Als een rechtspersoon ophoudt te bestaan nadat conservatoir beslag is gelegd, kan de beslaglegger zijn eis in de hoofdzaak instellen tegen de verkrijger van het beslagen goed. De vordering strekt dan tot verklaring voor recht dat de vordering toewijsbaar is en verhaal op de goederen mogelijk is.

Civiel RechtInternationaal Privaatrecht, Burgerlijk Procesrecht, Ondernemingsrecht, Goederenrecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BC3835 - Hoge Raad - 7 februari 2008

ECLI:NL:HR:2008:BC38357 februari 2008Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak