Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Eerste titel. Algemene bepalingen
Eerste afdeling. Rechtsmacht van de Nederlandse rechter
Artikel 12

Artikel 12 (Aanhouding en onbevoegdheid bij buitenlandse procedure)

Laatste versie

Indien een zaak voor een rechter van een vreemde staat aanhangig is gemaakt en daarin een beslissing kan worden gegeven die voor erkenning en, in voorkomend geval, voor tenuitvoerlegging in Nederland vatbaar is, kan de Nederlandse rechter bij wie nadien een zaak tussen dezelfde partijen over hetzelfde onderwerp is aangebracht, de behandeling aanhouden totdat daarin door eerstbedoelde rechter is beslist. Indien die beslissing voor erkenning en, in voorkomend geval, voor tenuitvoerlegging in Nederland vatbaar blijkt te zijn, verklaart de Nederlandse rechter zich onbevoegd. Indien het een zaak betreft die bij dagvaarding moet worden ingeleid, is artikel 11 van overeenkomstige toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

Indien een zaak voor een rechter van een vreemde staat aanhangig is gemaakt en daarin een beslissing kan worden gegeven die voor erkenning en, in voorkomend geval, voor tenuitvoerlegging in Nederland vatbaar is, kan de Nederlandse rechter bij wie nadien een zaak tussen dezelfde partijen over hetzelfde onderwerp is aangebracht, de behandeling aanhouden totdat daarin door eerstbedoelde rechter is beslist. Indien die beslissing voor erkenning en, in voorkomend geval, voor tenuitvoerlegging in Nederland vatbaar blijkt te zijn, verklaart de Nederlandse rechter zich onbevoegd. Indien het een zaak betreft die bij dagvaarding moet worden ingeleid, is artikel 11 van overeenkomstige toepassing.

Dit artikel bepaalt het volgende: Wanneer een zaak reeds is gestart (aanhangig is gemaakt) bij een rechter in een vreemde staat, en die rechter een beslissing kan nemen die in Nederland erkend kan worden (voor erkenning vatbaar is) en eventueel ook ten uitvoer gelegd kan worden (voor tenuitvoerlegging vatbaar is), dan heeft de Nederlandse rechter een mogelijkheid. Als bij deze Nederlandse rechter later een zaak wordt ingediend (aangebracht) die gaat over hetzelfde onderwerp en tussen dezelfde partijen, kan de Nederlandse rechter de behandeling van deze zaak aanhouden. Dit aanhouden duurt totdat de rechter van de vreemde staat (eerstbedoelde rechter) een beslissing heeft genomen.

Mocht vervolgens blijken dat de beslissing van de buitenlandse rechter inderdaad vatbaar is voor erkenning en, indien van toepassing, voor tenuitvoerlegging in Nederland, dan moet de Nederlandse rechter zichzelf onbevoegd verklaren.

Voor zaken die moeten beginnen met een dagvaarding (bij dagvaarding moet worden ingeleid), geldt artikel 11 op een vergelijkbare wijze (is van overeenkomstige toepassing).