Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad
Tweede titel. De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg
Vierde afdeling. Dagvaarding
Artikel 118

Artikel 118 (Oproeping derden dagvaardingsprocedure termijnen betekening)

Laatste versie

1. Oproepingen van derden als partij in het geding geschieden met inachtneming van de voor dagvaarding geldende termijnen. Indien de oproeping niet geschiedt bij hetzelfde exploot waarmee de gedaagde is gedagvaard, wordt het exploot, waarmee de gedaagde is gedagvaard, met de oproeping aan de derde betekend. Artikel 111, tweede lid, aanhef en onderdelen g, h, i, j en k, zijn van overeenkomstige toepassing.

2. Artikel 128, tweede, zesde en zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. Oproepingen van derden als partij in het geding geschieden met inachtneming van de voor dagvaarding geldende termijnen. Indien de oproeping niet geschiedt bij hetzelfde exploot waarmee de gedaagde is gedagvaard, wordt het exploot, waarmee de gedaagde is gedagvaard, met de oproeping aan de derde betekend. Artikel 111, tweede lid, aanhef en onderdelen g, h, i, j en k, zijn van overeenkomstige toepassing.

Dit lid bepaalt dat wanneer derden worden opgeroepen om als partij deel te nemen aan een juridische procedure (geding), dit moet gebeuren met inachtneming van de termijnen die gelden voor een dagvaarding. Als de oproeping van de derde niet plaatsvindt via hetzelfde officiële document (exploot) waarmee de gedaagde partij is gedagvaard, dan moet het exploot waarmee de gedaagde is gedagvaard, samen met de oproeping aan de derde, officieel aan de derde worden overhandigd (betekend). Verder zijn de bepalingen van artikel 111, tweede lid, specifiek de aanhef en de onderdelen g, h, i, j en k, op een vergelijkbare wijze (van overeenkomstige toepassing) van toepassing op deze oproeping.

2. Artikel 128, tweede, zesde en zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.

Dit lid stelt dat artikel 128, specifiek het tweede, zesde en zevende lid, op een vergelijkbare wijze (van overeenkomstige toepassing) geldt in de context van de oproeping van derden.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad166x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:411

ECLI:NL:HR:2017:41110 maart 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad100x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:736

ECLI:NL:HR:2014:73628 maart 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtGoederenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Vastgoedrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad73x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY7840

ECLI:NL:HR:2013:BY784015 maart 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtVerbintenissenrecht, Burgerlijk Procesrecht, Ondernemingsrecht
Hoge Raad47x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:939

ECLI:NL:HR:2017:93919 mei 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad25x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:810 - Gezag van gewijsde en de niet-handelende echtgenoot bij effectenlease

ECLI:NL:HR:2020:81024 april 2020Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

Een vonnis over de vernietiging van een effectenleaseovereenkomst bindt een echtgenoot die geen partij was niet. Echter, een onherroepelijke uitspraak tussen de níet-handelende echtgenoot en de wederpartij over de vernietiging (art. 1:89 BW) heeft wél werking jegens de handelende echtgenoot.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Personen En Familierecht, Verbintenissenrecht, Financieel Recht
Hoge Raad28x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:177

ECLI:NL:HR:2021:1775 februari 2021Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad26x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:485 - Tardief verweer in hoger beroep: grenzen aan de herkansingsfunctie

ECLI:NL:HR:2020:48520 maart 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Hoewel hoger beroep dient als herkansing, kan een partij het recht verwerken een nieuw verweer te voeren. Dit is onaanvaardbaar indien het, gelet op eerdere proceshouding en nadeel voor de wederpartij, strijdig is met de redelijkheid en billijkheid.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Ondernemingsrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:183

ECLI:NL:HR:2015:18330 januari 2015Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad14x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2021:274 - Grensoverschrijdende mediation stuit verjaring en de rechterlijke plicht tot rechtsgrondaanvulling

ECLI:NL:HR:2021:27419 februari 2021Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak

De aanvang van een grensoverschrijdende mediation stuit de verjaring van een rechtsvordering, net als een daad van rechtsvervolging. De rechter moet op grond van artikel 25 Rv ambtshalve de rechtsgronden aanvullen en deze regel toepassen als de feiten op een grensoverschrijdend geschil duiden.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Internationaal PubliekrechtEuropees Recht
Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:997

ECLI:NL:HR:2019:99721 juni 2019Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak