Artikel 1074 (Onbevoegdheid rechter bij arbitrage buiten Nederland)
De rechter in Nederland bij wie een geschil aanhangig is gemaakt waarover een overeenkomst tot arbitrage is gesloten en waaruit voortvloeit dat arbitrage buiten Nederland moet plaatsvinden, verklaart zich onbevoegd, indien een partij zich voor alle weren op het bestaan van deze overeenkomst beroept, tenzij de overeenkomst ongeldig is onder het op die overeenkomst toepasselijke recht.
Uitleg in duidelijke taal
De rechter in Nederland bij wie een geschil aanhangig is gemaakt waarover een overeenkomst tot arbitrage is gesloten en waaruit voortvloeit dat arbitrage buiten Nederland moet plaatsvinden, verklaart zich onbevoegd, indien een partij zich voor alle weren op het bestaan van deze overeenkomst beroept, tenzij de overeenkomst ongeldig is onder het op die overeenkomst toepasselijke recht.
Dit artikel bepaalt het volgende: Wanneer een geschil voor een rechter in Nederland wordt gebracht, en er is over dat geschil een overeenkomst tot arbitrage gesloten die voorschrijft dat de arbitrage buiten Nederland moet plaatsvinden, dan moet de Nederlandse rechter zichzelf onbevoegd verklaren. Dit gebeurt op voorwaarde dat een partij, voordat enig ander verweer wordt gevoerd (voor alle weren), een beroep doet op het bestaan van deze overeenkomst tot arbitrage. Een uitzondering hierop is als de overeenkomst tot arbitrage ongeldig blijkt te zijn volgens het recht dat op die specifieke overeenkomst van toepassing is.