Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen
Artikel 1

Artikel 1

Laatste versie

1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Onze Minister: Onze Minister van Justitie en Veiligheid; politie: het landelijke politiekorps, bedoeld in artikel 25, eerste lid; korpschef: de korpschef, bedoeld in artikel 27; eenheid: een regionale of landelijke eenheid; regionale eenheid: een regionale eenheid van de politie als bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder a; landelijke eenheid: een landelijke eenheid van de politie als bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder b; regioburgemeester: de regioburgemeester, bedoeld in artikel 38c; politiechef: het hoofd van een regionale of landelijke eenheid; taken ten dienste van de justitie:

1°. de uitvoering van wettelijke voorschriften waarmee Onze Minister is belast alsmede de uitvoering van wettelijke voorschriften gesteld bij of krachtens de Vreemdelingenwet 2000; 2°. de administratiefrechtelijke afdoening van inbreuken op wettelijke voorschriften, voor zover in die voorschriften het toezicht op de uitvoering van de politietaak is opgedragen aan het openbaar ministerie; 3°. de betekening van gerechtelijke mededelingen in strafzaken, het vervoer van rechtens van hun vrijheid beroofde personen, en de dienst bij de gerechten;

wijkagent: ambtenaar van politie die, gerelateerd aan het aantal inwoners, als onderdeel van een basisteam ten behoeve van een gemeente beschikbaar is voor de uitvoering van de politietaak; Politieacademie: de Politieacademie, bedoeld in artikel 73, eerste lid; directeur van de Politieacademie: de directeur, bedoeld in artikel 73, derde lid; raad van advies van de Politieacademie: de raad van advies, bedoeld in artikel 77; politieonderwijsraad: de politieonderwijsraad, bedoeld in artikel 82, eerste lid; politieonderwijs: onderwijs gericht op de uitoefening van de politietaak; kwalificatie: het geheel van bekwaamheden die een persoon kwalificeren voor het functioneren in een beroep of functie of een groep van samenhangende beroepen en in het vervolgonderwijs dat is beschreven in het kwalificatiedossier; kwalificatiedossier: een document waarin onder meer de voor een beroep of functie vereiste kwalificaties zijn beschreven die benodigd zijn voor het verkrijgen van een diploma, deeldiploma of certificaat; kwalificatiestructuur: het stelsel van kwalificatiedossiers; politieopleidingen: opleidingen gericht op de uitoefening van de politietaak, waarvoor in de kwalificatiestructuur, bedoeld in artikel 87, de kwalificaties zijn vastgesteld en ten bewijze waarvan na een met goed gevolg afgelegd examen wordt uitgereikt:

1°. een diploma ten bewijze van de behaalde kwalificatie op een niveau dat overeenkomt met een niveau als bedoeld in artikel 7.2.2, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of op een niveau dat op grond van artikel 7.10a of artikel 7.10b van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek recht geeft op het voeren van de graad Associate degree, Bachelor of Master; 2°. een deeldiploma ten bewijze dat een deel van een opleiding die wordt afgesloten met een diploma als bedoeld onder 1°, is afgerond; 3°. een certificaat;

student: degene die politieonderwijs volgt aan de Politieacademie; Algemene verordening gegevensbescherming: verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (richtlijn) (Algemene verordening gegevensbescherming) (PbEU 2016, L 119); verklaring omtrent het gedrag: een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.

2. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde mede verstaan: het waken over de veiligheid van personen.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Midden-Nederland1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBMNE:2024:3359 - Rechtbank Midden-Nederland - 6 februari 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:33596 februari 2024Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State15x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2023:4525 - Raad van State - 5 december 2023

ECLI:NL:RVS:2023:45255 december 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:16324 - Rechtbank Den Haag - 7 oktober 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:163247 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:3542 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 22 mei 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:354222 mei 2024Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBDHA:2024:13919 - Rechtbank Den Haag - 27 augustus 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1391927 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2024:8266 - Rechtbank Noord-Holland - 24 juli 2024

ECLI:NL:RBNHO:2024:826624 juli 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2024:3060 - Rechtbank Noord-Holland - 31 januari 2024

ECLI:NL:RBNHO:2024:306031 januari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:1931 - Rechtbank Amsterdam - 31 januari 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:193131 januari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:137 - Rechtbank Amsterdam - 4 januari 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:1374 januari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak