Bijlage II. bij artikel 3.1 van dit besluit (aanwijzing van rijkswateren)
Bijlage II: bij artikel 3.1 van dit besluit (aanwijzing van rijkswateren)
1: Oppervlaktewaterlichamen
A: Hoofdwateren
1°. de zee, grote estuaria en daarmee verbonden wateren
– de territoriale wateren en de exclusieve economische zone van de Noordzee; – Waddenzee; – Eems, Dollard; – Westerschelde, Kanaal van Gent naar Terneuzen; – Oosterschelde, Kanaal door Zuid-Beveland; – Grevelingenmeer; – Volkerak-Zoommeer, Bathse Spuikanaal, Schelde-Rijnverbinding; – Hollandsch Diep, Haringvliet, Wantij, Vlij, Rietbaan, Strooppot;
2°. het IJsselmeer en daarmee verbonden wateren
– IJsselmeer (met inbegrip van Ketelmeer en Zwarte Meer), Buiten-IJ, Markermeer (met inbegrip van Gouwzee en IJmeer), Randmeren (met inbegrip van Gooimeer, Eemmeer, Wolderwijd, Nijkerkernauw, Nuldernauw, Veluwemeer, Drontermeer en Vossemeer);
3°. de Rijn en daarmee verbonden wateren
– Pannerdensch Kanaal, Nederrijn, Lek, Nieuwe Maas, Nieuwe Waterweg, Maasmond, Calandkanaal, Breediep, Hollandsche IJssel van Krimpen aan de IJssel tot de Waaiersluis bij Gouda; – Beneden Merwede, Noord, Dordtsche Kil, Oude Maas, Spui; – Lekkanaal, Amsterdam-Rijnkanaal, Afgesloten IJ, Noordzeekanaal, Buitenhaven van IJmuiden; – Boven-Rijn, Bijlandsch Kanaal, Waal, Boven Merwede, Nieuwe Merwede;
4°. de IJssel en daarmee verbonden wateren
– IJssel; – Twentekanalen; – Zwarte Water, Zwolle-IJsselkanaal; – Reevediep;
5°. de Maas en daarmee verbonden wateren
– Maas, Verbindingskanaal Bossche Veld, Afleidingskanaal Maastricht, Zuid-Willemsvaart (Limburgse tak), Bergsche Maas, Heusdensch Kanaal, Afgedamde Maas, Amer, Brabantse, Dordtsche en Sliedrechtse Biesbosch; – Julianakanaal, Lateraal kanaal, Maas-Waalkanaal, Kanaal van St. Andries; – Wilhelminakanaal, met inbegrip van de Amertak, Zuid-Willemsvaart (Brabantse tak), Máximakanaal, Kanaal Wessem-Nederweert.
B: Andere wateren dan hoofdwateren
1°. in de provincie Groningen:
– alle in het Groningse deel van het Lauwersmeergebied gelegen oppervlaktewaterlichamen; – Eemskanaal; – Van Starkenborghkanaal; – de watergangen en sloten langs waterkeringen en sluizen in beheer bij het Rijk;
2°. in de provincie Friesland:
– alle in het Friese deel van het Lauwersmeergebied gelegen oppervlaktewaterlichamen; – Prinses Margrietkanaal; – de watergangen en sloten langs waterkeringen en sluizen in beheer bij het Rijk;
3°. in de provincie Drenthe:
– de watergangen en sloten langs waterkeringen en sluizen in beheer bij het Rijk;
4°. in de provincie Overijssel:
– het Meppelerdiep; – de watergangen en sloten langs waterkeringen en sluizen in beheer bij het Rijk;
5°. in de provincie Gelderland:
– de watergangen en sloten langs waterkeringen en sluizen in beheer bij het Rijk;
6°. in de provincie Utrecht:
– het Merwedekanaal; – de watergangen en sloten langs waterkeringen en sluizen in beheer bij het Rijk;
7°. in de provincie Noord-Holland:
– de Muidertrekvaart vanaf het Amsterdam-Rijnkanaal tot aan de schotbalkkering; – de Diemen aan de oostzijde van het Amsterdam-Rijnkanaal; – het Nieuwe Diep ten oosten van het Amsterdam-Rijnkanaal (Boven Diep); – de watergangen en sloten langs waterkeringen en sluizen in beheer bij het Rijk;
8°. in de provincie Zuid-Holland:
– het Vuile Gat in het Haringvliet; – Mallegat Oost, gelegen bij de splitsing Dordtse kil en Oude Maas; – de zeegeul naar het Haringvliet, genaamd het Slijkgat; – de Sliksloot; – het Zuiderdiepje; – alle inliggende oppervlaktewaterlichamen op Tiengemeten; – de watergangen en sloten langs waterkeringen en sluizen in beheer bij het Rijk;
9°. in de provincie Zeeland:
– het Veerse Meer; – de watergangen en sloten langs waterkeringen en sluizen in beheer bij het Rijk;
10°. in de provincie Noord-Brabant:
– Gekanaliseerde Dieze, Kanaal Engelen-Henriëttewaard, Markkanaal; – de Bakkerskil; – de vaargeul naar de sluis in de Rode Vaart (nabij haven Moerdijk); – de havens, kreken en killen bij Gors d’n Anwas, ter hoogte van Woudrichem; – de watergangen en sloten langs waterkeringen en sluizen in beheer bij het Rijk;
11°. in de provincie Limburg
– de Noordervaart en de Voedingskanalen van de Zuid-Willemsvaart in Midden-Limburg en Maastricht; – de watergangen en sloten langs waterkeringen en sluizen in beheer bij het Rijk.
2: Primaire waterkeringen en andere waterkeringen
A: Primaire waterkeringen
– duinwaterkeringen (en aansluitingen) op Ameland, Terschelling en Vlieland; – de Waddenzeedijken op Vlieland; – Afsluitdijk; – Houtribdijk; – Nijkerkersluis; – Roggebotsluis; – Reevedam en Reevesluiscomplex; – Meppelerdiep-keersluis; – Grote Kolksluis; – Spooldersluis; – stormvloedkering Ramspol; – Prinses Beatrixsluizen; met inbegrip van voorhavendijken (Nieuwegein); – Koninginnensluizen; met inbegrip van voorhavendijken (Nieuwegein); – Prinses Irenesluizen; met inbegrip van voorhavendijken (Wijk bij Duurstede); – Prinses Marijkesluizen; met inbegrip van keersluis Ravenswaaij (Rijswijk); – Prins Bernhardsluizen (Tiel); – Verbindende kering IJmuiden; – sluizencomplex Schellingwoude (Amsterdam); – Marken; – stormvloedkering Nieuwe Waterweg en Europoortkering I; – Europoortkering II en Hartelkering; – stormvloedkering Hollandsche IJssel; – Haringvlietkering; – Hellegatsdam en Volkeraksluizen; – Biesboschsluis; – Wilhelminasluis en Afsluitdijk Andel; – Brouwersdam; – Oosterscheldekering; – Veersedam; – Zandkreekdam; – Grevelingendam; – Philipsdam; – Krabbenkreekdam; – Oesterdam; – Oostelijke Spuikanaaldijk; – Sluizen Hansweert; – Bathse spuisluis; – waterkering sluizen Terneuzen; – Marksluis; – sluis Empel; – sluis St. Andries; – sluiscomplex Weurt; – sluiscomplex Heumen; – sluis Limmel; – sluis Bosscherveld.
B: Andere dan primaire waterkeringen
– regionale keringen Twentekanalen; – Westelijke kanaaldijk Amsterdam-Rijnkanaal en Lekkanaal tussen Amsterdam en Nieuwegein, vanaf km 1.000 tot en met km 45.000; – oostelijke dijk Amsterdam-Rijnkanaal en Lekkanaal; – westelijke dijk Amsterdam-Rijnkanaal vanaf splitsing Lekkanaal tot aan Wijk bij Duurstede; – de westelijke en oostelijke dijk langs het Amsterdam-Rijnkanaal, gelegen tussen de Lek en de Waal (tussen de Prinses Marijke- en de Prins Bernhardsluizen); – waterkeringen langs het Kanaal van Gent naar Terneuzen; – kanaaldijken Zuid-Willemsvaart; – kanaaldijken Máximakanaal; – kanaaldijken Wilhelminakanaal; – kanaaldijken Wessem – Nederweert; – dijk langs A2 bij Den Bosch; – kanaaldijken Maas-Waalkanaal (oost en west); – kanaaldijk Kreekrakpolder; – kanaaldijken Julianakanaal (oost en west); – kanaaldijken Noordervaart.
Details
[Wijziging(en) zonder datum inwerkingtreding aanwezig. Zie het wijzigingenoverzicht]