Bijlage 12. behorende bij artikel 8.2.2.2
Bijlage 12: behorende bij artikel 8.2.2.2
| | | |---|---| | Het eindrapport over de aanleg of de reparatie van een boorgat of het stimuleren van een voorkomen via een put | | | Het eindrapport bestaat uit een statustekening van het boorgat of de put en bijlagen en bevat ten minste de volgende informatie: | | | 1.0 projectgegevens | | | | | | 1.1. Algemeen | | | 1. de namen van de leidinggevenden met een aanduiding van hun functie | | | 2. het tijdvak waarin deze leiding gaven. | | | 1.2. Boring | | | 1. een aanduiding (code of naam) van de boring inclusief sidetracks | | | 2. voor putten op land: de plaats van het aanzetpunt uitgedrukt in het coördinatiestelsel van de Rijksdriehoeksmeting | | | 3. voor putten op zee: de plaats van het aanzetpunt uitgedrukt in geografische coördinaten, berekend volgens het ETRS89 systeem | | | 4. het doel van de boring | | | 5. de datum van het begin van de boring en het aantal dagen op de locatie. | | | 1.3. Mijnbouw- of boorinstallatie | | | 1. de naam van de installatie | | | 2. de namen van de eigenaren van de installatie. | | | | | | 2.0. Boorgatsectiegegevens | | | | | | 2.1. Dieptes | | | 1. de dieptereferentie in meters ten opzichte van | | | a. Normaal Amsterdams Peil (NAP), indien bij de boring geen gebruik wordt gemaakt van een mijnbouwinstallatie of | | | b. Mean Sea Level (MSL), indien bij de boring gebruik wordt gemaakt van een mijnbouwinstallatie | | | 2. de diepte in meters ("along hole depth" (AHD) en "true vertical depth" (TVD)) aan het einde van de diepboring | | | 3. de deviatieplots van de diepboring, zowel verticaal als horizontaal, op A4-formaat | | | 4. de waterdiepte onder MSL, indien bij de boring gebruik wordt gemaakt van een mijnbouwinstallatie. | | | 2.2. Gezette verbuizingen | | | 1. de maten | | | 2. de schoendiepte in meters en de diepte in meters aan de bovenzijde | | | 3. de materiaalsoort en het gewicht per lengte-eenheid van de gezette verbuizing | | | 4. de cementsoorten, het gewicht van de cementspecie ("slurry") en het volume van de cementspecie | | | 5. de bovenzijde van het cement (theoretisch of vastgesteld) | | | 6. een verbuizingsdiagram op A4-formaat. | | | | | | 3.0. Boorspoelinggegevens | | | | | | 1. het type boorspoeling per boorgatsectie | | | 2. het soortelijk gewicht van de boorspoeling als functie van de diepte. | | | | | | 4.0. Geologische gegevens | | | | | | 4.1. Stratigrafische kolom | | | 1. de diepte in meters (AHD) van de bovenzijde van de aangetroffen geologische aardlagen | | | 2. de aangetroffen breukdieptes | | | 3. de aangetroffen abnormale formatiedrukken. | | | 4.2. Koolwaterstoffen | | | 1. de aangetroffen producten | | | 2. de producerende aardlagen | | | 3. de maximaal geteste productie ("choke sizes" en "flowing tubing head pressure") | | | 4. de ingesloten formatiedruk na het testen. | | | | | | 5.0. Gegevens betreffende de putafwerking | | | | | | 1. de putstatus | | | 2. een tekening van de (definitief of tijdelijk) buiten gebruik gestelde put op A4-formaat | | | 3. een tekening met de maten van de putmondafwerking op A4-formaat | | | 4. een tekening met de maten van de spuitseries op A4-formaat. | | | | | | 6.0. Ondertekening | | | | | | 1. plaats | | | 2. datum | | | 3. handtekening van de leidinggevende. | |