Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk V. Regels inzake de productie van dierlijke meststoffen
Titel 6. Mestverwerking
Artikel 33a

Artikel 33a

Laatste versie

1. Het is een landbouwer verboden in enig kalenderjaar op zijn bedrijf dierlijke meststoffen te produceren.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een landbouwer die in het desbetreffende kalenderjaar:

a. op zijn bedrijf geen bedrijfsoverschot produceert; b. een hoeveelheid dierlijke meststoffen, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, minimaal gelijk aan een door Onze Minister voor het desbetreffende kalenderjaar vastgesteld percentage van het op zijn bedrijf geproduceerde bedrijfsoverschot:

laat verwerken, voor zover de landbouwer behoort tot een bij regeling van Onze Minister aan te wijzen categorie landbouwers, overdraagt of laat overdragen aan een afnemer die behoort tot een bij regeling van Onze Minister aan te wijzen categorie afnemers, of brengt op of in de in het desbetreffende kalenderjaar bij het desbetreffende bedrijf in gebruik zijnde landbouwgrond die is gelegen in Duitsland of België op een bij regeling van Onze Minister vast te stellen afstand van de Nederlandse grens, voor zover is voldaan aan bij regeling van Onze Minister te stellen voorwaarden;

c. op zijn bedrijf een bedrijfsoverschot produceert dat dusdanig in omvang is dat de hoeveelheid dierlijke meststoffen, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, bedoeld in onderdeel b, kleiner is dan een bij regeling van Onze Minister vast te stellen omvang, waarbij onderscheid kan worden gemaakt naar diersoort of diercategorie; d. op zijn bedrijf meststoffen produceert:

met dieren waarvan ten minste 90% behoort tot een diercategorie die bij algemene maatregel van bestuur kan worden aangewezen of is gehuisvest in een huisvestingssysteem dat bij die maatregel kan worden aangewezen, omdat hierbij overwegend meststoffen worden geproduceerd met een hoog gehalte aan organische stof in de vorm van stro, en die voldoen aan regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen worden gesteld, of

e. het op zijn bedrijf geproduceerde bedrijfsoverschot geheel en rechtstreeks, blijkens een schriftelijke en vooraf gesloten overeenkomst, onder bij regeling van Onze Minister te stellen voorwaarden overdraagt of laat overdragen aan een hemelsbreed hoogstens twintig kilometer van de productielocatie verwijderd liggende locatie van bedrijven indien de overgedragen dierlijke meststoffen op landbouwgrond aangewend worden.

3. Onder het laten verwerken van dierlijke meststoffen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, onder 1°, wordt verstaan:

a. het overdragen of laten overdragen van op zijn bedrijf geproduceerde dierlijke meststoffen aan een verwerkende onderneming, overeenkomstig een op het desbetreffende kalenderjaar betrekking hebbende mestverwerkingsovereenkomst als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel ee, onder 1°; b. het overdragen of laten overdragen van op zijn bedrijf geproduceerde dierlijke meststoffen aan een andere onderneming dan een verwerkende onderneming, op basis van een uiterlijk in het desbetreffende kalenderjaar gesloten mestverwerkingsovereenkomst als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel ee, onder 2°, of c. het sluiten van een overeenkomst met een andere landbouwer waarin is bepaald dat die andere landbouwer in zijn plaats uitvoering zal geven aan de voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, door middel van het laten verwerken, bedoeld in de onderdelen a of b.

4. Een ondernemer die een andere onderneming voert als bedoeld in het derde lid, onderdeel b, draagt in een kalenderjaar de hoeveelheid dierlijke meststoffen, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, waarvoor hij met betrekking tot het desbetreffende kalenderjaar mestverwerkingsovereenkomsten als bedoeld in het derde lid, onderdeel b, heeft gesloten, over of laat deze overdragen aan een verwerkende onderneming.

5. Onverminderd het tweede lid, onderdeel b, laat de andere landbouwer, bedoeld in het derde lid, onderdeel c, in een kalenderjaar een op zijn bedrijf geproduceerde hoeveelheid dierlijke meststoffen, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, waartoe hij zich met betrekking tot het desbetreffende kalenderjaar bij een overeenkomst als bedoeld in het derde lid, onderdeel c, heeft verplicht, verwerken als bedoeld in het derde lid, onderdeel a of b.

6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de mogelijkheid van het sluiten van een overeenkomst als bedoeld in het derde lid, onderdeel c, tussen een landbouwer die op zijn bedrijf in overwegende mate dierlijke meststoffen produceert van één of meer diersoorten of diercategorieën en een landbouwer die op zijn bedrijf in overwegende mate dierlijke meststoffen produceert van één of meer andere diersoorten of diercategorieën.

7. Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld ten aanzien van een landbouwer of afnemer als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, onder 2°.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

8 uitspraken gevonden
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:4259 - Rechtbank Midden-Nederland - 4 augustus 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:42594 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursstrafrecht, Omgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
College van Beroep voor het bedrijfsleven1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:CBB:2025:384 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 22 juli 2025

ECLI:NL:CBB:2025:38422 juli 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursstrafrecht, Europees Bestuursrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:3610 - Rechtbank Midden-Nederland - 17 juli 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:361017 juli 2025Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursstrafrecht, Omgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
College van Beroep voor het bedrijfsleven

ECLI:NL:CBB:2025:460 - Verantwoordingsplicht intermediair Meststoffenwet: administratie is leidend boven fysieke silo-inventarisatie - 16 september 2025

ECLI:NL:CBB:2025:46016 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat een intermediaire onderneming op grond van de Meststoffenwet haar administratieve mestvoorraad (H1-staten) moet kunnen verantwoorden. De administratie is leidend, niet de maximale fysieke opslagcapaciteit. Een onbewezen stelling over een achtergebleven bezinklaag is onvoldoende om een administratief verschil te verklaren.

BestuursrechtBestuursstrafrecht, Bestuursprocesrecht, Omgevingsrecht
College van Beroep voor het bedrijfsleven

ECLI:NL:CBB:2025:466 - Meststoffenwet: berekening gebruiksnormen beperkt tot één kalenderjaar - 16 september 2025

ECLI:NL:CBB:2025:46616 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat bij de berekening van de gebruiksnormen voor meststoffen op grond van artikel 12 Meststoffenwet, uitsluitend de productie, aanvoer en afvoer in het betreffende kalenderjaar mogen worden betrokken. Gegevens uit latere jaren zijn hiervoor niet relevant.

BestuursrechtBestuursprocesrecht, Bestuursstrafrecht, Omgevingsrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
College van Beroep voor het bedrijfsleven

ECLI:NL:CBB:2025:473 - Meststoffenwet: administratie is leidend voor verantwoordingsplicht intermediaire onderneming - 16 september 2025

ECLI:NL:CBB:2025:47316 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat een intermediaire onderneming op grond van de Meststoffenwet te allen tijde haar mestvoorraad moet kunnen verantwoorden. De administratie (H1-staat) is hierbij leidend, niet de fysieke opslagcapaciteit. Verweren betreffende bezinklagen of verdamping moeten concreet worden onderbouwd.

BestuursrechtBestuursstrafrecht, Omgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Oost-Brabant

ECLI:NL:RBOBR:2025:5189 - Rechtbank Oost-Brabant - 19 augustus 2025

ECLI:NL:RBOBR:2025:518919 augustus 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursstrafrecht, Omgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
College van Beroep voor het bedrijfsleven

ECLI:NL:CBB:2025:386 - College van Beroep voor het bedrijfsleven - 22 juli 2025

ECLI:NL:CBB:2025:38622 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtBestuursstrafrecht, Omgevingsrecht, Bestuursprocesrecht