Artikel 16
1. Onze Minister is de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet, voor het gebied, genoemd in artikel 1, tweede lid, onderdeel i van verordening (EU) 2017/625 en belast met de taken die aan de bevoegde autoriteit of een lidstaat kunnen worden opgedragen en die niet op grond van de artikelen 15 of 18, of het tweede lid aan de Stichting Skal zijn opgedragen.
2. De Stichting Skal is de controleautoriteit, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de wet en is:
a. gelet op verordening (EU) 2018/848 (verordening) belast met alle taken die in verband met de toepassing van verordening (EU) 2018/848 (verordening) aan een controleautoriteit kunnen worden opgedragen, en b. gelet op artikel 4, derde lid, van verordening (EU) 2017/625 (verordening) belast met de officiële controles en andere officiële activiteiten en de daarbij behorende taken en verantwoordelijkheden bedoeld in titel II, hoofdstukken II, V en VII, van verordening (EU) 2017/625 (verordening) ten aanzien van de in artikel 1, tweede lid, aanhef en onderdeel i, van verordening (EU) 2017/625 (verordening) bedoelde regels.