Artikel 7 (Recht op naam, nationaliteit en ouders)
1. Het kind wordt onmiddellijk na de geboorte ingeschreven en heeft vanaf de geboorte het recht op een naam, het recht een nationaliteit te verwerven en, voor zover mogelijk, het recht zijn of haar ouders te kennen, en door hen te worden verzorgd.
2. De Staten die partij zijn, waarborgen de verwezenlijking van deze rechten in overeenstemming met hun nationale recht en hun verplichtingen krachtens de desbetreffende internationale akten op dit gebied, in het bijzonder wanneer het kind anders staatloos zou zijn.
Uitleg in duidelijke taal
1. Het kind wordt onmiddellijk na de geboorte ingeschreven en heeft vanaf de geboorte het recht op een naam, het recht een nationaliteit te verwerven en, voor zover mogelijk, het recht zijn of haar ouders te kennen, en door hen te worden verzorgd.
Dit betekent dat een kind direct na de geboorte moet worden geregistreerd (ingeschreven). Vanaf het moment van geboorte heeft het kind recht op een naam. Ook heeft het kind het recht om een nationaliteit te verkrijgen (verwerven). Verder heeft het kind, voor zover dit mogelijk is, het recht om zijn of haar ouders te kennen en het recht om door hen te worden verzorgd.
2. De Staten die partij zijn, waarborgen de verwezenlijking van deze rechten in overeenstemming met hun nationale recht en hun verplichtingen krachtens de desbetreffende internationale akten op dit gebied, in het bijzonder wanneer het kind anders staatloos zou zijn.
Dit betekent dat de Staten die partij zijn bij dit verdrag, de realisatie (verwezenlijking) van de in lid 1 genoemde rechten moeten garanderen (waarborgen). Dit moet gebeuren in overeenstemming met hun eigen nationale wetgeving (nationale recht) en hun verplichtingen die voortvloeien uit de relevante internationale overeenkomsten (desbetreffende internationale akten) op dit terrein. Dit geldt in het bijzonder in situaties waarin het kind anders zonder nationaliteit (staatloos) zou zijn.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2016:452
ECLI:NL:HR:1994:ZC1337 - Recht op afstammingsinformatie prevaleert boven privacy moeder en geheimhoudingsplicht instelling
Valkenhorst I Arrest
Het recht van een meerderjarig kind om te weten wie zijn biologische ouders zijn, weegt zwaarder dan het recht op privacy van de moeder en de daarvan afgeleide geheimhoudingsplicht van een hulpverlenende instelling. De instelling mag verstrekking van gegevens niet afhankelijk stellen van toestemming van de moeder.
ECLI:NL:HR:2006:AU9239
ECLI:NL:HR:2023:520 - DNA-onderzoek biologische vader: volgorde van toetsing en belangenafweging door de rechter
De rechter is niet verplicht om eerst te beoordelen of omgang in het belang van het kind is, voordat een DNA-onderzoek wordt bevolen. De rechter kan direct overgaan tot een belangenafweging, waarbij het belang van het kind om zijn afstamming te kennen vooropstaat.