Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 4. Overgangsrecht
Afdeling 4.2. Overgangsbepalingen per onderwerp Omgevingswet
§ 4.2.7. Overgangsbepalingen nadeelcompensatie
Artikel 4.19. (nadeelcompensatie artikel 6.1, tweede lid, onder a, b, e of f, van de Wet ruimtelijke ordening)

Artikel 4.19. (nadeelcompensatie artikel 6.1, tweede lid, onder a, b, e of f, van de Wet ruimtelijke ordening)

Laatste versie

1. Het oude recht blijft van toepassing op een verzoek om schadevergoeding dat wordt ingediend binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet, als voor de inwerkingtreding van die wet schade is veroorzaakt door het van kracht worden van een besluit als bedoeld inartikel 6.1, tweede lid, onder a, b, e of f, van de Wet ruimtelijke ordening.

2. Als voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet:

a. een aanvraag om een besluit als bedoeld in het eerste lid is ingediend, of b. een ontwerp van een ambtshalve te nemen besluit als bedoeld in het eerste lid ter inzage is gelegd,

en het besluit van kracht wordt na de inwerkingtreding van de Omgevingswet, blijft het oude recht van toepassing op een verzoek om schadevergoeding, veroorzaakt door dat besluit, als dat is ingediend binnen vijf jaar nadat het besluit van kracht is geworden.

3. Het oude recht blijft van toepassing op het verzoek om schadevergoeding tot het besluit onherroepelijk wordt en, bij toewijzing van het verzoek, de toegewezen schadevergoeding volledig is betaald.

4. Afdeling 4.1 is in die gevallen niet van toepassing.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

12 uitspraken gevonden
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2025:8375 - Rechtbank Noord-Holland - 7 juli 2025

ECLI:NL:RBNHO:2025:83757 juli 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtOmgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2025:4030 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 30 juni 2025

ECLI:NL:RBZWB:2025:403030 juni 2025Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2025:4408 - Planschade windpark: beoordeling hinder en meest ongunstige planologische invulling - 17 september 2025

ECLI:NL:RVS:2025:440817 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bij het vaststellen van indirecte planschade door een windpark moet worden uitgegaan van de voor de aanvrager meest ongunstige invulling van tussenliggende gronden. De Afdeling bevestigt dat het advies van een deskundige over geluid, zicht en lichthinder zorgvuldig en inzichtelijk moet zijn gemotiveerd.

BestuursrechtOmgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4538 - Woonschip en planschade: roerende zaak komt niet voor vergoeding in aanmerking - 24 september 2025

ECLI:NL:RVS:2025:453824 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een woonschip is in beginsel een roerende zaak en geen onroerende zaak in de zin van artikel 3:3 BW. De eigenaar kan daarom geen aanspraak maken op planschadevergoeding onder de Wro, omdat deze regeling alleen geldt voor schade aan onroerende zaken. Dit onderscheid is gerechtvaardigd.

BestuursrechtOmgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Civiel RechtGoederenrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4542 - Passieve risicoaanvaarding: eigenaar moet ondanks tegenwerking college toch uitwerkingsplan aanvragen - 24 september 2025

ECLI:NL:RVS:2025:454224 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een eigenaar aanvaardt het risico op planschade passief als hij na een aangekondigde nadelige bestemmingswijziging geen poging onderneemt om de bestaande mogelijkheden te benutten. Het indienen van een aanvraag voor een uitwerkingsplan wordt van hem verwacht, zelfs als het bestuursorgaan al heeft aangegeven niet te willen meewerken.

BestuursrechtOmgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:4410 - Planschade windpark: meest ongunstige invulling tussengelegen gronden bepalend - 17 september 2025

ECLI:NL:RVS:2025:441017 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Bij het vaststellen van planschade door een windpark moet worden uitgegaan van de voor de aanvrager meest ongunstige invulling van de planologische mogelijkheden op tussengelegen gronden. De aanwezigheid van bomen is niet geborgd als de bestemming ook grasland toestaat, wat tot meer hinder kan leiden.

BestuursrechtOmgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2025:4832 - Rechtbank Midden-Nederland - 5 september 2025

ECLI:NL:RBMNE:2025:48325 september 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtOmgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:3552 - Raad van State - 30 juli 2025

ECLI:NL:RVS:2025:355230 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtOmgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:3584 - Raad van State - 30 juli 2025

ECLI:NL:RVS:2025:358430 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtOmgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Raad van State

ECLI:NL:RVS:2025:3589 - Raad van State - 30 juli 2025

ECLI:NL:RVS:2025:358930 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtOmgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2025:9181 - Rechtbank Rotterdam - 28 juli 2025

ECLI:NL:RBROT:2025:918128 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtOmgevingsrecht, Bestuursprocesrecht
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2025:13850 - Rechtbank Den Haag - 23 juli 2025

ECLI:NL:RBDHA:2025:1385023 juli 2025Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
BestuursrechtOmgevingsrecht, Bestuursprocesrecht