Artikel 1
1 Deze wet is niet van toepassing op:
a. ongebouwde onroerende zaken;
b. woonruimte, als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Huurprijzenwet woonruimte;
c. bedrijfsruimte, als bedoeld in artikel 1624 van het Burgerlijk Wetboek.
2 De Hoofdstukken V en VI, met uitzondering van de artikelen 20 en 27, zijn niet van toepassing op de huur en verhuur van woningen, welke aan een gemeente toebehoren en ten tijde van het aangaan van de overeenkomst voor afbraak bestemd zijn.
3 In deze wet wordt verstaan onder:
a. prijs: het geheel van de verplichtingen, welke de huurder tegenover de verhuurder bij of ter zake van huur en verhuur op zich neemt;
b. huurprijs: de prijs welke bij huur en verhuur is verschuldigd voor het enkele gebruik van een onroerende zaak;
c. gebouwde onroerende zaak: een gebouw of een gedeelte daarvan, indien dit gedeelte een zelfstandige bedrijfsruimte vormt, een en ander met zijn normale onroerende aanhorigheden;
d. Onze Minister: Onze Minister belast met de zorg voor de volkshuisvesting.
Details
[Regeling vervallen per 01-08-2003]