Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 1. Grondrechten
Artikel 9

Artikel 9 (Recht op vergadering en betoging)

Laatste versie

1. Het recht tot vergadering en betoging wordt erkend, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.

2. De wet kan regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het recht tot vergadering en betoging wordt erkend, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.

Dit artikelonderdeel stelt dat het recht om bijeen te komen (vergadering) en om een protest of demonstratie te houden (betoging) wordt erkend. Dit recht geldt echter met dien verstande dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn of haar handelingen overeenkomstig de wet.

2. De wet kan regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.

Dit artikelonderdeel bepaalt dat de wet specifieke regels kan invoeren die gericht zijn op de bescherming van de gezondheid, het waarborgen van het verkeer, en het tegengaan of voorkomen van wanordelijkheden in relatie tot het recht op vergadering en betoging.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad35x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:126 - Demonstratierecht versus Lokaalvredebreuk: Schuldigverklaring Zonder Straf Toegestaan

ECLI:NL:HR:2022:1268 februari 2022Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een veroordeling voor lokaalvredebreuk tijdens een demonstratie schendt de artikelen 10 en 11 EVRM niet, mits de beperking gerechtvaardigd is, een redelijk alternatief is geboden en de sanctie (schuldigverklaring zonder straf) proportioneel is en een ‘chilling effect’ voorkomt.

Internationaal PubliekrechtMensenrechten
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:1742 - Demonstratierecht geen vrijbrief voor onbruikbaar maken van goederen

ECLI:NL:HR:2023:174219 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Vervolging voor het onbruikbaar maken van een trap tijdens een klimaatdemonstratie is een geoorloofde inbreuk op het demonstratierecht (art. 10/11 EVRM). Het plegen van een dergelijk strafbaar feit, dat een gevaarlijke situatie creëert, geldt als een 'reprehensible act' die strafrechtelijk optreden rechtvaardigt.

Internationaal PubliekrechtMensenrechten
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2006:AU6741

ECLI:NL:HR:2006:AU674117 oktober 2006Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Bestuursrecht
StrafrechtStrafprocesrecht, Materieel Strafrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:1982:AG4415

ECLI:NL:HR:1982:AG441525 juni 1982Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak