Grondwet

1. Het Koninkrijk wordt niet in oorlog verklaard dan na voorafgaande toestemming van de Staten-Generaal.

Dit lid stelt dat het Koninkrijk alleen de oorlog mag verklaren nadat de Staten-Generaal hiervoor vooraf hun toestemming hebben gegeven.

2. De toestemming is niet vereist, wanneer het overleg met de Staten-Generaal ten gevolge van een feitelijk bestaande oorlogstoestand niet mogelijk is gebleken.

Dit lid specificeert dat de toestemming zoals genoemd in lid 1 niet nodig is, als overleg met de Staten-Generaal onmogelijk is gebleken door een al bestaande feitelijke oorlogssituatie.

3. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering.

Dit lid schrijft voor dat de Staten-Generaal over de betreffende zaak (de oorlogsverklaring of -beëindiging) beraadslagen en besluiten in een verenigde vergadering.

4. Het bepaalde in het eerste en het derde lid is van overeenkomstige toepassing voor een verklaring dat een oorlog beëindigd is.

Dit lid geeft aan dat de bepalingen van het eerste lid (over voorafgaande toestemming) en het derde lid (over beraadslaging en besluitvorming in verenigde vergadering) ook gelden voor een verklaring waarmee een oorlog wordt beëindigd.