Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 4. Raad van State, Algemene Rekenkamer, Nationale ombudsman en vaste colleges van advies
Artikel 73

Artikel 73 (Advies en geschillenbeslechting Raad van State)

Laatste versie

1. De Raad van State of een afdeling van de Raad wordt gehoord over voorstellen van wet en ontwerpen van algemene maatregelen van bestuur, alsmede over voorstellen tot goedkeuring van verdragen door de Staten-Generaal. In bij de wet te bepalen gevallen kan het horen achterwege blijven.

2. De Raad of een afdeling van de Raad is belast met het onderzoek van de geschillen van bestuur die bij koninklijk besluit worden beslist en draagt de uitspraak voor.

3. De wet kan aan de Raad of een afdeling van de Raad de uitspraak in geschillen van bestuur opdragen.

Uitleg in duidelijke taal

1. De Raad van State of een afdeling van de Raad wordt gehoord over voorstellen van wet en ontwerpen van algemene maatregelen van bestuur, alsmede over voorstellen tot goedkeuring van verdragen door de Staten-Generaal. In bij de wet te bepalen gevallen kan het horen achterwege blijven.

Dit betekent dat de Raad van State, of een specifieke afdeling daarvan, geraadpleegd moet worden over voorstellen van wet en ontwerpen van algemene maatregelen van bestuur. Dit geldt ook voor voorstellen waarmee de Staten-Generaal verdragen goedkeuren. De wet kan echter bepalen in welke specifieke gevallen deze raadpleging niet nodig is en dus achterwege kan blijven.

2. De Raad of een afdeling van de Raad is belast met het onderzoek van de geschillen van bestuur die bij koninklijk besluit worden beslist en draagt de uitspraak voor.

Dit lid stelt dat de Raad van State, of een afdeling ervan, de taak heeft om geschillen van bestuur te onderzoeken. Het gaat hierbij om geschillen waarover een beslissing wordt genomen via een koninklijk besluit. Na het onderzoek draagt de Raad de uitspraak in deze geschillen voor.

3. De wet kan aan de Raad of een afdeling van de Raad de uitspraak in geschillen van bestuur opdragen.

Dit betekent dat de wet de bevoegdheid kan geven aan de Raad van State, of een afdeling daarvan, om zelf de uitspraak te doen in geschillen van bestuur. Waar lid 2 stelt dat de Raad de uitspraak voordraagt, kan de Raad hier dus door de wet gemachtigd worden zelf te beslissen.